Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[eiser sub 1] ,
[eiser sub 2],
[eiser sub 3],
1.De procedure
- de dagvaarding van 30 oktober 2018, met producties,
- de conclusie van antwoord aan de zijde van [gedaagde sub 1] , met producties,
- de conclusie van antwoord, tevens houdende (voorwaardelijke) eis in reconventie aan de zijde van Beseton, met producties,
- het tussenvonnis van 10 juli 2019, waarbij een comparitie van partijen is gelast,
- de conclusie van antwoord in (voorwaardelijke) reconventie, met een productie,
- het proces-verbaal van de comparitie van 6 februari 2020 en de daarin vermelde stukken,
- de brief van mr. Brand van 18 februari 2020 met opmerkingen over het proces-verbaal,
- de brief van mr. Sliphorst-Dekker van 21 februari 2020 met opmerkingen over het proces-verbaal.
2.De feiten
www.funda.nlen jullie web site
[website]onze voormalige woning op [adres] tegengekomen. Er staat dat het sinds 15-juni-2017 (na twee weken van de overdracht) te koop is voor een vraag prijs van 350.000 euro (meer dan 72.500 euro dat wij hebben gekregen).
binnen twee werkdagente bevestigen dat u vrijwillig zult meewerken aan de teruglevering van voornoemde woning op de meest kort mogelijke termijn, bij gebreke waarvan ik opdracht heb gekregen omgaand een kort geding procedure aanhangig te maken waarin e.e.a. zal worden gevorderd, met inschrijving van het vonnis in het daartoe bestemde register in de plaats van een notariële transportakte. (…)”.
5 De beoordeling in conventie(…)
DE KLACHT
rb:[gedaagde sub 1] ) heeft in opdracht van klagers de verkoop van hun woning ter hand genomen. De omstandigheid dat de koper van de woning, Beseton BV, een bestaande klant van haar was en dat deze, naast anderen, heeft getipt over de bij haar in verkoop zijnde woning van klagers had voor beklaagde aanleiding moeten zijn zulks onmiddellijk aan klagers te melden. Door dit laatste niet aan klagers te melden heeft zij de schijn van belangenverstrengeling op zich geladen. Daarmee heeft zij artikel 6 van de Erecode overtreden.
rb:[naam 1] ) , die klagers heeft geadviseerd de woning aan een belegger/investeerder te verkopen en die vervolgens de woning tezamen met de bestuurder van Beseton heeft bezocht, alsook met klager heeft gecorrespondeerd over een bod dat Beseton op de woning had uitgebracht en de bevindingen van Beseton aangaande de staat van het pand. Immers, Beseton was een bestaande klant van beklaagde en beklaagde heeft zelf erkend dat zij op de hoogte was van de familierelatie tussen beklaagde sub 2 en de bestuurder van Beseton. In tegenstelling tot hetgeen beklaagde heeft gesteld heeft zij beklaagde sub 2 derhalve niet meteen ‘van de zaak gehaald’ toen bleek Beseton een geïnteresseerde gegadigde was. Zowel beklaagde sub 1 als beklaagde sub 2 hebben klagers niet van die familierelatie op de hoogte gesteld.
gegrond.(…)”.
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
in conventie
Gedaagden betwisten dit gemotiveerd. Zij hebben in dat verband het volgende aangevoerd. De door Beseton betaalde koopprijs van € 277.500 is een eerlijke, goede en marktconforme prijs voor de woning. Ter onderbouwing wijzen zij in het bijzonder op het in opdracht van Beseton opgestelde taxatierapport en de bestaande funderingsproblemen. Uit het taxatierapport van de heer Van der Putten volgt dat de waarde van de woning op 1 maart 2017 € 280.000 bedroeg, welk bedrag nauwelijks afwijkt van het door Beseton betaalde bedrag. Dit taxatierapport is gevalideerd door het NWWI (Nederlands Woning Waarde Instituut) en [eisers] heeft daartegen geen ander taxatierapport ingebracht, zodat hier vanuit moet worden gegaan. Daarbij komt dat op het moment van peildatum de ernst en de complexiteit van de funderingsproblemen nog niet duidelijk was, dat is nadien pas gebleken. De waarde van de woning was dus waarschijnlijk lager dan € 280.000.
kantoekennen. Aangezien [eisers] de woning juist wilde verkopen, zij daarom een makelaar heeft ingeschakeld, én niet stelt dat zij, het onrechtmatig handelen van Beseton weggedacht, de woning niet zou hebben verkocht, is de rechtbank van oordeel dat de gevorderde schadevergoeding in natura niet passend is. Deze vordering zal dan ook worden afgewezen.
1.086,00(2,0 punt × tarief € 543,00)