ECLI:NL:RBAMS:2020:1941

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
13 maart 2020
Publicatiedatum
25 maart 2020
Zaaknummer
8087227 CV EXPL 19-20548
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van huurovereenkomst wegens hennepplantage en de gevolgen van dwang

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 13 maart 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen de stichting Woningstichting Rochdale en een huurder, aangeduid als [eiser]. De zaak betreft de ontbinding van een huurovereenkomst vanwege de ontdekking van een hennepkwekerij in de gehuurde woning. De huurder had de woning sinds 14 december 2011 in gebruik en op 20 mei 2019 werd de hennepkwekerij ontdekt, wat leidde tot een kort geding waarin de huurder werd veroordeeld tot ontruiming. De huurder vorderde in deze procedure dat de ontbinding van de huurovereenkomst onrechtmatig was en dat deze ongedaan moest worden gemaakt, terwijl Rochdale in reconventie ontbinding van de huurovereenkomst vorderde.

Tijdens de zitting op 13 februari 2020 heeft de huurder zijn standpunt toegelicht, waarbij hij stelde dat hij onder dwang de hennepkwekerij had moeten toestaan. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de huurder onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn stelling dat hij onder dwang handelde. De rechter heeft vastgesteld dat de huurder zich bewust was van de hennepkwekerij en dat de omstandigheden, waaronder de diefstal van elektriciteit, een ernstige tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst vormden. De kantonrechter heeft de belangen van de huurder afgewogen tegen de ernst van de tekortkoming en geconcludeerd dat de huurovereenkomst terecht is ontbonden.

De kantonrechter heeft de vorderingen van de huurder afgewezen en hem veroordeeld in de proceskosten van Rochdale. De huurovereenkomst is ontbonden, en de ontruiming van de woning blijft in stand. Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 8087227 CV EXPL 19-20548
vonnis van: 13 maart 2020
fno.: 8622

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

[eiser]

wonende te Amsterdam
eiser
nader te noemen: [eiser]
gemachtigde: mr. A. Hashem Jawaheri
t e g e n

de stichting Woningstichting Rochdale

gevestigd te Amsterdam
gedaagde
nader te noemen: Rochdale
gemachtigde: mr. S. Wijnekus

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

[eiser] heeft Rochdale gedagvaard op 27 september 2019. Bij de dagvaarding zijn bijlagen gevoegd. Rochdale heeft op de dagvaarding gereageerd. Daarbij zijn stukken in het geding gebracht en Rochdale heeft ook een tegenvordering ingesteld.
Vervolgens is een tussenvonnis gewezen en een datum bepaald voor een zitting. Deze mondelinge behandeling heeft plaats gevonden op 13 februari 2020. [eiser] is daar verschenen, bijgestaan door een tolk en vergezeld door zijn gemachtigde. Namens Rochdale is verschenen mevrouw [naam] , samen met de gemachtigde. Partijen hebben ter zitting hun standpunten toegelicht. Na verder debat is vonnis gevraagd en is een datum voor vonnis bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten

1. Als gesteld en erkend of niet (voldoende) weersproken, staat in dit geding het volgende vast:
1.1.
Met ingang van 14 december 2011 verhuurt Rochdale aan [eiser] de woning gelegen aan de [adres] in [plaats] .
1.2.
Op 20 mei 2019 is in het gehuurde een hennepkwekerij aangetroffen. De politie heeft van de ontmanteling van deze kwekerij proces-verbaal opgemaakt. Daarin staat onder meer dat 50 planten en 12 assimilatielampen zijn aangetroffen in de als kweekruimte ingerichte woonkamer. Ook is vermeld dat sprake was van diefstal van elektriciteit. Op aangehechte foto’s is zichtbaar dat de kweekruimte volledig geïsoleerd was, dat er ventilatie was geïnstalleerd en dat een veelheid aan elektriciteitssnoeren was aangelegd. Tenslotte is vermeld dat de slaapkamer en de keuken bewoond werden.
1.3.
Bij vonnis in kort geding van 12 september 2019 heeft de kantonrechter te Amsterdam [eiser] veroordeeld tot ontruiming.
1.4.
Op 11 oktober 2019 is het gehuurde door de deurwaarder ontruimd.

vordering en verweer in conventie

2. [eiser] vordert bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
te verklaren voor recht dat de ontbinding van de huur onrechtmatig was;
te verklaren voor recht dat de ontbinding ongedaan moet worden gemaakt;
te verklaren voor recht dat Rochdale aansprakelijk is voor de schade die [eiser] heeft geleden;
Rochdale te veroordelen tot toewijzing aan [eiser] van het gehuurde of als dat niet meer beschikbaar is een vergelijkbare woning, op straffe van een dwangsom.
Bij dit alles moet Rochdale in de proceskosten worden veroordeeld, aldus [eiser] .
3. Aan de vorderingen legt [eiser] kort gezegd te grondslag dat met de aangetroffen hennepkwekerij weliswaar sprake is van een tekortkoming, maar dit is onder de gegeven omstandigheden onvoldoende voor beëindiging van de huurovereenkomst.
4. Rochdale voert verweer tegen de vorderingen. Op dat verweer zal bij de beoordeling, voor zover van belang, worden ingegaan.

vordering en verweer in reconventie

5. In reconventie vordert Rochdale ontbinding van de huurovereenkomst met veroordeling van [eiser] in de proceskosten.
6. [eiser] voert daartegen verweer, dat samenvalt met de stellingen in conventie.

beoordeling in conventie en reconventie

7. De eerste twee vorderingen van [eiser] zijn niet toewijsbaar, omdat de huurovereenkomst nog bestaat, ondanks het feit dat het gehuurde is ontruimd.
8. Wat dan in essentie beoordeeld moet worden, is of de huurovereenkomst ook nu in stand moet blijven en of de ontruiming moet worden teruggedraaid.
9. [eiser] erkent dat zich in het gehuurde met zijn medeweten een hennepkwekerij bevond. Ook wordt erkend dat elektriciteit werd afgenomen buiten de meter om. Van algemene bekendheid is dat dit brandgevaarlijk is. De enkele stelling van [eiser] dat hier geen sprake was van brandgevaar is onvoldoende om hier anders tegenaan te kijken. Integendeel: de in werking zijnde kwekerij met assimilatielampen en de (op foto’s zichtbare) wirwar van elektriciteitsdraden bevestigt alleen maar het brandgevaar in dit concrete geval. Het namens [eiser] ingenomen standpunt dat enkel sprake was van waterlekkage in een toch al oud gebouw is dus een misplaatste afzwakking van wat zich hier heeft voorgedaan. Er is sprake van een ernstige tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst.
10. De ernst van die tekortkoming moet dan nog worden afgewogen tegen het woonbelang van [eiser] , om te beoordelen of ontbinding van de huurovereenkomst gerechtvaardigd is. Alle omstandigheden van het geval kunnen daarbij een rol kunnen spelen. Naast het algemene belang bij een woning heeft [eiser] in dat kader aangevoerd dat hij – kort gezegd – is gedwongen de kwekerij te plaatsen en exploiteren. Deze dwang heeft hij alleen niet voldoende onderbouwd. In de dagvaarding staat alleen dat misbruik is gemaakt van zijn verminderde geestelijke gesteldheid, zonder uit te leggen wat er dan precies is gebeurd. Ter zitting is dit meer concreet geworden: [eiser] heeft verwezen naar een aangifte waaruit blijkt dat hij zich bij de politie heeft gemeld vanwege ontvoering. De bij die ontvoering betrokkenen zouden na de aangifte bij [eiser] verhaal zijn komen halen. Ook zou hij mensen geld schuldig zijn waardoor hij geen andere uitweg zag. De aangifte dateert echter van april 2017, terwijl de hennepkwekerij volgens [eiser] pas in 2019 is geplaatst. Een toelichting wat dan het verband tussen deze zaken is, is ter zitting niet gegeven. [eiser] heeft onvoldoende onderbouwd dat hij niet anders kon dan de hennepkwekerij in zijn woning toestaan. Als al ongeoorloofde druk op hem werd uitgeoefend had hij naar de politie kunnen en moeten gaan, zoals hij dat eerder in 2017 ook had gedaan.
11. Nu de gestelde dwang niet voldoende is onderbouwd, hoeft niet te worden beoordeeld of deze aan ontbinding in de weg zou staan. Het dan resterende algemene belang bij een woning – hoe klemmend ook – weegt niet op tegen de ernst van de tekortkoming. Dat betekent dat de huurovereenkomst zal worden ontbonden en dat de ontruiming in stand blijft.
12. Nu [eiser] ongelijk krijgt, moet hij de proceskosten van Rochdale betalen. Gezien de samenhang tussen de vorderingen en de tegenvordering zal maar één kostenveroordeling worden uitgesproken.

BESLISSING

De kantonrechter:
in conventie:
wijst het gevorderde af;
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de kant van Rochdale begroot op
€ 360,00 aan salaris gemachtigde;
veroordeelt [eiser] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 60,00 aan salaris gemachtigde, te verhogen met een bedrag van € 68,00 en de explootkosten van betekening van het vonnis, een en ander voor zover van toepassing inclusief btw, onder de voorwaarde dat [eiser] niet binnen veertien dagen na aanschrijving volledig aan dit vonnis heeft voldaan en betekening van het vonnis pas na veertien dagen na aanschrijving heeft plaatsgevonden;
verklaart de proceskostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
in reconventie:
ontbindt de huurovereenkomst tussen [eiser] en Rochdale met betrekking tot de woning aan Gravestein 542 in Amsterdam.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.W. Inden, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 13 maart 2020 in aanwezigheid van de griffier.