Op 24 maart 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van diverse vermogensdelicten, waaronder heling, verduistering en diefstal. De rechtbank heeft de zaak behandeld naar aanleiding van een terechtzitting op 10 maart 2020, waar de officier van justitie, mr. G. Dankers, en de raadsman van de verdachte, mr. N.M. van Wersch, hun standpunten hebben gepresenteerd. De tenlastelegging omvatte onder andere de heling van een bankpas en creditcard, auto-inbraken en diefstal van beveiligingscamera's. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van enkele feiten wegens onvoldoende bewijs, maar heeft hem wel schuldig bevonden aan verduistering en diefstal. De rechtbank heeft rekening gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn huidige werk en aanstaande vaderschap. Uiteindelijk is de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden met een proeftijd van één jaar, en een onvoorwaardelijke taakstraf van 70 uur. Daarnaast is er een schadevergoeding toegewezen aan de benadeelde partij, [persoon 2], voor materiële schade.