Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[veroordeelde] ,
thans verblijvende in de [naam jeugdinrichting] te [plaats 1] ,
- het rapport van de ForCa afdeling van Teylingereind d.d. 30 september 2020, opgesteld door [GZ-psycholoog 1] (GZ- psycholoog) en [psychiater] (psychiater);
- het op 28 januari 2020 op grond van artikel 2:18 van het Besluit tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen uitgebrachte advies opgesteld door mevrouw [GZ-psycholoog 2] (werkzaam als GZ-psycholoog / gedragsdeskundige bij [naam jeugdinrichting] ) en mevrouw [pedagogisch directeur] (werkzaam als pedagogisch directeur bij [naam jeugdinrichting] ), strekkende tot verlenging van de PIJ-maatregel met drie maanden, alsmede de daarbij overgelegde bijlagen (het instrument SAVRY van 13 augustus 2019, de YOUTURN perspectiefplannen van 13 augustus 2019 en 7 januari 2020);
- het reclasseringsadvies (STP) van GGZ Reclassering Inforsa (hierna: Inforsa) d.d. 25 februari 2020 opgesteld door [reclasseringswerker 2] (werkzaam als reclasseringswerker) en [unitmanager] (werkzaam als unitmanager).
- veroordeelde (hierna ook: [veroordeelde] ), bijgestaan door zijn raadsman mr. J.S.W. Boorsma,
- de officier van justitie mr. M.D. Braber,
- de deskundige mevrouw [deskundige] , GZ-psycholoog en gedragsdeskundige verbonden aan [naam jeugdinrichting] ;
- de deskundige mevrouw [reclasseringswerker 1] , reclasseringswerker verbonden aan Inforsa.
.
ende maatregel in het belang is van een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van de veroordeelde. Aan beide voorwaarden moet worden voldaan om tot een verlenging van de maatregel te kunnen komen.
- de veroordeelde zich ten tijde van de voorwaardelijke beëindiging niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- de veroordeelde ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt en medewerking verleent aan het toezicht door de gecertificeerde instelling, bedoeld in artikel 1.1. van de Jeugdwet dan wel van een reclasseringsinstelling als bedoeld in artikel 14 c, zesde lid;
- verblijft op het adres van zijn vriendin [vriendin] (geboren op [geboortedag 2] 1999), dat thans is: [adres] , [plaats 2] , tot het moment dat er een passende begeleid/beschermd wonen plek is gevonden voor veroordeelde;
- meewerkt aan begeleid/beschermd wonen op het moment dat een plek gevonden is, waarbij hij zich houdt aan de huisregels en het dagprogramma die de instelling in overleg met de reclassering heeft opgesteld;
- meewerkt aan ambulante behandeling en/of begeleiding van het forensisch FACT team of soortgelijke instelling, onder andere gericht op verslavingsproblematiek en/of emotieregulatie, ook als dit inhoudt dat veroordeelde medicatie dient in te nemen;
- meewerkt aan het hebben en behouden van een structurele en controleerbare dagbesteding inhoudende werk en/of school, waarbij rekening zal worden gehouden met de draagkracht en draaglast van veroordeelde. Veroordeelde zal niet zonder overleg met en toestemming van de reclassering van dagbesteding wisselen, hetgeen op dit moment is het volgen van een mbo-opleiding;
- openheid van zaken zal geven betreffende zijn financiële situatie en bestedingspatroon en meewerkt aan bewindvoering of budgetbeheer wanneer en zo lang de reclassering dit nodig acht;
- openheid van zaken zal geven betreffende zijn middelengebruik;
- niet naar het buitenland zal gaan zonder toestemming van het Openbaar Ministerie;
- meewerkt aan het uit te oefenen reclasseringstoezicht door Antes (specialist in psychiatrie en bij verslaving) in de regio [plaats 2] ;
- aan iedere oproep van de politie en justitie zal voldoen.