In deze zaak vordert eiser, [eiser], betaling van onbetaalde facturen van in totaal € 7.156,71 van gedaagden, [gedaagden] c.s., die hij in opdracht van hen heeft verricht. Eiser heeft werkzaamheden uitgevoerd voor verschillende klanten van gedaagden en heeft hiervoor meerdere facturen gestuurd. Gedaagden hebben een deel van deze facturen niet voldaan. Eiser stelt dat hij recht heeft op betaling van de openstaande facturen, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. Gedaagden voeren verweer en stellen dat eiser ondeugdelijk werk heeft verricht, en vorderen in reconventie een schadevergoeding van € 10.232,76 wegens deze ondeugdelijkheid.
De kantonrechter oordeelt dat gedaagden de facturen niet hebben betwist, waardoor hun betalingsverplichting vaststaat. Het verweer van gedaagden dat zij niet hoeven te betalen vanwege de schade die zij hebben geleden door ondeugdelijk werk van eiser, wordt afgewezen. De kantonrechter wijst de vordering van eiser tot betaling van de openstaande facturen toe, evenals de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente. De reconventionele vordering van gedaagden wordt afgewezen, omdat niet is aangetoond dat eiser in verzuim is gesteld. Gedaagden worden veroordeeld in de proceskosten.