ECLI:NL:RBAMS:2020:1778
Rechtbank Amsterdam
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening bijstandsuitkering wegens gebrek aan informatie
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 10 maart 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amstelveen, dat zijn bijstandsuitkering op 10 februari 2020 had opgeschort. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat verzoeker de gevraagde informatie niet had verstrekt die noodzakelijk was voor het vaststellen van zijn recht op bijstand.
Tijdens de zitting op 10 maart 2020 is verzoeker verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde, terwijl de verweerder zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoeker niet de benodigde informatie heeft aangeleverd over zijn bankrekeningen, die van belang was voor de beoordeling van zijn recht op bijstand. Verweerder had informatie opgevraagd over zes bankrekeningen, maar verzoeker heeft deze informatie niet verstrekt, waaronder bewijsstukken van de datum van opening van de rekeningen en rekeningafschriften.
De voorzieningenrechter oordeelde dat, gezien het ontbreken van de gevraagde gegevens, de opschorting van de bijstandsuitkering door verweerder gerechtvaardigd was. Het bezwaar van verzoeker had naar het oordeel van de voorzieningenrechter geen redelijke kans van slagen, en daarom werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. A.K. Mireku, in aanwezigheid van mr. M. Journée, griffier.