Op 26 maart 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam een tussenuitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door de Rechtbank van Eerste Aanleg Antwerpen op 29 oktober 2019. De vordering tot overlevering werd ingediend door de officier van justitie op 6 november 2019. De opgeëiste persoon, geboren in 1993, heeft de Nederlandse nationaliteit en is ingeschreven in de Basisregistratie Personen. Tijdens de openbare zitting op 12 maart 2020 was de officier van justitie, mr. K. van der Schaft, aanwezig, evenals de raadsman van de opgeëiste persoon, mr. L.A.R. Newoor.
De rechtbank heeft de termijn voor het doen van uitspraak verlengd, zowel op grond van artikel 22, eerste lid, als artikel 22, derde lid, van de Overleveringswet (OLW). Dit was noodzakelijk om voldoende tijd te hebben om over de verzochte overlevering te beslissen. Gezien de uitbraak van het coronavirus en de maatregelen die door de Rechtspraak zijn genomen, heeft de rechtbank besloten het onderzoek te heropenen en te schorsen tot na 6 april 2020. De opgeëiste persoon en zijn raadsman zullen op de hoogte worden gesteld van de datum van de uitspraak.
In de beslissing heeft de rechtbank bepaald dat het onderzoek voor onbepaalde tijd wordt heropend en geschorst, in afwachting van verdere ontwikkelingen omtrent het coronavirus en de maatregelen die door de Rechtspraak zijn genomen. Tevens is bevolen dat de opgeëiste persoon zal worden opgeroepen voor een nader te bepalen uitspraakdatum, met tijdige kennisgeving aan zijn raadsman. De uitspraak is gedaan door de voorzitter, mr. A.W.C.M. van Emmerik, en de rechters mrs. M. Snijders Blok-Nijensteen en M.J. Alink, in aanwezigheid van griffier mr. D. Gigengack.