ECLI:NL:RBAMS:2020:2043

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
19 maart 2020
Publicatiedatum
30 maart 2020
Zaaknummer
13/751735-19
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Europees strafrecht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak inzake de vordering ex artikel 23 Overleveringswet met betrekking tot een Europees aanhoudingsbevel

Op 19 maart 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam een tussenuitspraak gedaan in een zaak betreffende een vordering ex artikel 23 van de Overleveringswet (OLW). Deze vordering, ingediend door de officier van justitie mr. N.R. Bakkenes, betreft de behandeling van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat op 24 oktober 2018 is uitgevaardigd door het Parket van de Procureur des Konings te Turnhout, België. De opgeëiste persoon, geboren in 1969, heeft de Nederlandse nationaliteit en is ingeschreven in de Basisregistratie Personen.

De behandeling van de vordering vond plaats op een openbare zitting op 5 maart 2020, waar de opgeëiste persoon werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. A.G.A. Aben. De rechtbank heeft de termijn voor het doen van uitspraak op grond van artikel 22, eerste lid, OLW met dertig dagen verlengd en vervolgens de termijn voor onbepaalde tijd verlengd, in afwachting van de ontwikkelingen rondom de coronamaatregelen.

In de uitspraak heeft de rechtbank besloten het onderzoek te heropenen en te schorsen voor onbepaalde tijd, maar in ieder geval tot na 6 april 2020. Dit besluit is genomen in het licht van de maatregelen die door de Rechtspraak zijn genomen in verband met de uitbraak van het coronavirus. De rechtbank zal de opgeëiste persoon en zijn raadsvrouw tijdig informeren over de datum van de uitspraak op het verzoek tot overlevering.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/751735-19
RK nummer: 19/4702
Datum uitspraak: 19 maart 2020
TUSSEN- UITSPRAAK
op de vordering ex artikel 23 Overleveringswet (OLW), ingediend door de officier van justitie bij deze rechtbank. Deze vordering dateert van 6 augustus 2019 en betreft onder meer het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB).
Dit EAB is uitgevaardigd op 24 oktober 2018 door het Parket van de Procureur des Konings te Turnhout (België) en het strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1969,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[BRP-adres] ,
hierna te noemen de opgeëiste persoon.

1.Procesgang

De vordering is behandeld op de openbare zitting van 5 maart 2020. Het verhoor heeft plaatsgevonden in tegenwoordigheid van de officier van justitie mr. N.R. Bakkenes. De opgeëiste persoon is bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. A.G.A. Aben, advocaat te Eindhoven.
De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van artikel 22, eerste lid, OLW uitspraak moet doen met dertig dagen verlengd en heeft vervolgens de termijn waarbinnen zij op grond van artikel 22, derde lid, OLW uitspraak moet doen voor onbepaalde tijd verlengd omdat zij die verlengingen nodig heeft om over de verzochte overlevering te beslissen.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht. De opgeëiste persoon heeft ter zitting verklaard dat de bovenvermelde personalia juist zijn en dat hij de Nederlandse nationaliteit heeft.

3.Heropening en schorsing van het onderzoek

Op de zitting van 5 maart 2020 is aan de opgeëiste persoon en zijn raadsvrouw meegedeeld dat op 19 maart 2020 een uitspraak zal worden gedaan waarin op het overleveringsverzoek zal worden beslist.
Gelet op de maatregelen die met ingang van 17 maart 2020 door de Rechtspraak zijn genomen in verband met de uitbraak van het coronavirus, zal de rechtbank het onderzoek heropenen om op een later moment - na 6 april 2020, zijnde de datum tot wanneer de landelijke maatregelen van kracht zullen zijn - te sluiten en uitspraak te doen.
De opgeëiste persoon en zijn raadsvrouw zullen te zijner tijd worden geïnformeerd over de datum waarop de rechtbank een uitspraak zal doen op het verzoek tot overlevering.

4.Beslissing

HEROPENT EN SCHORSThet onderzoek
voor onbepaalde tijd, maar in ieder geval tot na 6 april 2020, in afwachting van de ontwikkelingen omtrent het coronavirus en de daarmee samenhangende maatregelen die door de Rechtspraak zijn genomen, dan wel de aanvullende maatregelen die nog zullen worden genomen.
BEVEELTde oproeping van de opgeëiste persoon tegen een nog vast te stellen uitspraakdatum en tijdstip, met tijdige kennisgeving aan zijn raadsvrouw.
Aldus gedaan door
mr. C. Klomp, voorzitter,
mrs. M. Snijders Blok-Nijensteen en H.G. van der Wilt, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. N.M. van Trijp, griffier,
en uitgesproken ter openbare zitting van 19 maart 2020.
De oudste en de jongste rechter zijn buiten staat om deze uitspraak mede te ondertekenen.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.