Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Vrijspraak
4.Beslissing
mr. C.P. Bleeker, voorzitter,
Rechtbank Amsterdam
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 5 maart 2020, is de verdachte vrijgesproken van het voorhanden hebben van een pistoolmitrailleur en een patroonmagazijn. De zaak kwam voort uit een schietincident op 15 maart 2018 in Amsterdam, waarbij een persoon met een automatisch vuurwapen werd beschoten. Tijdens het onderzoek naar het schietincident werd een automatisch wapen met een patroonmagazijn aangetroffen, waarop DNA-materiaal van de verdachte werd gevonden. De officier van justitie vorderde vrijspraak voor het voorhanden hebben van de pistoolmitrailleur, maar stelde dat het patroonmagazijn wel bewezen kon worden geacht. De verdediging betwistte echter dat het DNA-materiaal van de verdachte op het patroonmagazijn voldoende bewijs was voor beschikkingsmacht over het wapen.
De rechtbank overwoog dat, hoewel er een match was tussen het DNA-materiaal op het patroonmagazijn en het DNA-profiel van de verdachte, er geen ander bewijs was dat de beschuldiging ondersteunde dat de verdachte het wapen of patroonmagazijn voorhanden had. De rechtbank concludeerde dat de enkele aanwezigheid van het DNA-materiaal onvoldoende was om te bewijzen dat de verdachte beschikkingsmacht had over het wapen of het patroonmagazijn. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten.