Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Södertörn Public Prosecution Office in Stockholm(Zweden) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
a decision taken by Svea Court of Appeal in Sweden on 04-06-2019 in case B 11810-17 to issue a warrant for [opgeëiste persoon] arrest in his absence.
Södertälje Courtvrijgesproken van de feiten waarop het EAB betrekking heeft. Het Zweedse Openbaar Ministerie is vervolgens in hoger beroep gegaan. Het EAB is ongenoegzaam omdat in het geheel geen melding wordt gemaakt van het vrijsprekende vonnis in eerste aanleg, terwijl dit zeer relevante informatie is.
the Svea Court of Appeal.Deze grondslag dateert dus van ná het vonnis in eerste aanleg van 16 november 2017 en ziet op de procedure in hoger beroep. Door het vermelden van deze beslissing van 4 juni 2019 is het EAB wat betreft de grondslag ervan genoegzaam. Hoewel de informatie dat de opgeëiste persoon in eerste aanleg is vrijgesproken het verloop van de Zweedse strafprocedure en de aanloop naar dit EAB verduidelijkt, leidt het niet opnemen van deze informatie in het EAB niet tot ongenoegzaamheid van de stukken. Het verweer wordt verworpen.
4.Strafbaarheid
5.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, OLW
6.Fair trial
“the prosecution will only present video recordings from the district court trial and none of the parties have invoked any new hearings with witnesses or parties and I will not invoke any new hearings with the aforementioned, including [opgeëiste persoon] .). Dat de opgeëiste persoon niet zal worden gehoord, houdt derhalve uitdrukkelijk verband met zijn procesopstelling in de Zweedse procedure. Enige aanwijzing dat tekort zal worden gedaan aan zijn recht op een eerlijk proces in Zweden kan hieruit niet worden afgeleid. Ook in zoverre faalt het verweer.
7.Evenredigheid van het EAB en verzoek om aanhouding
video conference linkkan worden gehoord door het Zweedse gerechtshof. De opgeëiste persoon is recentelijk opgeroepen voor zittingen op 3 en 5 maart 2020. De Zweedse autoriteiten hebben deze
the Svea Court of Appealaan de raadsvrouw van de opgeëiste persoon staat onder andere de volgende vraag:
video conference linkin een e-mail van 9 maart 2020 onder andere het volgende:
video conference linkin beginsel tot de mogelijkheden behoort, terwijl uit de e-mail van
the Svea Court of Appealvan 13 februari 2020 volgt dat daartoe kennelijk ook de bereidheid bestaat in de zaak van de opgeëiste persoon.
the Svea Court of Appealgeeft aanleiding om – mede gelet op onder meer de persoonlijke belangen van de opgeëiste persoon en de gevolgen voor hem en zijn gezin in geval van overlevering – het onderzoek te heropenen en te schorsen om de opgeëiste persoon en zijn raadsvrouw eenmalig in de gelegenheid te stellen na te gaan of de uitvaardigende justitiële autoriteit bereid is om het EAB in te trekken dan wel op te schorten in geval van het bijwonen van de procedure in hoger beroep door de opgeëiste persoon vanuit Nederland via een
video conference link.
8.Beslissing
SCHORSThet onderzoek ter zitting
voor onbepaalde tijd, met dien verstande dat de behandeling, uiterlijk, over ongeveer één maand dient te worden voortgezet,om de opgeëiste persoon en zijn raadsvrouw in de gelegenheid te stellen na te gaan of de uitvaardigende justitiële autoriteit bereid is het EAB in te trekken of op te schorten in geval van het bijwonen van de procedure in hoger beroep door de opgeëiste persoon vanuit Nederland via een
video conference link.
over ongeveer één maand, met tijdige kennisgeving daarvan aan zijn raadsvrouw.