Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
zaak Aten laste gelegd dat
zaak B– na wijziging op de zitting van 23 september 2019 – ten laste gelegd dat
3.Waardering van het bewijs
4.Bewezenverklaring
5.Bewijs
6.Strafbaarheid van de feiten
7.Strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straf
9.Ten aanzien van de benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregel
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
[verdachte]daarvoor strafbaar.
gevangenisstrafvoor de duur van
5 (vijf) maanden.
proeftijdvan
3 (drie) jaarvast.
1. Ambulante behandeling
2. Begeleid wonen of maatschappelijke opvang
3. Alcohol- en drugsverbod
4. Meewerken aan schuldhulpverlening
5. Dagbesteding
[persoon 3]toe tot een bedrag van
€ 125,00(honderdvijfentwintig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het ontstaan van de schade, 31 juli 2019, tot aan de dag der algehele voldoening.
[persoon 3]voornoemd.
[persoon 3]aan de Staat
€ 125,00(honderdvijfentwintig euro) te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het ontstaan van de schade, 31 juli 2019, tot aan de dag der algehele voldoening
,bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van 2 dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
[persoon 5]toe tot een bedrag van
€ 1.788,10(duizendzevenhonderdachtentachtig euro en tien cent), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het ontstaan van de schade, 31 juli 2019, tot aan de dag der algehele voldoening.
[persoon 5]voornoemd.
[persoon 5]aan de Staat
€ 1.788,10(duizendzevenhonderdachtentachtig euro en tien cent) te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het ontstaan van de schade, 31 juli 2019, tot aan de dag der algehele voldoening
,bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van 7 dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
[persoon 9]toe tot een bedrag van
€ 190,50(honderdnegentig euro en vijftig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het ontstaan van de schade, 2 december 2018, tot aan de dag der algehele voldoening.
[persoon 9]voornoemd.
[persoon 9]aan de Staat
€ 190,50(honderdnegentig euro en vijftig cent) te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het ontstaan van de schade, 2 december 2018, tot aan de dag der algehele voldoening
,bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van 3 dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.