Op 19 maart 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam een tussenuitspraak gedaan in een zaak betreffende een vordering ex artikel 23 van de Overleveringswet (OLW). Deze vordering, ingediend door de officier van justitie mr. N.R. Bakkenes, betreft de behandeling van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat op 24 oktober 2018 is uitgevaardigd door het Parket van de Procureur des Konings te Turnhout, België. De opgeëiste persoon, geboren in 1969, heeft de Nederlandse nationaliteit en is ingeschreven in de Basisregistratie Personen.
De behandeling van de vordering vond plaats op een openbare zitting op 5 maart 2020, waar de opgeëiste persoon werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. A.G.A. Aben. De rechtbank heeft de termijn voor het doen van uitspraak op grond van artikel 22, eerste lid, OLW met dertig dagen verlengd en vervolgens de termijn voor onbepaalde tijd verlengd, in afwachting van de ontwikkelingen rondom de coronamaatregelen.
In de uitspraak heeft de rechtbank besloten het onderzoek te heropenen en te schorsen voor onbepaalde tijd, maar in ieder geval tot na 6 april 2020. Dit besluit is genomen in het licht van de maatregelen die door de Rechtspraak zijn genomen in verband met de uitbraak van het coronavirus. De rechtbank zal de opgeëiste persoon en zijn raadsvrouw tijdig informeren over de datum van de uitspraak op het verzoek tot overlevering.