ECLI:NL:RBAMS:2020:2045

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
19 maart 2020
Publicatiedatum
30 maart 2020
Zaaknummer
13/752142-19
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Europees strafrecht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Heropening en schorsing van het onderzoek in verband met het coronavirus in een overleveringszaak

In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Amsterdam, gedateerd op 19 maart 2020, wordt de vordering ex artikel 23 Overleveringswet behandeld. De rechtbank heeft het onderzoek heropend en geschorst voor onbepaalde tijd in afwachting van de ontwikkelingen omtrent het coronavirus en de maatregelen die door de Rechtspraak zijn genomen. De vordering betreft een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door Frankrijk op 29 november 2019, met als doel de aanhouding en overlevering van de opgeëiste persoon, die zowel de Nederlandse als de Marokkaanse nationaliteit heeft.

De procesgang omvat verschillende zittingen, waarbij de vordering op 30 januari 2020 voor het eerst werd behandeld. De officier van justitie, mr. N.R. Bakkenes, en de raadsman van de opgeëiste persoon, mr. A. Boumanjal, waren aanwezig. De behandeling werd aangehouden wegens tijdgebrek. Op 14 februari 2020 werd de behandeling voortgezet met een andere officier van justitie, mr. C.L.E. McGivern, en opnieuw werd de behandeling aangehouden om garanties te vragen aan de uitvaardigende autoriteit. Op 5 maart 2020 werd de behandeling opnieuw voortgezet, waarbij de rechtbank de termijn voor uitspraak verlengde.

De rechtbank heeft op 19 maart 2020 besloten het onderzoek te heropenen en te schorsen tot na 6 april 2020, in afwachting van de ontwikkelingen rondom het coronavirus. De opgeëiste persoon en zijn raadsman zullen op de hoogte worden gesteld van de datum van de uitspraak over het verzoek tot overlevering. De uitspraak is gedaan door mr. C. Klomp, voorzitter, en mrs. M. Snijders Blok-Nijensteen en H.G. van der Wilt, rechters, in aanwezigheid van griffier mr. N.M. van Trijp. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/752142-19
RK nummer: 19/6824
Datum uitspraak: 19 maart 2020
TUSSEN- UITSPRAAK
op de vordering ex artikel 23 Overleveringswet (OLW), ingediend door de officier van justitie bij deze rechtbank. Deze vordering dateert van 2 december 2019 en betreft onder meer het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB).
Dit EAB is uitgevaardigd op 29 november 2019 door
le Parquet du Tribunal de Grande Instance de Pontoise - Service de l'Execution des Peines(Frankrijk) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1997,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[adres],
hierna te noemen de opgeëiste persoon.

1.Procesgang

Zitting 30 januari 2020
De vordering is behandeld op de openbare zitting van 30 januari 2020. Het verhoor heeft plaatsgevonden in tegenwoordigheid van de officier van justitie mr. N.R. Bakkenes.
De opgeëiste persoon is bijgestaan door zijn raadsman, mr. A. Boumanjal, advocaat te Utrecht. De rechtbank heeft de behandeling aangehouden omdat in het zittingsrooster onvoldoende tijd resteerde om de behandeling van de vordering voort te zetten. De officier van justitie is in de gelegenheid gesteld om nadere informatie op te vragen bij de uitvaardigende justitiële autoriteit.
Zitting 14 februari 2020
De behandeling van de vordering is, met toestemming van partijen in gewijzigde samenstelling,
voortgezet op de openbare zitting van 14 februari 2020 in tegenwoordigheid van de officier van justitie mr. C.L.E. McGivern. De opgeëiste persoon is bijgestaan door zijn raadsman, mr. A. Boumanjal.
De rechtbank heeft de behandeling aangehouden om de officier van justitie in de gelegenheid te stellen aan de uitvaardigende justitiële autoriteit een garantie te vragen dat de opgeëiste persoon niet in de detentie-instelling in Fresnes zal worden geplaatst.
Zitting 5 maart 2020
De behandeling van de vordering is, met toestemming van partijen in gewijzigde samenstelling,
voortgezet op de openbare zitting van 5 maart 2020 in tegenwoordigheid van de officier van justitie mr. N.R. Bakkenes. De opgeëiste persoon is bijgestaan door zijn raadsman, mr. A. Boumanjal.
De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van artikel 22, eerste lid, OLW uitspraak moet doen met dertig dagen verlengd en heeft vervolgens de termijn waarbinnen zij op grond van artikel 22, derde lid, OLW uitspraak moet doen voor onbepaalde tijd verlengd omdat zij die verlengingen nodig heeft om over de verzochte overlevering te beslissen.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht. De opgeëiste persoon heeft ter zitting verklaard dat de bovenvermelde personalia juist zijn en dat hij zowel de Nederlandse als de Marokkaanse nationaliteit heeft.

3.Heropening en schorsing van het onderzoek

Op de zitting van 5 maart 2020 is aan de opgeëiste persoon en zijn raadsman meegedeeld dat op 19 maart 2020 een uitspraak zal worden gedaan waarin op het overleveringsverzoek zal worden beslist.
Gelet op de maatregelen die met ingang van 17 maart 2020 door de Rechtspraak zijn genomen in verband met de uitbraak van het coronavirus, zal de rechtbank het onderzoek heropenen om op een later moment - na 6 april 2020, zijnde de datum tot wanneer de landelijke maatregelen van kracht zullen zijn - te sluiten en uitspraak te doen.
De opgeëiste persoon en zijn raadsman zullen te zijner tijd worden geïnformeerd over de datum waarop de rechtbank een uitspraak zal doen op het verzoek tot overlevering.

4.Beslissing

HEROPENT EN SCHORSThet onderzoek
voor onbepaalde tijd, maar in ieder geval tot na 6 april 2020, in afwachting van de ontwikkelingen omtrent het coronavirus en de daarmee samenhangende maatregelen die door de Rechtspraak zijn genomen, dan wel de aanvullende maatregelen die nog zullen worden genomen.
BEVEELTde oproeping van de opgeëiste persoon tegen een nog vast te stellen uitspraakdatum en tijdstip, met tijdige kennisgeving aan zijn raadsman.
Aldus gedaan door
mr. C. Klomp, voorzitter,
mrs. M. Snijders Blok-Nijensteen en H.G. van der Wilt, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. N.M. van Trijp, griffier,
en uitgesproken ter openbare zitting van 19 maart 2020.
De oudste en de jongste rechter zijn buiten staat om deze uitspraak mede te ondertekenen.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.