3.4.2.Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte moet worden vrijgesproken. Ten aanzien van het contante geldbedrag in de subwoofer heeft zij aangevoerd dat het goed mogelijk is dat dat bedrag legaal is verdiend door [naam 1] . De raadsvrouw heeft zich in dit verband ter zitting mondeling aangesloten bij het door de raadsman van een medeverdachte gevoerde verweer dat er sprake is van een schending van de onschuldpresumptie door erfgenamen te veroordelen, omdat daarmee – postuum – de schuld van een overledene wordt vastgesteld. In een uitspraak van 10 januari 2012 van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (hierna: EHRM) wordt het voorgaande benadrukt. Er kan dus niet worden geoordeeld dat het vermogen van [naam 1] afkomstig is uit enig misdrijf, omdat [naam 1] dan na zijn dood schuldig wordt verklaard aan enig strafbaar feit. Dat is in strijd met de artikelen 69 en 75 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) en artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (hierna: EVRM).
Bovendien is niet gebleken dat verdachte wist dat het geldbedrag van misdrijf afkomstig was. Ook is niet gebleken dat verdachte wetenschap had van het geldbedrag, laat staan dat zij dat bedrag heeft verhuld/verborgen. Uit de versleutelde berichten kan de wetenschap evenmin worden afgeleid. Er staat immers niet vast dat deze berichten door [naam 1] en verdachte zijn gestuurd. Daarnaast volgt uit de berichten niet dat verdachte wist dat er een geldbedrag verstopt zat in een box in de berging. Op basis van het dossier kan dus niet worden uitgesloten dat verdachte geen weet had van de aanwezigheid van het geldbedrag, daarom moet voor die verdenking vrijspraak volgen. Dat geldt ook voor het andere contante geldbedrag dat in de woning is aangetroffen. Uit het dossier kan niet worden afgeleid waar dat is gevonden, daarom kan ook niet worden vastgesteld dat verdachte van de aanwezigheid van dat geldbedrag op de hoogte was.
Verder moet verdachte worden vrijgesproken van het witwassen van de Volkswagen Tiguan, omdat niet gebleken is dat de Volkswagen Tiguan voor verdachte bestemd was. De auto stond immers op naam van de vader van verdachte, hij heeft voor de invoer van de auto betaald en heeft de auto ter keuring aangeboden. Hoe de Volkswagen Tiguan is gefinancierd, is onduidelijk. Een criminele herkomst kan dus niet worden vastgesteld en mocht daar al sprake van zijn kan de wetenschap van verdachte niet worden vastgesteld. Ook is niet gebleken dat verdachte betalingen aan haar vader heeft gedaan ten behoeve van deze auto. Uit het dossier blijkt niet dat verdachte witwashandelingen met betrekking tot deze auto heeft gepleegd. Ook kan het witwassen van de Piaggio niet worden bewezen, omdat verdachte de Piaggio met haar legale inkomsten kan hebben gefinancierd. Daarnaast heeft zij in de tenlastegelegde periode geen witwashandelingen met betrekking tot de Piaggio gepleegd. Daarom moet verdachte worden vrijgesproken van al het onder 3 tenlastegelegde.
3.4.3.Het oordeel van de rechtbank
Feiten en omstandigheden
De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen uit van de volgende feiten en omstandigheden.
Op 27 juli 2017 is de woning van verdachte, gelegen aan de [adres 2] , nogmaals doorzocht.Bij die doorzoeking is onder meer een contant geldbedrag van 5.695,- euro aangetroffen en inbeslaggenomen. Daarnaast is een subwoofer gevonden, met daarin drie pakketten van 50,- en 100,- eurobiljetten. Bij elkaar ging het om een bedrag van ongeveer 150.000,- euro, ook dat is inbeslaggenomen.Verder is op 3 augustus 2017 bij voornoemde woning een Piaggio met kenteken [kenteken] inbeslaggenomen, deze stond voor de ingang geparkeerd. Verdachte bevestigde dat deze motorscooter van haar was.
In een aanvullend proces-verbaal is beschreven waar het contante geldbedrag van 150.000,- euro precies is aangetroffen. In eerder genoemde woning was een berging kast aanwezig. Daarin stond een subwoofer van het merk JBL. De subwoofer stond naast een pan op een plank. Met een schroef is de deksel van de subwoofer afgedraaid. De verbalisant voelde dat de schroeven niet goed vast zaten. Vervolgens werden er drie geldpakketten in de subwoofer aangetroffen. Het geld is daarna geteld en het bleek om totaal 150.000,- euro te gaan.
Zoals eerder in dit vonnis genoemd, zijn er aanvragen gedaan bij de ICOV. Daaruit volgt dat er geen gegevens bekend zijn over het inkomen van [naam 1] . Verdachte heeft in 2015 een netto-inkomen van 8.795,- euro gehad, in 2016 was haar netto-inkomen 15.975,- euro en in 2017 (tot het moment van bevraging) 4.069,- euro. Daarnaast heeft zij een kindgebonden budget, kinderopvangtoeslag en zorgtoeslag ontvangen. Ook volgt uit de bevraging dat zij een Piaggio met kenteken [kenteken] ter waarde van 7.920,- euro op haar naam heeft staan.Verder is eerder genoemd dat onderzoek is gedaan naar de bankrekening op naam van verdachte, te weten de ING-rekening met nummer [nummer] . De gegevens zijn opgevraagd over de periode van 1 april 2012 tot en met 18 april 2017. In deze periode heeft verdachte (daadwerkelijke) salarisbetalingen ontvangen van Universal Nails, het gaat om bedragen tussen de 868,75 en 1.356,59 euro per maand. Daarnaast zijn er bijschrijvingen te zien van zorgtoeslag, voorschot kinderopvang en kinderbijslag. Ook worden er geldbedragen door de vader van verdachte naar haar rekening overgemaakt en worden er contante geldbedragen gestort.
Verder is een uittreksel opgevraagd bij de Rijksdienst van het Wegverkeer. Daarin wordt bevestigd dat verdachte in het bezit is van een motorscooter, te weten een Piaggio met kenteken [kenteken] . Het kenteken staat sinds 1 april 2017 op haar naam.
Daarnaast is onderzoek gedaan naar berichten die zijn aangetroffen op een BlackBerry telefoon. Deze telefoon is op 7 juli 2017 aangetroffen in de woning van verdachte. Met deze telefoon konden uitsluitend versleutelde berichten worden verzonden. In de telefoon stonden 316 berichten tussen contact ‘ [bijnaam] ’ (de eigenaar van de telefoon) en een contact onder de naam ‘ [bijnaam] ’. De berichtenwisseling vond plaats tussen 11 juni 2017 en 7 juli 2017. In de berichten werd onder meer elkaar de liefde verklaard en werd gesproken over de kinderen met namen [naam kind 1] en [naam kind 2] . Dat zijn de namen van de kinderen van [naam 1] en verdachte. Verder is gebleken dat op 13 juni 2017 door [bijnaam] naar [bijnaam] is gestuurd: “
staat alles er nog? Dvd speler, de box die grote in de berging? En ligt me horloge thuis die gelegoude”. Ook vraagt [bijnaam] aan [bijnaam] op 20 juni 2017: “
hoeveel geld heb ik thuis liggen?”
Juridisch kader
In deze zaak kan geen direct verband worden gelegd tussen een bepaald misdrijf en de tenlastegelegde motorrijtuigen en contante geldbedragen. [naam 1] en/of verdachte zijn immers niet veroordeeld voor feiten die de herkomst van die voorwerpen direct verklaren. Dat betekent dat er geen grondmisdrijf bekend is.
De rechtbank zal daarom gebruik maken van een toetsingskader dat voor dergelijke gevallen volgt uit vaste rechtspraak. Dit houdt in dat het bestanddeel van witwassen ‘afkomstig van misdrijf’ pas bewezen kan worden, indien het op grond van de vastgestelde feiten en omstandigheden niet anders kan zijn dan dat de voorwerpen uit enig misdrijf afkomstig zijn. Het is aan het Openbaar Ministerie om al dan niet onder verwijzing naar witwastypologieën aan te geven waaruit deze feiten en omstandigheden kunnen worden afgeleid. De rechtbank doorloopt daarbij de volgende stappen.
Allereerst moet worden vastgesteld of de aangedragen feiten en omstandigheden van zodanige aard zijn dat sprake is van een vermoeden van witwassen. Als dit het geval is, dan mag van verdachte worden verlangd dat zij een verklaring geeft voor de herkomst van de voorwerpen. Haar verklaring moet concreet, in enige mate verifieerbaar en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk zijn. Zodra de verklaring van verdachte daartoe aanleiding geeft, is het (eventueel) aan het Openbaar Ministerie om nader onderzoek te doen naar de door verdachte gestelde alternatieve herkomst van de goederen. Bij de uiteindelijke beoordeling gaat het erom of met voldoende mate van zekerheid kan worden uitgesloten dat de goederen waarop de verdenking betrekking heeft een legale herkomst hebben en dat een criminele herkomst als enige aanvaardbare verklaring overblijft.
Conclusie ten aanzien van de Volkswagen Tiguan
In het geval van de Volkswagen Tiguan komt de rechtbank niet toe aan de toepassing van het toetsingskader en wel om het volgende.
Uit het dossier volgt dat de vader van verdachte de tenlastegelegde Volkswagen Tiguan sinds 25 april 2017 op zijn naam heeft staan. Ook staat vast dat de auto door de vader van verdachte is gekocht en contant is betaald. Van wie dat contante geldbedrag afkomstig is, is niet gebleken. Daarnaast volgt uit het dossier dat de vader van verdachte, op de dag van de tenaamstelling, een bedrag heeft betaald aan de Belastingdienst/Douane. Ook worden belastingen met betrekking tot de Volkswagen Tiguan van de rekening van de vader van verdachte afgeschreven. Het dossier wijst dus in de richting van de vader van verdachte, zijnde de eigenaar van de Volkswagen Tiguan.
Het dossier wekt de indruk dat verdachte betalingen doet voor de Volkswagen Tiguan, dit komt echter onvoldoende naar voren. Op de rekening van de vader worden weliswaar contante bedragen gestort, ook worden er bedragen van zijn rekening naar de rekening van verdachte overgemaakt, maar hieruit blijkt gelet op de betalingsdata niet dat deze betalingen verband houden met de Volkswagen Tiguan. Ook zijn deze bedragen in het dossier onvoldoende onderbouwd, er worden immers geen concrete bedragen genoemd. Op basis van het voorgaande kan de rechtbank niet tot de conclusie komen dat de Volkswagen Tiguan in werkelijkheid aan verdachte toebehoort. Dat in haar woning documenten omtrent de Volkswagen Tiguan zijn aangetroffen maakt het voorgaande niet anders. Ook kan op grond van de observaties enkel worden vastgesteld dat verdachte twee keer gebruik heeft gemaakt van de Volkswagen Tiguan. Nu onbekend is gebleven aan wie de Volkswagen Tiguan toebehoort, kan ook niet worden geoordeeld over de herkomst van het voertuig. Dat maakt dat verdachte wordt vrijgesproken van het witwassen van de Volkswagen Tiguan.
Conclusie ten aanzien van de contante geldbedragen en de Piaggio
Dat oordeel luidt anders ten aanzien van de contante geldbedragen en de Piaggio. Vaststaat dat in de woning van verdachte contante geldbedragen zijn aangetroffen. Het contante geldbedrag van 150.000,- euro is aangetroffen in een subwoofer in de berging kast. Onbekend gebleven is waar het andere geldbedrag, te weten de 5.795,- euro, is aangetroffen.
Gelet op de inhoud van de berichten en het feit dat de BlackBerry in de woning van verdachte is aangetroffen, bestaat er bij de rechtbank geen twijfel over de vraag aan wie de telefoon toebehoorde. De berichten zijn door [naam 1] en verdachte aan elkaar gestuurd. De rechtbank stelt op basis van deze berichten vast dat verdachte wist dat er contante geldbedragen in haar woning lagen. Uit de versleutelde berichten kan immers worden afgeleid dat [naam 1] aan verdachte had gevraagd of de grote box nog in de berging lag. Ook heeft hij haar gevraagd hoeveel geld hij nog had liggen. De rechtbank stelt op grond van het voorgaande vast dat verdachte wetenschap had van de geldbedragen en erover kon beschikken. Ten aanzien van de Piaggio stond dat reeds vast. Die motorscooter stond immers op naam van verdachte en bovendien is door haar verklaard dat de scooter van haar was.
De volgende vraag is of ook sprake is van een vermoeden van witwassen. Van [naam 1] was geen legaal inkomen bekend. Verdachte beschikte over een beperkt inkomen, in de eerste helft van 2017 had zij ongeveer 4.000,- euro verdiend. Het bezit van grote contante geldbedragen kan op basis van het gezamenlijke bekende legale inkomen dus niet worden verklaard. Het is ook hoogst onwaarschijnlijk dat verdachte zoals zij stelt de Piaggio met haar legale inkomsten heeft aangeschaft, de aanschafprijs van deze Piaggio bedroeg bijna twee keer haar totale netto inkomsten in de eerste helft van 2017. Nu gelet op het voorgaande vaststaat dat de herkomst van de contante geldbedragen en de Piaggio niet kan worden verklaard vanuit het bekende legale inkomen van [naam 1] en verdachte en gezien de wijze waarop het contante geld is aangetroffen, is sprake van een gerechtvaardigd vermoeden van witwassen. Van verdachte mag daarom een verklaring over de herkomst van de voorwerpen worden verlangd. Het door de verdediging aangedragen argument dat [naam 1] in 2017 wel een legaal inkomen zou kunnen hebben gehad wordt terzijde geschoven bij gebreke van concretisering en verifieerbaarheid. Dat leidt tot de conclusie dat het niet anders kan zijn dan dat de voorwerpen uit enig misdrijf afkomstig zijn. Hiermee is niet gezegd dat [naam 1] zich schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit, anders dan de feiten waarvoor [naam 1] bij leven is veroordeeld. [naam 1] wordt door de rechtbank ook niet op enigerlei wijze strafrechtelijk verantwoordelijk gehouden. Door de rechtbank wordt enkel de herkomst van het (gezamenlijk) vermogen van [naam 1] en verdachte beoordeeld. Dat is in lijn met de jurisprudentie van de Hoge Raad en levert naar het oordeel van de rechtbank geen strijd op met de onschuldpresumptie, zoals bedoeld in de artikelen 69 en 75 Sr en artikel 6 EVRM.
Verdachte was op de hoogte van de criminele herkomst van de voorwerpen. Als partner van [naam 1] wist zij van zijn criminele activiteiten; hij had verschillende gevangenisstraffen uitgezeten.
De rechtbank is van oordeel dat enkel het voorhanden hebben van de voorwerpen bewezen kan worden. Niet is gebleken dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het verbergen of verhullen van het geld of de Piaggio. De Piaggio stond immers voor de deur van de woning geparkeerd en voor wat betreft de 5.795,- euro is de vindplaats onbekend gebleven. Dat het geldbedrag van 150.000,- euro verstopt zat in een subwoofer, maakt het oordeel niet anders. Dat is onvoldoende om te kunnen spreken van verbergen of verhullen.
Wat betreft de periodes, is de rechtbank van oordeel dat bewezen kan worden dat verdachte de Piaggio de gehele tenlastegelegde periode heeft witgewassen, deze stond immers op dat moment al op haar naam en is pas op 3 augustus 2017 inbeslaggenomen. Tot aan de dood van [naam 1] heeft zij dit feit tezamen en in vereniging met hem gepleegd. Ten aanzien van de geldbedragen is de rechtbank van oordeel dat verdachte deze heeft witgewassen in de periode van 7 juli 2017 tot en met 27 juli 2017. Onbekend is namelijk hoeveel geld daar lag voordat [naam 1] overleed, daarom neemt de rechtbank de datum van overlijden van [naam 1] aan als aanvangsdatum van de pleegperiode, die loopt tot aan het moment van inbeslagname.