Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[naam 1],
[naam 2],
1.[naam 1] ,
[naam 2],
1.De procedure
Beide partijen hebben producties en pleitnota’s in het geding gebracht.
Bij de mondelinge behandeling waren aanwezig:
- [naam 1] en [naam 2] met mr. Smael, mr. Warringa, mr. De Jongh-Ruyters en mr. Schalekamp;
legal directorbij Verizon) met mr. Van Triest, mr. Mulder en mr. Zwartenkot.
2.De feiten in beide zaken
tracking software, die tot doel heeft de productiviteit in onder meer de vervoerssector te verbeteren. Verizon NL bedient de markt in de Benelux. Verizon DE bedient de Duitse markt.
confidentiality’) alsmede een aantal
Post Termination Obligations(artikel 21) en bepalingen over
Other Business Interests(artikel 22)
.
confidentiality’). Blijkens de brief van TrackEasy GmbH van 13 december 2017 is het dienstverband met [naam 2] geëindigd op 31 december 2017.
“Neither party is aware of any further claims which needs to be addressed, after the Termination Date both parties don’t have any further obligations to each other”).
Garden Leave’).
“(potential) breach of contractual obligations”is [naam 1] onder meer meegedeeld dat hij door het hebben van een leidende positie binnen [bedrijf] de artikelen 21 en 22 van zijn arbeidsovereenkomst schendt. [naam 1] is – kort gezegd – gesommeerd schending van die artikelen te staken. [naam 1] heeft niet gereageerd op de brief van 30 mei 2018.
as a final settlement”, “
Although, in the last couple of months my client has received various signals that again you have acted in breach of your contractual restrictions”.
So the total amount payable from Verizon Connect Netherlands towards [naam 1] is €30,256.56. According to the termination agreement signed on 11-04-2018 the competition clauses are not valid anymore, so the € 5.000 withold towards me is not valid either”.
In een e-mail van de advocaat van Verizon NL van 11 maart 2019 is vervolgens opgenomen “
my client is willing to pay you a gross amount of EUR 30,256.56, provided that any and all claims are discharged and no further costs will be compensated.” Een en ander is vastgelegd in een op 12 maart 2019 ondertekende vaststellingsovereenkomst. In artikel 5.1 van deze overeenkomst is onder meer opgenomen:
“
With due observance of the above, the Parties grant each other full and final discharge with regard to the employment contract and/or its termination, the Termination Agreement and anything directly or indirectly arising therefrom. (…)”.
3.Het geschil
1. opheffing van de conservatoire verhaalsbeslagen (de beslagen onder derden, op de woonhuizen van [naam 1] en [naam 2] en op hun aandelen in [bedrijf] );
2. Verizon NL op straffe van dwangsommen te verbieden opnieuw beslag te leggen; en
3. Verizon NL te veroordelen in de kosten van dit geding, te vermeerderen met de wettelijke rente en de nakosten.
Uit de na de mondelinge behandeling gevoerde e-mailcorrespondentie tussen (onder meer) mr. Warringa en de griffier volgt dat vordering 1 (in de dagvaarding onderverdeeld in vordering I., II., en III.) is ingetrokken.
I. [bedrijf] , [naam 1] en [naam 2] te bevelen iedere schending van de bedrijfsgeheimen van Verizon te staken en gestaakt te houden, meer in het bijzonder het openbaar maken en het verspreiden daarvan;
II. [bedrijf] , [naam 1] en [naam 2] te bevelen iedere inbreuk op de auteursrechten van Verizon te staken en gestaakt te houden, meer in het bijzonder het verveelvoudigen en openbaar maken van auteursrechtelijk beschermde documenten;
III. aan de onder I. en II. genoemde bevelen een dwangsom te verbinden;
IV. [bedrijf] , [naam 1] en [naam 2] en/of de gerechtelijk bewaarder te bevelen Verizon inzage te geven in de in beslag genomen bewijsmiddelen en Verizon toe te staan daarvan afschriften te maken, een en ander op straffe van dwangsommen;
V. [bedrijf] , [naam 1] en [naam 2] te gebieden om alle documenten die zijn genoemd in het overzicht van beslagen documenten (producties 15a en 23a) aan Verizon ter vernietiging af te geven;
VI. [bedrijf] , [naam 1] en [naam 2] te gebieden om alle auteursrechtelijk beschermde werken van Verizon NL (zowel fysiek als digitaal) te vernietigen, onder toezicht van een deurwaarder, die een proces-verbaal van vernietiging dient op te maken;
VII. voor recht te verklaren dat [bedrijf] , [naam 1] en [naam 2] hoofdelijk aansprakelijk zijn voor alle kosten die gemoeid zijn met de onder V. en VI. genoemde geboden;
VIII. aan de onder V. en VI. genoemde geboden een dwangsom te verbinden;
IX. [bedrijf] , [naam 1] en [naam 2] te bevelen een door een (register)accountant opgestelde opgave te doen van (a) het totaal aantal in de administratie van [bedrijf] aanwezige auteursrechtelijk beschermde werken van Verizon NL, (b) de namen van de (rechts)personen van wie [bedrijf] de onder (a) genoemde documenten heeft verkregen, en (c) de namen van de (rechts)personen aan wie [bedrijf] de onder (a) genoemde documenten openbaar heeft gemaakt, een en ander op straffe van dwangsommen;
X. [bedrijf] , [naam 1] en [naam 2] hoofdelijk te veroordelen in (a) de proceskosten als bedoeld in de artikelen 1019h en 1019ie van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), waaronder begrepen de advocaatkosten, de kosten ter zake van de conservatoire bewijs- en afgiftebeslagen en de kosten voor de inbewaringgeving, te vermeerderen met de wettelijke rente, en (b) de nakosten;
XI. de termijn voor het instellen van de hoofdzaak als bedoeld in artikel 1019i Rv te bepalen op zes maanden vanaf de betekening van dit vonnis.
1. de door Verizon gelegde bewijsbeslagen onmiddellijk en volledig op te heffen;
2. Verizon te bevelen alle voor opheffing benodigde maatregelen te treffen en te bewerkstelligen dat hetgeen in bewaring is gegeven onmiddellijk aan de advocaten van [bedrijf] , [naam 1] en [naam 2] wordt geretourneerd, een en ander op straffe van dwangsommen;
3. Verizon te veroordelen in de kosten van dit geding (te begroten conform de artikelen 1019h en 1019ie Rv en het liquidatietarief) en in de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
4.De beoordeling
In zaak 1
nahet uitbrengen van de dagvaarding en
nade mondelinge behandeling in dit kort geding de verhaalsbeslagen heeft opgeheven, zoals in de dagvaarding gevorderd, wordt zij in de proceskosten van dit kort geding veroordeeld. Van belang hierbij is dat op grond van een zeer globale beoordeling van vordering 1 niet is uitgesloten dat die vordering zou zijn toegewezen. Met name het beroep van [bedrijf] , [naam 1] en [naam 2] op mogelijke schending van de in artikel 21 Rv opgenomen waarheidsplicht is hiertoe redengevend. Overwogen wordt als volgt.
(1) De cultuur bij Verizon was dat er hard werd gewerkt en dat ’s avonds en in het weekend regelmatig thuis werd gewerkt. [naam 1] maakte werkweken van soms 80 uur. Verizon stelde hiervoor geen laptop ter beschikking en ook geen thuiswerk-verbinding. Om thuis te kunnen werken waren [naam 1] en [naam 2] dan ook gedwongen hun privé laptop en hun privé e-mailadres te gebruiken. Ook andere medewerkers van Verizon gebruikten hun privé e-mailadressen om zakelijk te corresponderen. Overigens is aantoonbaar dat veel e-mails en documenten, nadat die thuis waren bewerkt, ook weer retour zijn gestuurd naar het zakelijke e-mailadres.
(2) Medewerkers van Verizon dienden hun eigen bonusadministratie bij te houden. Ook om die reden waren [naam 1] en [naam 2] gedwongen informatie over klanten etc. naar hun privé e-mailadres te zenden.
(3) [naam 1] heeft pas na het tekenen van de beëindigingsovereenkomst op 11 april 2018 van zijn leidinggevende te horen gekregen dat hij op
Garden Leavemoest. Tot die tijd was hem opgedragen dat hij tot het einde van zijn dienstverband (30 juni 2018) thuis moest werken. Om die reden heeft hij kort voor 11 april 2018 nog een groot aantal documenten naar zichzelf gemaild.
(4) [naam 1] heeft van zijn leidinggevende toestemming gekregen om na zijn uitdiensttreding zijn mobiele telefoon en telefoonnummer mee te nemen. Hij werd om die reden nog regelmatig door klanten van Verizon gebeld. Toen dit uit de hand liep, heeft hij die klanten een e-mail gestuurd om te zeggen dat hij niet meer bij Verizon werkzaam was. In die e-mail is op geen enkele wijze gepoogd die klanten voor zich te winnen. In die e-mail is de naam van [bedrijf] niet genoemd en is niet vermeld dat [naam 1] nu voor [bedrijf] werkt.
(5) Klanten die door [naam 1] werden bediend, hebben ook zelf met hem contact opgenomen omdat zij prijs stelden op voortzetting van zijn dienstverlening (telefonisch of bijvoorbeeld via Linkedin).
(6) Verizon was in april 2018 op de hoogte van de activiteiten van [naam 1] en [naam 2] voor [bedrijf] . In maart 2019 heeft zij met [naam 1] bovendien nog een vaststellingsovereenkomst gesloten waarin finale kwijting is opgenomen. Die finale kwijting had tevens betrekking op de postcontractuele verplichtingen van [naam 1] omdat daar in de aanloop naar het sluiten van die overeenkomst uitdrukkelijk over is onderhandeld.
(8) De hoogte van de schade is door Verizon op geen enkele wijze aannemelijk gemaakt. Dat kan ook niet want [bedrijf] heeft geen klanten van Verizon op onrechtmatige wijze overgenomen. Het staat klanten overigens vrij om aan het einde van de overeengekomen contractperiode over te stappen naar een andere aanbieder, aldus steeds [bedrijf] , [naam 1] en [naam 2] .
thansnog niet is bewezen dat klanten van Verizon op onrechtmatige wijze zijn overgehaald om klant bij [bedrijf] te worden. Uit de hiervoor onder 4.13 onder (4) genoemde e-mail van [naam 1] aan de klanten van Verizon (die door Verizon in het geding is gebracht), volgt voorshands niet dat [naam 1] onrechtmatig handelen kan worden verweten. Het betreft niet meer dan een zakelijke mededeling dat hij niet langer voor Verizon NL werkzaam is. Ook overigens is het maar de vraag – als al kan worden uitgegaan van onrechtmatig handelen – of Verizon schade heeft geleden ten gevolge van het door [naam 1] en [naam 2] aan zichzelf en/of [bedrijf] toezenden van informatie van Verizon. Op grond van al hetgeen [bedrijf] , [naam 1] en [naam 2] – onderbouwd met stukken – naar voren hebben gebracht is geenszins uitgesloten dat (voormalige) klanten van Verizon hen zelf hebben benaderd en/of [bedrijf] , [naam 1] en [naam 2] hen ook hebben mogen benaderen met informatie waarover zij rechtmatig beschikten.
fishing expedition.
redelijk vermoedenhebben dat bedrijfsgeheimen zijn geschonden, maar in dit geval wil dat niet zeggen dat zij reeds
voldoende aannemelijkheeft gemaakt dat hiervan sprake is. Zo hebben [bedrijf] , [naam 1] en [naam 2] gemotiveerd bestreden dat het hier gaat om bedrijfsgeheime informatie als bedoeld in de Wbb. Niet kan worden uitgesloten dat de informatie, althans deels, reeds algemeen bekend is of gemakkelijk toegankelijk en/of geen handelswaarde bezit omdat zij niet geheim is. Evenmin kan op voorhand worden uitgesloten dat Verizon onvoldoende redelijke maatregelen heeft getroffen om de desbetreffende informatie geheim te houden. Tot slot geldt dat, veronderstellenderwijs ervan uitgaande dat [naam 1] en [naam 2] bedrijfsgeheime informatie naar zichzelf hebben gemaild, nog niet vaststaat dat zij deze informatie ook daadwerkelijk op onrechtmatige wijze hebben gebruikt. Pas als inzage en afgifte heeft plaatsgevonden, kan worden beoordeeld of voldoende aannemelijk is dat de Wbb is geschonden. Vordering I zal daarom ook worden afgewezen.
5.De beslissing
€ 157,- aan salaris advocaat, te vermeerderen met € 82,- en de kosten van het betekeningsexploot ingeval betekening van dit vonnis plaatsvindt,