ECLI:NL:RBAMS:2020:1815
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een vordering tot betaling op basis van algemene voorwaarden bij pechhulp lidmaatschap
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 2 maart 2020 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen ANWB B.V. als eisende partij en een consument als gedaagde partij, die niet verschenen was. De eisende partij vorderde betaling van € 35,00, vermeerderd met rente en kosten, op basis van een tussen partijen gesloten overeenkomst. De vordering was gegrond op de algemene voorwaarden die bij een verplicht lidmaatschap voor pechhulp horen. De kantonrechter heeft ambtshalve de vordering afgewezen, omdat deze niet voldeed aan de wettelijke (pre)contractuele informatieverplichtingen. De dagvaarding voldeed niet aan de eisen van artikel 111 lid 2 onder d Rv, omdat niet was aangetoond dat de gedaagde partij op de hoogte was van de voorwaarden van de overeenkomst. De eisende partij had de gedaagde partij niet voldoende geïnformeerd over de verplichtingen die voortvloeiden uit het lidmaatschap, en er was geen bewijs dat de gedaagde partij uitdrukkelijk had ingestemd met deze aanvullende dienst. De kantonrechter oordeelde dat de vordering niet voor toewijzing in aanmerking kwam, omdat de overeenkomst niet correct was aangetoond en de gedaagde partij niet had ingestemd met de voorwaarden. De eisende partij werd bovendien veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde partij tot op heden op nihil werden begroot.