Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
bijlage Idie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
3.Waardering van het bewijs
4.Bewezenverklaring
bijlage IIvervatte bewijsmiddelen, waarin de redengevende feiten en omstandigheden zijn vervat, acht de rechtbank bewezen dat verdachte
5.Strafbaarheid van de feiten
6.Strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de straf
onderzochte is lijdende aan een gebrekkige ontwikkeling van de geestesvermogens in de vorm van een licht verstandelijke beperking, een normoverschrijdend-gedragsstoornis en een bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling. Dit heeft invloed gehad op de gedragskeuzes ten tijde van het ten laste gelegde. Gezien bovenstaande wordt de rechtbank in overweging gegeven onderzochte de hem ten laste gelegde feiten verminderd toe te rekenen. Het risico op recidive wordt als hoog ingeschat. Onderzochte heeft moeite zijn gedrag te organiseren en handelt zonder nadenken. Geadviseerd wordt het minderjarigenstrafrecht toe te passen. De problematiek van onderzochte en het hoge recidiverisico geven aanleiding voor hulpverlening op verschillende leefgebieden in te zetten. Dat kan worden opgenomen als voorwaarden binnen een jeugdreclasseringsmaatregel.
8.Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
,vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd, te weten 13 januari 2019.
9.Tenuitvoerlegging voorwaardelijke veroordeling 13/074886-17
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
jeugddetentievan
200 dagen.
90 dagen, van deze jeugddetentie niet tenuitvoergelegd zal worden, tenzij later anders wordt gelast.
proeftijdvan
2 (twee) jarenvast.