Op 12 maart 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 32-jarige man, die werd beschuldigd van het medeplegen van gewoontewitwassen van twee Rolex-horloges. De verdachte, een professioneel voetballer zonder vaste woon- of verblijfplaats, werd veroordeeld tot een taakstraf van 120 uur. De zaak kwam voort uit een onderzoek naar de criminele erfenis van een neergeschoten man, [naam 1], die verdacht werd van witwassen. De verdachte had zijn bankrekening ter beschikking gesteld aan [medeverdachte 1], een vriend van [naam 1], om de horloges op zijn naam te laten zetten en zo de herkomst te verhullen. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was voor het witwassen, ondanks dat er geen direct verband kon worden gelegd tussen de horloges en een specifiek misdrijf. De verdachte had opzettelijk gehandeld en zijn gedragingen werden als verhullend aangemerkt. De rechtbank kwam tot de conclusie dat de verdachte als medepleger kon worden aangemerkt, omdat hij een wezenlijke bijdrage had geleverd aan het witwassen van de horloges.