ECLI:NL:RBAMS:2020:2058

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
12 februari 2020
Publicatiedatum
30 maart 2020
Zaaknummer
13/271189-19
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van witwassen en het voorhanden hebben van vuurwapens, munitie en een geluiddemper; veroordeling voorhanden hebben van een vals en vervalst paspoort

Op 12 februari 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1975 en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland. De zaak betreft meerdere tenlasteleggingen, waaronder witwassen van een aanzienlijk geldbedrag, het voorhanden hebben van vuurwapens, munitie en een geluiddemper, alsook het gebruik maken van valse en vervalste reisdocumenten. De rechtbank heeft vastgesteld dat op 12 november 2019 in een woning in Amsterdam een onderzoek plaatsvond, waarbij de verdachte aanwezig was. In zijn heuptasje werd een Hongaars paspoort aangetroffen, evenals een autosleutel van een Audi, waarin een aanzienlijk geldbedrag en de vuurwapens werden aangetroffen. De officier van justitie heeft gevorderd tot bewezenverklaring van de tenlasteleggingen, maar de verdediging heeft vrijspraak bepleit voor de meeste feiten, stellende dat de verdachte niet op de hoogte was van de aanwezigheid van de voorwerpen in de auto. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de tenlasteleggingen met betrekking tot witwassen en het voorhanden hebben van vuurwapens, maar heeft hem wel veroordeeld voor het voorhanden hebben van een vals Hongaars paspoort en het gebruik maken van een vervalst Grieks paspoort. De rechtbank heeft een gevangenisstraf van zes maanden opgelegd, waarvan twee maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank heeft ook bepaald dat de aangetroffen valse documenten en wapens onttrokken worden aan het verkeer.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS
Parketnummer: 13/271189-19 (Promis)
Datum uitspraak: 12 februari 2020
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] ( [land van herkomst] ) op [geboortedag] 1975,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
gedetineerd in [detentieplaats] .

1.Onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 12 februari 2020.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. A. van de Dam en van wat verdachte en zijn raadsman mr. R.I. Takens naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is – kort weergegeven – ten laste gelegd dat hij zich heeft schuldig gemaakt aan
1. witwassen van € 194.850,- op 12 november 2019 te Amsterdam;
2. voorhanden hebben van een twee vuurwapens, te weten een pistool mitrailleur van het merk Grand Power (categorie II) en een pistool van het merk Cvrena Zastava (categorie III) en twaalf patronen (munitie categorie III) op 12 november 2019 te Amsterdam;
3. voorhanden hebben van een geluiddemper (categorie I) op 12 november 2019 te Amsterdam;
4. voorhanden hebben van een Hongaars paspoort op naam van [naam 1] , waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze vals of vervalst was op 12 november 2019 te Amsterdam;
5. opzettelijk gebruik maken van een vals en/of vervalst reisdocument, te weten een Grieks Paspoort op naam van [naam 2] , op 27 februari 2018 te Amsterdam.
De integrale tekst van de tenlastelegging is opgenomen in bijlage I die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

3.Waardering van het bewijs

3.1
Feiten en omstandigheden
In een lopend onderzoek naar een mogelijke malafide woningbemiddelaar is op 12 november 2019 onder meer een onderzoek ingesteld in de woning aan [adres] te Amsterdam. Verdachte was in de woning aanwezig en heeft verklaard dat het heuptasje dat op de eettafel lag van hem was. In het heuptasje zijn een Hongaars paspoort, een autosleutel van het merk Audi en meerdere mobiele telefoons aangetroffen.
Vlakbij het appartementencomplex stond een Audi A4 geparkeerd. De kofferbak is met de onder verdachte in beslag genomen autosleutel geopend. In de kofferbak is een Louis Vuitton tas aangetroffen met daarin een contant geldbedrag van in totaal € 194.850,-. In de auto is ook een Action tas aangetroffen met daarin onder meer twee vuurwapens, munitie en een geluiddemper.
3.2
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 1 ten laste gelegde witwassen en het onder 2 en 3 ten laste gelegde voorhanden hebben van vuurwapens, munitie en een geluiddemper kan worden bewezen. In het heuptasje van verdachte zat een autosleutel en in de bijhorende auto zijn voornoemde voorwerpen aangetroffen. De officier van justitie acht hierbij van belang dat verdachte wisselende verklaringen heeft afgelegd en dat de auto recht voor het appartementencomplex stond geparkeerd, waardoor er vanuit het appartement waar verdachte verbleef zicht was op de auto. Dat een verbalisant de autosleutel in het tasje van verdachte heeft gestopt, acht de officier van justitie niet geloofwaardig. De officier van justitie komt op grond van het voorgaande tot de conclusie dat verdachte beschikking heeft gehad over de auto en de voorwerpen die daarin zijn aangetroffen.
De officier van justitie heeft ook gerekwireerd tot bewezenverklaring van de onder 4 en 5 ten laste gelegde feiten. Uit de door de politie en de Koninklijke Marechaussee opgemaakte processen-verbaal blijkt dat het Hongaarse paspoort vals was en het Griekse paspoort vervalst was. Verdachte heeft hierover bekennende verklaringen afgelegd.
3.3
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte voor de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten moet worden vrijgesproken. Niet kan worden bewezen dat verdachte bezitter is geweest van het geldbedrag, de vuurwapens, de munitie en de geluiddemper die zijn aangetroffen in de Audi A4, omdat uit het dossier niet blijkt dat verdachte wetenschap heeft gehad dat voornoemde voorwerpen in de auto lagen of dat hij daar beschikkingsmacht over heeft gehad. Zo is bijvoorbeeld niet gebleken dat verdachte op enig moment gebruik heeft gemaakt van de auto. Daarbij is er volgens de raadsman sprake van een mogelijke alternatieve bezitter, omdat de auto niet op naam stond van verdachte maar op naam van [naam 3] . De raadsman heeft verzocht om verdachte vrij te spreken, omdat verdachte voornoemde voorwerpen niet bewust aanwezig heeft gehad.
De raadsman heeft zich ten aanzien van het onder 4 en 5 ten laste gelegde gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
3.4
Oordeel van de rechtbank
3.4.1
Vrijspraak van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde
Verklaring van verdachte
Verdachte heeft verklaard dat de autosleutel niet van hem is en dat hij de Audi autosleutel niet in zijn heuptas heeft gestopt. Verdachte heeft verder verklaard dat hij werd geboeid en daardoor niet heeft kunnen waarnemen of een ander de autosleutel in zijn heuptas heeft gestopt. Verbalisanten hebben in het proces-verbaal van bevindingen van 12 november 2019 opgenomen dat in de heuptas van verdachte een autosleutel van het merk Audi zat. Op 18 november 2019 is naar aanleiding van de verklaring van verdachte een aanvullend proces-verbaal opgemaakt, waarin is gerelateerd dat het heuptasje op tafel lag, dat de rits open stond en dat de desbetreffende verbalisant hierin een Audi autosleutel heeft gezien. De rechtbank heeft geen reden om niet uit te gaan van de juistheid van deze op ambtseed en ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. De rechtbank gaat er daarom van uit dat bij binnenkomst van de verbalisanten op 12 november 2019 in de woning de Audi autosleutel in de heuptas van verdachte zat.
Beoordelingskader
De rechtbank ziet zich hiermee voor de vraag gesteld of verdachte het in de Audi aangetroffen geldbedrag, de vuurwapens, de munitie en de geluiddemper voorhanden heeft gehad. Daartoe moet kunnen worden vastgesteld dat verdachte wist van deze goederen en dat hij daarover beschikkingsmacht had.
Vrijspraak
De rechtbank kan uit het dossier en het onderzoek ter zitting alleen vaststellen dat een autosleutel van de auto waarin het geldbedrag, de vuurwapens, de munitie en de geluiddemper zijn aangetroffen bij het binnentreden in de woning in het heuptasje van verdachte zat. Hoewel de rechtbank meent dat situatie waarin verdachte werd aangetroffen veel vragen oproept, is de rechtbank van oordeel dat op grond van het procesdossier en de behandeling ter zitting niet is komen vast te staan dat verdachte zich in enige mate van de aanwezigheid van de voorwerpen in die auto bewust is geweest, dan wel dat hij feitelijk over die voorwerpen heeft kunnen beschikken. Er zijn namelijk geen aanwijzingen dat verdachte daadwerkelijk gebruik heeft gemaakt van de auto. De auto staat ook niet op naam van verdachte, maar op naam van een persoon genaamd [naam 3] . Bovendien is uit DNA-onderzoek naar de bemonsteringen van de twee vuurwapens en de geluiddemper uit de auto geen match met verdachte gekomen, maar wel met andere personen. De rechtbank acht op grond van het voorgaande daarom niet bewezen dat verdachte het geldbedrag, de vuurwapens, de munitie en de geluiddemper voorhanden heeft gehad, zodat hij van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde moet worden vrijgesproken.
3.4.2
Oordeel over het onder 4 en 5 ten laste gelegde
De rechtbank acht op grond van het proces-verbaal van de Koninklijke Marechaussee van 13 november 2019 en de bekennende verklaring van verdachte bewezen dat verdachte op 12 november 2019 een Hongaars paspoort voorhanden heeft gehad, waarvan hij wist dat deze vals was. De rechtbank acht het onder 4 ten laste gelegde bewezen.
De rechtbank is oordeel dat ook kan worden bewezen dat verdachte op 27 februari 2018 gebruik heeft gemaakt van een vervalst Grieks paspoort. De rechtbank acht het voorgaande bewezen op grond van de bekennende verklaring van verdachte, het proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot het onderzoek naar spookburgers van 27 februari 2018 en het proces-verbaal van 4 juni 2018 betreffende het onderzoek naar het door verdachte afgegeven paspoort. De rechtbank acht het onder 5 ten laste gelegde bewezen.

4.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in bijlage II opgenomen bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
4
op 12 november 2019 te Amsterdam, een reisdocument als bedoeld in het eerste lid van artikel 231 van het Wetboek van Strafrecht, te weten een paspoort uit Hongarije met nummer [paspoortnummer 1] op naam van [naam 1] , waarvan hij, verdachte, wist dat deze vals was, voorhanden heeft gehad;
5
op 27 februari 2018 te Amsterdam, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een vervalst reisdocument als bedoeld in het eerste lid van artikel 231 van het Wetboek van Strafrecht, te weten een paspoort uit Griekenland met nummer [paspoortnummer 2] op naam van [naam 2] , door dit document ter controle van zijn identiteit aan opsporingsambtenaren te overhandigen.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

5.Strafbaarheid van de feiten

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

6.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

7.Motivering van de straf

7.1
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door hem onder 1 tot en met 5 bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 40 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
7.2
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak verzocht ten aanzien van feiten 1 tot en met 3 en heeft daarom alleen een strafmaatverweer gevoerd ten aanzien van feiten 4 en 5. De raadsman heeft de rechtbank verzocht ten aanzien van die feiten aansluiting te zoeken bij de landelijke oriëntatiepunten, waarbij voor het bezit van een vals paspoort wordt uitgegaan van een gevangenisstraf van 2 maanden.
7.3
Oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft op 27 februari 2018 een vervalst paspoort gebruikt en op 12 november 2019 een vals paspoort voorhanden gehad. Door het voorhanden hebben van valse of vervalste paspoorten heeft verdachte schade toegebracht aan het vertrouwen dat in het maatschappelijk verkeer in de juistheid van reisdocumenten en identiteitsbewijzen moet kunnen worden gesteld. Het gebruikmaken van valse en vervalste documenten maakt identiteitscontrole moeilijk of zelfs onmogelijk, wat het plegen van andere strafbare feiten vergemakkelijkt. Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij deze paspoorten voorhanden heeft gehad om langer dan drie maanden aaneengesloten in de Europese Unie te kunnen verblijven. Dat kan hij met zijn eigen reisdocumenten niet, gezien zijn [land van herkomst] nationaliteit. De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij onvoldoende begrip of inzicht heeft getoond voor de ernst van de door hem gepleegde strafbare feiten.
De rechtbank heeft acht geslagen op het Nederlandse Uittreksel Justitiële Documentatie (het strafblad) van verdachte van 8 januari 2020, waaruit blijkt dat verdachte geen Nederlandse veroordelingen heeft. De rechtbank heeft tevens gekeken naar een uittreksel ECRIS van 3 februari 2020, waaruit blijkt dat verdachte in 2013 in Duitsland is veroordeeld voor illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen.
De rechtbank heeft ook gekeken naar de oriëntatiepunten zoals deze zijn neergelegd in het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) die dienen ter bevordering van de rechtseenheid in de strafoplegging. In deze oriëntatiepunten wordt voor het bezit van een vals paspoort uitgegaan van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden.
De rechtbank is van oordeel dat aanleiding bestaat bij de straftoemeting af te wijken van wat de officier van justitie heeft gevorderd, nu de officier van justitie een strafeis heeft geformuleerd ten aanzien van de 5 aan verdachte ten laste gelegde feiten en de rechtbank alleen de feiten 4 en 5 bewezen acht.
De rechtbank acht gelet op de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting en rekening houdend met de houding van verdachte ten aanzien van het bezit van de valse paspoorten, een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden, waarvan 2 maanden voorwaardelijk, passend en geboden. Hierbij moet het voorwaardelijk strafdeel functioneren als stok achter de deur en zo voorkomen dat verdachte opnieuw in het bezit raakt van valse of vervalste reisdocumenten of identiteitsbewijzen. De rechtbank zal hierbij een proeftijd voor de duur van 2 jaren vaststellen.

8.Beslag

Onder verdachte is een vals Hongaars paspoort aangetroffen. Omdat met betrekking tot dit voorwerp het onder 4 bewezen geachte is begaan en het van zodanige aard is, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang, wordt dit voorwerp onttrokken aan het verkeer.
In het onderzoek naar verdachte zijn tevens twee vuurwapens, munitie en een geluiddemper aangetroffen. Deze voorwerpen kunnen dienen tot het begaan van misdrijven van een zodanige aard, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang. Deze voorwerpen zullen daarom ook worden onttrokken aan het verkeer.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36b, 36c, 36d, 57 en 231 van het Wetboek van Strafrecht.

10.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het onder 4 en 5 ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 4
een reisdocument als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht voorhanden hebben, waarvan hij weet dat het vals is;
Ten aanzien van feit 5
opzettelijk gebruikmaken van een vervalst reisdocument als bedoeld in artikel 1 Wet op de identificatieplicht.
Veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden. Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Beveelt dat een gedeelte, groot
2 (twee) maanden, van deze gevangenisstraf niet tenuitvoergelegd zal worden, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee jaren) vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Verklaart onttrokken aan het verkeer:
7. 1 STK Paspoort (Omschrijving: OP NAAM VAN [naam 1] GEBOREN [geboortedatum] , 5836280, Hongaars);
11. 8 STK Munitie (Omschrijving: 5835977);
12. 3 STK Munitie (Omschrijving: 5835979);
13. 1 STK Geluidsdemper (Omschrijving: 5835980);
14. 1 STK Pistool (Omschrijving: 5835981, merk: Zastava);
15. 1 STK Pistool (Omschrijving: 5835982, merk: Grand Power).
Gelast de teruggave aan verdachte, A. Canaj, van:
9. 1 STK Legitimatiebewijs (Omschrijving: op naam van [verdachte] , 5836152, [land van herkomst] );
18. 1 STK GSM (Omschrijving: 5836202, merk: apple).
Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van:
1. EUR ibg 12-11-19 (Omschrijving: 5836086);
2. 193.850,- EUR ibg 12-11-19 (Omschrijving: 5836082);
3. 1 DS Doos sleeves vanaf stapels geld (Omschrijving: 5836092);
4. 1 STK Speelgoed spinner met micro usb poort (Omschrijving: 5836088);
5. 1 STK Zak folie waar geld in was gewikkeld (Omschrijving: 5836094);
6. 1 STK Zak waar vuurwapen in zat (Omschrijving: 5836095);
8. 1 STK Sleutel, 13-271189-19/80252803-BL21O1 (Omschrijving behorend bij Audi [kentekennummer] , 5836163, merk: Audi);
10. 1 STK Personenauto [kentekennummer] (Omschrijving: 5836010, merk: Audi, chassisnr: [chassisnummer] , bouwjaar 2005);
16. 1 STK GSM (Omschrijving: 5836225, merk: BQ);
17. 2 STK GSM (Omschrijving: 5836206, merk: BQ Aquaris 10).
Dit vonnis is gewezen door
mr. G.M. van Dijk, voorzitter,
mrs. N.J. Koene en F.W. Pieters, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S. Drent, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 12 februari 2020.
De oudste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
[(...)]