ECLI:NL:RBAMS:2020:1945

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
24 maart 2020
Publicatiedatum
25 maart 2020
Zaaknummer
13/751855-19
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak inzake Europees aanhoudingsbevel in verband met de uitbraak van het coronavirus

Op 24 maart 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam een tussenuitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door de Procureur de la République près le Tribunal de Grande Instance de Lille in Frankrijk. De zaak betreft de opgeëiste persoon, geboren in Marokko in 1981, die in Nederland verblijft. De vordering tot overlevering is ingediend door de officier van justitie op 11 oktober 2019. Tijdens de openbare zitting op 10 maart 2020 werd de identiteit van de opgeëiste persoon bevestigd, en hij verklaarde zowel de Nederlandse als de Marokkaanse nationaliteit te bezitten.

De rechtbank heeft de termijn voor het doen van uitspraak verlengd, eerst met dertig dagen en vervolgens voor onbepaalde tijd, vanwege de maatregelen die zijn genomen in verband met de uitbraak van het coronavirus. De rechtbank heeft besloten het onderzoek te heropenen en te schorsen tot na 6 april 2020, in afwachting van verdere ontwikkelingen en maatregelen van de Rechtspraak. De opgeëiste persoon en zijn raadsvrouw zullen op de hoogte worden gesteld van de datum van de uitspraak over het verzoek tot overlevering.

In de beslissing heeft de rechtbank de oproeping van de opgeëiste persoon bevolen tegen een nog vast te stellen datum en tijdstip, met tijdige kennisgeving aan zijn raadsvrouw. De uitspraak is gedaan door de voorzitter en twee andere rechters, en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze uitspraak volgens artikel 29, tweede lid, van de Overleveringswet.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/751855-19
RK nummer: 19/5817
Datum uitspraak: 24 maart 2020
TUSSEN-UITSPRAAK
op de vordering ex artikel 23 Overleveringswet (OLW), ingediend door de officier van justitie bij deze rechtbank. Deze vordering dateert van 11 oktober 2019 en betreft onder meer het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB).
Dit EAB is uitgevaardigd op 6 augustus 2019 de Procureur de la République près le Tribunal de Grande Instance de Lille (Frankrijk) en het strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon]
geboren te [geboorteplaats] (Marokko) op [geboortedag] 1981,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[adres],
hierna te noemen de opgeëiste persoon.

1.Procesgang

De vordering is behandeld op de openbare zitting van 10 maart 2020. Het verhoor heeft plaatsgevonden in tegenwoordigheid van de officier van justitie mr. C.L.E. McGivern. De opgeëiste persoon is bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. H. de Kroon, advocaat te Hilversum.
De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van artikel 22, eerste lid, OLW uitspraak moet doen met dertig dagen verlengd en heeft vervolgens de termijn waarbinnen zij op grond van artikel 22, derde lid, OLW uitspraak moet doen voor onbepaalde tijd verlengd omdat zij die verlengingen nodig heeft om over de verzochte overlevering te beslissen.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht. De opgeëiste persoon heeft ter zitting verklaard dat de bovenvermelde personalia juist zijn en dat hij de Nederlandse en Marokkaanse nationaliteit heeft.

3.Heropening en schorsing van het onderzoek

Op de zitting van 10 maart 2020 is aan de opgeëiste persoon en zijn raadsvrouw meegedeeld dat op 24 maart 2020 op het overleveringsverzoek zal worden beslist.
Gelet op de maatregelen die met ingang van 17 maart 2020 door de Rechtspraak zijn genomen in verband met de uitbraak van het coronavirus, zal de rechtbank het onderzoek heropenen om op een later moment – na 6 april 2020, zijnde de datum tot wanneer de landelijke maatregelen van kracht zullen zijn – te sluiten en uitspraak te doen.
De opgeëiste persoon en zijn raadsvrouw zullen te zijner tijd worden geïnformeerd over de datum waarop de rechtbank een uitspraak zal doen op het verzoek tot overlevering.

4.Beslissing

HEROPENT EN SCHORSThet onderzoek
voor onbepaalde tijd, maar in ieder geval tot na 6 april 2020, in afwachting van de ontwikkelingen omtrent het coronavirus en de daarmee samenhangende maatregelen die door de Rechtspraak zijn genomen, dan wel de aanvullende maatregelen die nog zullen worden genomen.
BEVEELTde oproeping van de opgeëiste persoon tegen een nog vast te stellen uitspraakdatum en tijdstip, met tijdige kennisgeving aan zijn raadsvrouw.
Aldus gedaan door
mr. A.K. Glerum, voorzitter,
mrs. C. Klomp en M.E.M. James-Pater, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. A.T.P. van Munster, griffier,
en uitgesproken ter openbare zitting van 24 maart 2020.
De leden van de combinatie en de griffier zijn buiten staat deze uitspraak te ondertekenen.
Gezien en namens dezen,
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.