ECLI:NL:RBAMS:2020:2016

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
13 maart 2020
Publicatiedatum
27 maart 2020
Zaaknummer
RK 19/5680
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • R.C.J. Hamming
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Klaagschrift ex artikel 552a Sv betreffende teruggave van in beslag genomen goederen

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 13 maart 2020 uitspraak gedaan op een klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van klager, geboren in 1991, die verzocht om teruggave van in beslag genomen goederen. Het klaagschrift werd op 4 oktober 2019 ingediend en het Openbaar Ministerie heeft op 18 februari 2020 schriftelijk zijn standpunt kenbaar gemaakt. Tijdens de openbare raadkamer op 28 februari 2020 zijn klager, zijn raadsvrouw mr. M.S. Kat, en de officier van justitie mr. J. van der Meij gehoord.

Klager verzocht om de teruggave van verschillende in beslag genomen voorwerpen, waaronder een Samsung tablet en een BQ telefoon, die inmiddels aan hem waren geretourneerd. Klager stelde dat er ook andere goederen, zoals Ov-kaarten en een geldbedrag, in beslag waren genomen tijdens een doorzoeking op 9 september 2019, maar deze waren niet teruggegeven. De officier van justitie stelde dat klager niet ontvankelijk verklaard moest worden, omdat het beslag op de geretourneerde goederen was geëindigd en er geen andere in beslag genomen goederen waren.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de in beslag genomen Samsung tablet en BQ telefoon aan klager zijn teruggegeven en dat er geen bewijs was dat er andere goederen in beslag waren genomen. Gelet op artikel 134 lid 2 sub a Sv heeft de rechtbank geoordeeld dat het beslag is geëindigd en dat klager niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn klaagschrift. De beslissing is openbaar uitgesproken en klager heeft de mogelijkheid om binnen veertien dagen beroep in cassatie aan te tekenen bij de Hoge Raad.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
RK: 19/5680
Beschikking op het klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:
[klager] ,
geboren op [geboortedag] 1991 te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ),
wonende op het adres [adres 1] , [plaats] ,
woonplaats kiezend op het kantooradres van zijn raadsman,
mr. N.D. de Fluiter,
[adres 2] , [plaats] ,
klager, tevens beslagene.

1.Procesgang

Het klaagschrift is op 4 oktober 2019 ter griffie van deze rechtbank ontvangen.
Het Openbaar Ministerie heeft op 18 februari 2020 schriftelijk zijn standpunt kenbaar gemaakt.
De rechtbank heeft op 28 februari 2020 klager, zijn raadsvrouw, mr. M.S. Kat, en de officier van justitie, mr. J. van der Meij, in openbare raadkamer gehoord.

2.Inhoud van het klaagschrift

Het klaagschrift strekt tot teruggave de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
  • Samsung tablet SMT580;
  • BQ roze;
  • Kaapstad vervoerskaart (Zuid-Afrika);
  • Ov-kaart Seoul (Zuid Korea);
  • Beijing metrokaart (China);
  • Budapest Ov-kaart;
  • Dubai metrokaart;
  • Alesund Ov-kaart (Noorwegen);
  • Lissabon Ov-kaart;
  • London Ov-kaart; en
  • Een geldbedrag van € 240,- in buitenlandse valuta.
De raadsvrouw van klager heeft naar aanleiding van het standpunt van het Openbaar Ministerie en ter toelichting op het klaagschrift kort samengevat het volgende aangevoerd. De Samsung tablet en BQ telefoon zijn geretourneerd aan klager. De overige goederen zijn nog niet geretourneerd en klager persisteert in zijn standpunt dat die goederen ook in beslag zijn genomen tijdens de doorzoeking op 9 september 2019. De Ov-kaarten en het geldbedrag lagen in een tasje dat na de doorzoeking niet meer is teruggevonden. Klager heeft in openbare raadkamer verklaard dat hij erg veel van reizen houdt. Hij had Ov-kaarten van landen die hij had bezocht en hij beschikte over buitenlands geld. Hij had deze spullen in een tas in een la gestopt. Klager is na de doorzoeking 36 uur vastgehouden en zijn huisgenoot is pas 48 uur na hem vrijgelaten. In de periode dat hij is vastgehouden is er niemand in de woning geweest. De goederen zijn door de politie in beslag genomen. Klager is rechthebbende op de in beslag genomen goederen en verzoekt de teruggave van de goederen, nu er geen strafvorderlijk belang zich verzet tegen de teruggave van de goederen.

3.Standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie heeft – onder verwijzing naar het schriftelijk standpunt van het Openbaar Ministerie – verklaard dat klager niet ontvankelijk moet worden verklaard.
Er is een onderzoek gestart met de naam [naam onderzoek] over de handel in verdovende middelen. Er hebben een aantal observaties plaatsgevonden en uiteindelijk heeft er een doorzoeking op 9 september 2019 plaatsgevonden in de woning van klager op de [adres 1] te [plaats] . In die woning werden medeverdachte [medeverdachte] en klager aangetroffen en aangehouden. Tijdens deze doorzoeking zijn onder meer een aantal goederen van klager in beslag genomen op grond van art. 94 Sv. De Samsung tablet en BQ telefoon zijn reeds aan klager geretourneerd. De politie heeft aangegeven dat zij verder geen Ov-kaarten dan wel buitenlandse geldbedragen in beslag hebben genomen tijdens deze doorzoeking. Nu de wel in beslag genomen goederen, te weten de tablet en de BQ telefoon, door de politie zijn teruggegeven, is ingevolge art. 134 lid 2 sub a Sv het beslag geëindigd en kan hier derhalve niet meer over geklaagd worden. Klager dient niet ontvankelijk verklaard te worden in de behandeling van zijn klaagschrift.

4.De beoordeling

Uit de stukken en het verhandelde in raadkamer is het volgende gebleken.
Op 9 september 2019 zijn op de voet van artikel 94 Sv voornoemde Samsung tablet SMT580 en BQ telefoon in beslag genomen. Deze goederen zijn inmiddels geretourneerd aan klager. De rechtbank heeft geconstateerd dat uit het dossier niet blijkt dat er naast deze goederen Ov-kaarten en/of geldbedragen in buitenlandse valuta in beslag zijn genomen. Aangezien de in beslag genomen voorwerpen al aan klager zijn teruggegeven, is gelet op art. 134 lid 2 sub a Sv het beslag geëindigd.
Klager dient dan ook niet-ontvankelijk in zijn beklag te worden verklaard.

5.De beslissing

De rechtbank komt tot de volgende beslissing.
De rechtbank verklaart klager
niet-ontvankelijkin zijn beklag.
Deze beslissing is gegeven door
mr. R.C.J. Hamming, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. C.T. St Rose, griffier
en in het openbaar uitgesproken op 13 maart 2020.
Tegen de beslissing van deze rechtbank staat voor klager beroep in cassatie bij de Hoge Raad open,
in te stellen bij de griffie van deze rechtbank,
binnen veertien (14) dagen na betekening van deze beschikking.