ECLI:NL:RBAMS:2020:1565

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
11 maart 2020
Publicatiedatum
9 maart 2020
Zaaknummer
C/13/656097 / HA ZA 18-1072
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad en ongerechtvaardigde verrijking in het kader van financiële transacties tussen vennootschappen

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 11 maart 2020 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Panisa Holdings Limited, eiseres, en gedaagden [gedaagde] en Bluenet Holding B.V. De zaak betreft de vraag of gedaagde aansprakelijk is voor onrechtmatige daad door bedragen van de bankrekeningen van Panisa Holdings over te maken naar door hem gecontroleerde vennootschappen en voor privé-uitgaven. Panisa Holdings vordert schadevergoeding en stelt dat gedaagde zonder instemming bedragen heeft overgemaakt en onterecht gebruik heeft gemaakt van de bankrekening en creditcard van Panisa Holdings. De rechtbank heeft vastgesteld dat gedaagde onrechtmatig heeft gehandeld door geen verantwoording af te leggen over zijn uitgaven en door bedragen over te maken aan vennootschappen waarvan hij bestuurder is. De rechtbank heeft geoordeeld dat gedaagde aansprakelijk is voor de schade die Panisa Holdings heeft geleden als gevolg van deze handelingen. De vorderingen van Panisa Holdings tegen Bluenet zijn afgewezen, omdat de rechtbank oordeelde dat de betalingen aan Bluenet voortvloeiden uit een geldige overeenkomst. De rechtbank heeft gedaagde veroordeeld tot schadevergoeding, proceskosten en beslagkosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/656097 / HA ZA 18-1072
Vonnis van 11 maart 2020
in de zaak van
de rechtspersoon naar buitenlands recht
PANISA HOLDINGS LIMITED,
gevestigd te Limassol, Cyprus,
eiseres,
advocaat mr. A.P. van Oosten te Rotterdam,
tegen

1.[gedaagde] ,

wonende te Amstelveen,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BLUENET HOLDING B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagden,
advocaat mr. J. Verstoep te Amsterdam.
Partijen zullen hierna Panisa Holdings, [gedaagde] en Bluenet worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 25 september 2018,
  • de akte overlegging producties zijdens Panisa Holdings,
  • de conclusie van antwoord met producties,
  • het vonnis in de bevoegdheidsexceptie van 24 april 2019 en de voor dat incident relevante processtukken,
  • het tussenvonnis van 23 oktober 2019 waarin een comparitie van partijen is gelast,
  • het proces-verbaal van comparitie van 9 januari 2020 en de daarin genoemde proceshandelingen en processtukken.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Panisa Holdings is indirect (via Cypriotische holdings) opgericht door [betrokkene 1] , [betrokkene 2] en [gedaagde] om een luchtvaartmaatschappij op te zetten. [gedaagde] zou zich inspannen voor de verkrijging van het bewijs luchtvaartexploitant (in het Engels: Air Operator’s Certificate). De luchtvaartmaatschappij zou worden gerund vanuit de rechtspersoon naar Grieks recht Panisa Airlines S.A. Panisa Holdings is enig aandeelhouder van Panisa Airlines.
2.2.
[gedaagde] houdt 10% van de aandelen in Panisa Holdings. De overige aandelen in Panisa Holdings worden gehouden door [betrokkene 1] (80%) en [betrokkene 2] (10%).
2.3.
[gedaagde] is enig bestuurder van Bluenet.
2.4.
Panisa Airlines (“the Airline”) heeft op 15 januari 2017 een Management Agreement gesloten met [gedaagde] (“CEO”) voor de duur van een jaar:
“(…)
WHEREAS the “CEO” has offered its services to prepare all the necessary structure and books for the “Airline” in getting the AOC AT THE COST OF THE “AIRLINE”
WHEREAS the “CEO” will manage the day to day operations of the “Airline”
NOW THEREFORE, the two parties hereby agree as follows:
1. (…)
2. The “AIRLINE” will pay the “CEO” on the beginning of each month a Fee of € 7500 As Management Fee.
3. The AIRLINE will provide suitable housing in Greece for the CEO.
4. (…)
5. All travel expenses of CEO will be paid by AIRLINE.
6. All Travel arrangements are subject to prior (e mail) approval by the AIRLINE.
7. (…)
10. This Agreement shall be construed under the laws of the Netherlands. (…)
(…)”
Verder is [gedaagde] gemachtigd om van de bankrekeningen en de creditcard van Panisa Holdings bij de Bank of Cyprus gebruik te maken.
2.5.
Op 11 augustus 2017 heeft Bluenet een bedrag van € 100.000,00 gestort op de eurorekening van Panisa Holdings. Op 4 en 5 oktober 2017 heeft een aan [betrokkene 1] gelieerde onderneming onder de naam YEK TAK FOOD in totaal € 423.750,58 gestort op de eurorekening van Panisa Holdings.
2.6.
[gedaagde] heeft op 27 oktober 2017 namens Panisa Holdings een lease-/purchase agreement voor een vliegtuig gesloten met CSDS Aircraft sales & leasing Inc. (verder: CSDS). Uit hoofde van die overeenkomst zou Panisa Holdings een deposito van USD 100.000 voldoen bij de ondertekening van de overeenkomst en een aanbetaling verzorgen van USD 600.000 bij de levering van het vliegtuig, uiterlijk 15 november 2017 (als overeengekomen in artikel 7).
2.7.
Op 8 en 10 november 2017 heeft YEK TAK FOOD in totaal US$ 907.143,00 gestort op de dollarrekening van Panisa Holdings. Op 22 november 2017 is een bedrag van US$ 500.000,00 overgemaakt van de dollarrekening van Panisa Holdings naar Pistachio Investments B.V. (verder: Pistachio). Op 1 december 2017 heeft Pstachio een bedrag van US$ 24.980,00 gestort op de dollarrekening van Panisa Holdings. Het verloop van het saldo van de bankrekeningen van Panisa Holdings in de periode tussen 1 november 2017 en 7 december 2017 is geweest:
1 november
15 november
1 december
7 december
US dollar
$
-3,49
907.046,53
438.730,91
438.730,91
EURO
496.173,88
373.729,48
337.751,63
256.365,70
2.8.
Ingevolge een op 30 november 2017 gedateerde Service Agreement tussen Panisa Holdings en Bluenet, is een vergoeding (van € 7.500,00 per maand) aan Bluenet verschuldigd voor de diensten die [gedaagde] voor Panisa Holdings zal verrichten. Daarnaast is daarin overeengekomen dat Bluenet een vergoeding van € 2.000,00 per maand zal ontvangen voor kosten van bankieren en de kosten van opzetten en onderhouden van een website en het beheer van e-mailadressen. Namens Panisa Holdings is de Service Agreement in opdracht van [gedaagde] door een op Cyprus gevestigd trustkantoor getekend, namens Bluenet door de echtgenote van [gedaagde] . In de Service Agreement is overeengekomen:
“(…) 7. GOVERNING LAW
Both interpretation and execution of the present and the agreement to be signed, as well as rights and obligations of the parties deriving from the above, even if they derive from malfeasance or unjust enrichment, shall be exclusively governed by the laws of the Netherlands and for any dispute which may arise, both parties are submitted to the exclusive jurisdiction of the Courts of Amsterdam, The Netherlands. (…)”
2.9.
Op 16 december 2017 hebben [gedaagde] , [betrokkene 1] en [betrokkene 2] overleg gehad over de algemene gang van zaken bij Panisa Holdings en in het bijzonder over de koop van het vliegtuig van CSDS. De notulen (handgeschreven) van dat overleg zijn ondertekend door de drie deelnemers, en vermelden:
“Transferred from Cyprus to CSDS:
in US$: 400.000 on 1/12/17
in EURO €: 170.334 on 6/12/17
88.843 on 7/11/17
(…)”
2.10.
Op de door Panisa Holdings in het geding gebrachte afschriften van haar bankrekeningen komen de bovengenoemde betalingen niet voor. CSDS heeft de koopovereenkomst met Panisa Holdings ter zake het vliegtuig beëindigd.
2.11.
Panisa Holdings heeft op 1 augustus 2018, na toestemming van de voorzieningenrechter van deze rechtbank, conservatoir beslag laten leggen ten laste van [gedaagde] en Bluenet op hun bankrekeningen in Nederland en ten laste van [gedaagde] op het onroerend goed op zijn naam.
2.12.
In 2019 heeft Panisa Holdings een aanvullend verlof beslaglegging ten laste van [gedaagde] verzocht aan, en verkregen van, de voorzieningenrechter van deze rechtbank op roerende zaken die in zijn woonhuis zijn aangetroffen.

3.Het geschil

3.1.
Panisa Holdings vordert bij vonnis (voor zover mogelijk) uitvoerbaar bij voorraad:
a) voor recht te verklaren dat [gedaagde] jegens Panisa Holdings aansprakelijk is uit hoofde van onrechtmatige daad dan wel ongerechtvaardigde verrijking door zonder instemming van Panisa Holdings bedragen van de bankrekeningen van Panisa Holdings over te maken naar door [gedaagde] gecontroleerde vennootschappen (waaronder Bluenet) en door zonder instemming van Panisa Holdings bedragen van de bankrekeningen van Panisa Holdings aan te wenden voor privéuitgaven met veroordeling van [gedaagde] tot vergoeding van alle schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, die Panisa Holdings als gevolg daarvan heeft geleden en zal lijden;
b) voor recht te verklaren dat Bluenet jegens Panisa Holdings aansprakelijk is uit hoofde van onrechtmatige daad dan wel ongerechtvaardigde verrijking dan wel onverschuldigde betaling door zonder grondslag betalingen van Panisa Holdings in ontvangst te nemen, met veroordeling van Bluenet tot vergoeding van alle schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, die Panisa Holdings als gevolg daarvan heeft geleden en zal lijden;
c) [gedaagde] en Bluenet hoofdelijk te veroordelen tot betaling aan Panisa Holdings van een bedrag van € 457.249,50 alsmede [gedaagde] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 67.500,00, beide bedragen te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding;
d) [gedaagde] en Bluenet hoofdelijk te veroordelen in de beslagkosten en de proceskosten (inclusief de nakosten).
3.2.
Panisa Holdings stelt daartoe – kort samengevat – dat [gedaagde] in de periode tussen 29 september 2017 en 3 juli 2018 gebruik heeft kunnen maken van een creditcard die is verbonden aan de eurorekening van Panisa Holdings. In die periode heeft [gedaagde] in totaal met die creditcard € 18.125,00 cash geld opgenomen, € 10.816,15 aan reiskosten betaald en € 9.024,92 besteed in hotels en restaurants. Voor dergelijke onkosten kreeg [gedaagde] al een vergoeding van € 7.500,00 per maand van Panisa Airlines.
Daarnaast heeft hij € 226.765,96 overgemaakt van de eurorekening van Panisa Holdings naar rekeningen van Bluenet en Efixon Investments Limited (een Cypriotische onderneming waarvan [gedaagde] bestuurder is). Van de dollarrekening is US$ 83.160,60 door [gedaagde] overgemaakt aan Bluenet en Efixon. Panisa Holdings heeft inmiddels in Cyprus een gerechtelijke procedure ingesteld jegens de Cypriotische ondernemingen van [gedaagde] (naast Efixon ook Bravitas Holdings Limited) aan wie gelden van de bankrekeningen van Panisa Holdings zijn overgemaakt.
De betalingen en geldopnames van de bankrekeningen van Panisa Holdings zijn niet verantwoord door [gedaagde] , bijvoorbeeld met facturen, bonnen of andere administratie. De bankgegevens heeft hij nimmer overgedragen, [betrokkene 2] en [betrokkene 1] hebben middels een gerechtelijk bevel toegang gekregen tot de bankgegevens en hebben toen ook de volmacht (voor het gebruik van de bankrekeningen van Panisa Holdings) van [gedaagde] pas kunnen opzeggen.
De betalingen aan Bluenet zijn zonder enige rechtsgrond gedaan. De Service Agreement is onderdeel van het onrechtmatig handelen (oplichting) door [gedaagde] . Bovendien hebben [gedaagde] en Bluenet niet verantwoord of onderbouwd dat Bluenet onkosten van € 2.000,00 per maand heeft gemaakt aan bankieren, domeinnamen, websites en mailhosting voor de bedrijfsvoering van Panisa Airlines of Panisa Holdings. Uit de facturen blijkt dat dit maximaal € 50,00 per maand is.
[gedaagde] heeft tijdens het overleg op 16 december 2017 de andere aandeelhouders van Panisa Holdings doen geloven dat betalingen aan CSDS zijn verricht door vervalste bankafschriften te tonen waarop die beweerde betalingen zijn opgenomen. Dit is als zodanig in de notulen vastgelegd en door alle betrokkenen ondertekend. Achteraf bleek van dit alles niets waar te zijn. [gedaagde] heeft geen adminstratie bijgehouden van zijn afspraken, reizen en onkosten.
CSDS heeft inmiddels een rechtszaak aanhangig gemaakt jegens Panisa Holdings over de beëindiging van de koopovereenkomst en de aanleiding daartoe: het niet voldoen door Panisa Holdings van het overeengekomen deposito en de aanbetaling van een deel van de koopsom, en verder haar weigering mee te werken aan de levering. Deze procedure is aanhangig bij een gerecht in Californië, Verenigde Staten van Amerika.
Naast dit alles heeft Pistachio (een aan [betrokkene 2] gelieerde vennootschap) in totaal een bedrag van € 67.500,00 overgemaakt op de bankrekening van de stichting IRAN NETHERLANDS CHAMBER OF COMMERCE AND TRADE STICHTING, gevestigd te Amstelveen, waarvan [gedaagde] bestuurder is geweest. Pistachio heeft verder een bedrag van € 457.249,50 overgemaakt op de bankrekening van Bluenet. Deze betalingen heeft Pistachio mede namens en ten behoeve van een aan [betrokkene 1] gelieerde onderneming verricht. De door Pistachio gestorte geldsommen zouden worden gebruikt ten behoeve van Panisa Holdings dan wel Panisa Airlines. Dit is niet gebeurd, althans het is onduidelijk wat [gedaagde] met die gestorte geldsommen heeft gedaan, aldus steeds Panisa Holdings.
3.3.
[gedaagde] en Bluenet voeren, kort samengevat en voor zover van belang in dit geschil, aan dat alle betalingen en geldopnames voortvloeien uit de werkzaamheden die [gedaagde] heeft uitgevoerd om voor Panisa Airlines alle vereiste papieren te verkrijgen om als luchtvaartmaatschappij actief te worden.
In de Management Agreement is overeengekomen dat [gedaagde] naast een maandelijkse vergoeding van € 7.500,00 ook de door hem gemaakte reis- en verblijfkosten vergoed zou krijgen. Dit rechtvaardigt de betalingen die [gedaagde] heeft verricht met de creditcard.
Tussen Panisa Holdings en Bluenet is vervolgens de Service Agreement gesloten. Die overeenkomst was noodzakelijk omdat volgens Grieks en Cypriotisch recht Panisa Holdings, dan wel Panisa Airlines, op dat moment te veel geld had betaald aan [gedaagde] in privé. De maandelijkse vergoeding waarop [gedaagde] recht heeft uit de Management Agreement is nadat de Service Agreement is gesloten voldaan aan Bluenet in plaats van aan [gedaagde] rechtstreeks. Die vergoeding is dus niet dubbel voldaan.
De Service Agreement is namens Bluenet ondertekend door de echtgenote van [gedaagde] . Zij is medeaandeelhouder van Bluenet. Deze constructie is gekozen om de schijn van tegenstrijdig belang bij het sluiten van de Service Agreement te voorkomen.
Bluenet heeft een bedrag van € 100.000,00 beschikbaar gesteld aan Panisa Holdings omdat de andere aandeelhouders toen nog niet hadden geïnvesteerd. Dit geld is, nadat de andere aandeelhouders hun investeringen hebben gestort, later grotendeels teruggestort op de bankrekening van Bluenet. De kosten voor website en mailaccounts betreffen de kosten voor een domeinnaam en serverruimte bij het hostingbedrijf en ook personeelskosten van Bluenet voor beheer van de website en mailaccounts.
Bij de koop van een vliegtuig, noodzakelijk voor het verkrijgen van een AOC, hebben de medeaandeelhouders in Panisa Holdings te traag gereageerd en het benodigde geld niet beschikbaar gesteld. Daardoor is de koop van een vliegtuig met CSDS niet doorgegaan. Zo heeft [betrokkene 1] er bij [gedaagde] op aangedrongen om een bedrag van US$ 500.000,00 over te maken van de bankrekening van Panisa Holdings naar Pistachio (zie ook 2.7) van het geld dat YEK TAK FOOD eerder die maand (november 2017) op de dollarrekening van Panisa Holdings heeft gestort.
De feiten die Panisa Holdings heeft gesteld ter zake het onder c gevorderde komen [gedaagde] en Bluenet onbekend voor. De stellingen van Panisa Holdings op dit punt zijn niet onderbouwd met enig bewijs, dit geldt ook voor de overige stellingen van Panisa Holdings aldus steeds [gedaagde] en Bluenet.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Bevoegdheid

4.1.
In het tussenvonnis van 24 april 2019 is beslist dat deze rechtbank bevoegdheid heeft in deze zaak. De beslissing in het incident betrof een beroep van [gedaagde] op in de Management Agreement overeengekomen geschilbeslechting door arbitrage. De bevoegdheid van deze rechtbank volgt bovendien in ieder geval uit artikel 4 van de toepasselijke (partijen zijn woonachtig of gevestigd in verschillende lidstaten van de Europese Unie) Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (verder: Brussel I-bis). [gedaagde] is immers woonachtig in Nederland en Bluenet is gevestigd in Nederland.
Toepasselijk recht
4.2.
Het internationale karakter van dit geschil noopt eveneens tot een onderzoek naar het toepasselijke recht. Dit geldt niet voor het onder c gevorderde omdat Panisa Holdings betreffende die vordering de volgende feiten heeft gesteld: de betaling is verricht door een Nederlandse onderneming aan andere Nederlandse rechtspersonen. Alle betrokken bankrekeningen zijn Nederlands. [gedaagde] en Bluenet hebben die feiten niet betwist. Daarom is voor het onder c gevorderde geen sprake van een grensoverschrijdend karakter bij die vordering, en is daarop dus Nederlands recht van toepassing.
Betreffende de vordering op [gedaagde] (onder a)
4.3.
Panisa Holdings heeft haar andere vorderingen op [gedaagde] (onder a) gebaseerd op onrechtmatige daad, dan wel ongerechtvaardigde verrijking. Voor deze rechtsfiguren vloeit het toepasselijke recht voort uit de Verordening (EG) nr. 864/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007 betreffende het recht dat van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen (verder: Rome II).
4.4.
Voorop wordt gesteld dat partijen geen rechtskeuze hebben gemaakt ter zake een geschil uit onrechtmatige daad. [gedaagde] heeft in zijn verweer de Management Agreement tussen Panisa Airlines en hem aangehaald. Panisa Airlines is geen partij bij deze procedure. Uit niets is gebleken, en [gedaagde] heeft daartoe ook geen feiten en omstandigheden gesteld, dat op Panisa Holdings enige verplichting uit de Management Agreement rust jegens [gedaagde] . De rechtskeuze voor Nederlands recht in die overeenkomst is dan ook niet van toepassing in dit geschil tussen Panisa Holdings en [gedaagde] (laat staan tussen Panisa Holdings en Bluenet).
4.5.
Met betrekking tot een vordering uit onrechtmatige daad is de hoofdregel over het toepasselijk recht opgenomen in artikel 4 lid 1 Rome II: het recht van het land waar de schade zich voordoet, ongeacht in welk land de schadeveroorzakende gebeurtenis zich heeft voorgedaan. De door Panisa Holdings gestelde schade is vermogensschade en zij heeft daartoe feiten gesteld betreffende geldopnames en andere geldtransacties van haar bankrekeningen bij de Bank of Cyprus, gevestigd te Cyprus. Niet gesteld of gebleken is dat de geldopnames en andere geldtransacties hebben geleid tot schade van Panisa Holdings in Nederland of een andere lidstaat bij Rome II. Evenmin is gesteld of gebleken dat de uitzonderingen van artikel 4 lid 2 en lid 3 Rome II van toepassing zijn.
4.6.
Uit het bovenstaande volgt dat voor de vorderingen op [gedaagde] gebaseerd op onrechtmatige daad het Cypriotische recht van toepassing is.
4.7.
Panisa Holdings heeft exact dezelfde feiten gesteld ter ondersteuning van de door haar (primair) gestelde onrechtmatige daad en de door haar (subsidiair) gestelde ongerechtvaardigde verrijking door [gedaagde] . Gelet op die nauwe samenhang tussen de primaire en subsidiaire grondslag voor haar vordering op [gedaagde] , worden – mede ook uit proceseconomische redenen opdat dezelfde feiten niet door verschillende rechtssystemen dienen te worden beoordeeld voor een vordering tussen dezelfde partijen – de vordering op grond van ongerechtvaardigde verrijking (voor zover daaraan wordt toegekomen in dit geschil) ook beheerst door het Cypriotisch rechte (zie artikel 10 lid 1 Rome II), zoals Panisa Holdings ook heeft betoogd.
Betreffende de vordering op Bluenet (onder b)
4.8.
De door Panisa Holdings gestelde feiten die de onrechtmatige daad of de ongerechtvaardigde verrijking door Bluenet dienen te staven, zijn betalingen van de bankrekening van Panisa Holdings op de bankrekening van Bluenet. Daarover heeft [gedaagde] aangevoerd dat die betalingen zijn verricht omdat dit is overeengekomen in de Service Agreement.
4.9.
Panisa Holdings heeft in haar dagvaarding de Service Agreement genegeerd en heeft ter zitting betoogd dat deze overeenkomst onderdeel is van het onrechtmatig handelen door [gedaagde] en slechts is gesloten om een betalingsverplichting van Panisa Holdings te creëren met Bluenet (en ultiem dus [gedaagde] ) als begunstigde. Panisa Holdings heeft echter de vernietiging of nietigheid van de Service Agreement niet ingeroepen, en doet in deze procedure ook geen expliciet beroep op de ongeldigheid van die overeenkomst. Evenmin heeft Panisa Holdings gesteld dat [gedaagde] als vertegenwoordiger van Panisa Holdings onrechtmatig heeft gehandeld door de Service Agreement met Bluenet te sluiten en dat daarom die overeenkomst niet geldt tussen Panisa Holdings en Bluenet. In dit geschil wordt dan ook uitgegaan van de rechtsgeldigheid van de Service Agreement tussen Panisa Holdings en Bluenet. Die is dan ook leidend voor de beslissing over het toepasselijke recht in dit geschil, ook indien die is gebaseerd op onrechtmatige daad of ongerechtvaardigde verrijking (zie artikel 4 lid 3 Rome II).
4.10.
Het toepasselijk recht op een overeenkomst dient te worden onderzocht aan de hand van de Verordening (EG) nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (Rome I). Panisa Holdings en Bluenet zijn overeengekomen dat Nederlands recht dient te worden toegepast op geschillen uit de Service Agreement. Deze rechtskeuze is overeenkomstig het bepaalde in artikel 3 lid 1 Rome I, zodat op het onder b gevorderde het Nederlands recht van toepassing is.
4.11.
Overigens is in de Service Agreement een forumkeuze voor deze rechtbank overeengekomen. De Nederlandse rechter, en deze rechtbank, is dus op grond van artikel 25 Brussel I-bis bij uitsluiting bevoegd om van het geschil tussen Panisa Holdings en Bluenet kennis te nemen. In dat geval is deze rechtbank (en dus de Nederlandse rechter) eveneens bevoegd om van het geschil tussen Panisa Holdings en [gedaagde] kennis te nemen (artikel 8 lid 1 Brussel I-bis).
Het onder a gevorderde
4.12.
Anders dan [gedaagde] uitvoerig heeft betoogd, heeft Panisa Holdings hem niet verweten dat de door hem verrichte werkzaamheden niet hebben geleid tot het oprichten van een luchtvaartmaatschappij. Alle verweren van [gedaagde] die zijn gericht op zijn vele activiteiten om van Panisa Airlines een luchtvaartmaatschappij te maken, en de volgens hem daarin ondervonden tegenwerking door [betrokkene 1] en [betrokkene 2] , worden verder dan ook niet behandeld.
4.13.
Panisa Holdings heeft [gedaagde] wel verweten dat hij ten onrechte vele betalingen heeft verricht met de bank- dan wel creditcard van Panisa Holdings en dat hij ten onrechte geld heeft overgemaakt van de bankrekening van Panisa Holdings naar bankrekeningen van ondernemingen waarvan [gedaagde] bestuurder dan wel aandeelhouder is.
4.14.
Partijen hebben in het midden gelaten onder welke titel [gedaagde] aan het werk is gegaan voor Panisa Holdings om alle benodigde papieren, vergunningen, materialen en personeel te verkrijgen om van Panisa Airlines een luchtvaartmaatschappij te maken. Vast staat tussen partijen dat Panisa Holdings aan [gedaagde] een volmacht heeft verleend om een bankrekening te openen en over het geld op die bankrekening te beschikken (inclusief de aan die bankrekening gekoppelde creditcard op naam van Panisa Holdings).
4.15.
Ongeacht de kwalificatie van de rechtsbetrekking tussen Panisa Holdings en [gedaagde] voor zijn werkzaamheden, en het feit dat hij een volmacht heeft gekregen om over de gelden op de bankrekeningen van Panisa Holdings te beschikken, heeft te gelden dat [gedaagde] op een duidelijke en inzichtelijke wijze in redelijkheid verantwoording dient af te leggen over zijn werkzaamheden en de daaraan verbonden uitgaven aan het bestuur van Panisa Holdings – en uiteindelijk ook aan zijn medeaandeelhouders in Panisa Holdings (en indirect de aandeelhouders in Panisa Airlines). Daar komt bij dat [gedaagde] als CEO, en in zijn visie: bestuurder, van Panisa Airlines die werkzaamheden heeft verricht. In de rechtsverhouding tussen een bestuurder en de aandeelhouder van een rechtspersoon wordt eenzelfde duidelijkheid en inzichtelijkheid verwacht van het werk dat de bestuurder – ook als hij eveneens medeaandeelhouder is – heeft verricht.
4.16.
Niet in geschil is dat Panisa Airlines maandelijks (in ieder geval tot november 2017) een bedrag van € 7.500,00 heeft betaald aan [gedaagde] voor zijn diensten. Na november 2017 zijn die betalingen verricht door Panisa Holdings op de bankrekening van Bluenet.
4.17.
Panisa Holdings heeft gesteld dat die vergoeding is bedoeld voor de kosten die [gedaagde] heeft gemaakt met de uitvoering van zijn diensten voor Panisa Holdings, en dat zij zich niet heeft verbonden tot het vergoeden van kosten van levensonderhoud van [gedaagde] . De vele betalingen van Panisa Holdings door [gedaagde] in hotels, restaurants en winkels zijn kosten van levensonderhoud, aldus Panisa Holdings.
4.18.
Dit alles heeft [gedaagde] niet, althans onvoldoende, gemotiveerd weersproken, zodat van de juistheid van het betoog van Panisa Holdings wordt uitgegaan. [gedaagde] heeft nog gewezen op de Management Agreement waarin is afgesproken dat hij recht heeft op diverse onkostenvergoedingen. Dit baat [gedaagde] echter niet omdat die afspraak is gemaakt met Panisa Airlines en niet met Panisa Holdings. [gedaagde] heeft geen feiten en omstandigheden gesteld waaruit kan worden afgeleid dat hij redelijkerwijs ervan uit mocht gaan dat de bankrekening en creditcard van Panisa Holdings konden worden gebruikt voor de kostenvergoeding waarover in de Management Agreement een afspraak is gemaakt tussen Panisa Airlines en [gedaagde] . Daarbij komt dat de Management Agreement voorzag in vergoeding van reiskosten na voorafgaande goedkeuring voor de reisarrangementen (zie 2.4).
4.19.
Evenmin heeft [gedaagde] de stelling van Panisa Holdings weersproken, dat hij geen openheid en duidelijkheid heeft verschaft over de noodzaak van de vele betalingen in restaurants, hotels en winkels van Panisa Holdings. Zoals onder 4.15 is overwogen had [gedaagde] in redelijkheid op een inzichtelijke en duidelijke wijze zijn uitgaven ten laste van de bankrekening moeten verantwoorden. Dit heeft hij volledig nagelaten. Een met de hand geschreven bon van een taxichauffeur gedateerd op 20 december 2018 voor bijna 2000 euro met het opschrift “From May 2017 to June 2018 several taxi transfers”, die kennelijk cash is voldaan, volstaat niet voor de administratie van een rechtspersoon. Onder deze omstandigheden is het gebruik van de creditcard en bankrekening van Panisa Holdings voor levensonderhoud door [gedaagde] dan ook onrechtmatig jegens Panisa Holdings.
4.20.
Panisa Holdings heeft verder gesteld dat [gedaagde] ten onrechte geld heeft overgemaakt aan rechtspersonen waarvan hij bestuurder en aandeelhouder is, en dat in deze procedure de betalingen aan Bluenet centraal staan. Deze verwijten komen hierna aan de orde bij het onder b gevorderde.
4.21.
Tot slot heeft Panisa Holdings gesteld dat [gedaagde] zijn medeaandeelhouders heeft misleid bij de mogelijke koop van een vliegtuig van CSDS. Daarover heeft [gedaagde] aangevoerd dat die koop is mislukt door gebrek aan medewerking van [betrokkene 1] en [betrokkene 2] . Zij hebben te weinig geld beschikbaar gesteld aan Panisa Holdings om de koop van het vliegtuig af te ronden, aldus [gedaagde] . Dit verweer wordt gelet op het verloop van de bankrekeningen van Panisa Holdings verworpen. De door CSDS gewenste betalingen van 100.000 USD en 600.000 USD uiterlijk op 15 november 2017 (de leverdatum van het gekochte vliegtuig) konden op dat moment immers worden voldaan van de bankrekeningen van Panisa Holdings. Daartoe was voldoende geld op de bankrekeningen van Panisa Holdings gestort door of namens [betrokkene 1] (zie ook 2.7). [gedaagde] heeft niet uiteengezet waarom hij uiterlijk 15 november 2017 het door CSDS gewenste geldbedrag niet heeft voldaan en op die datum niet heeft meegewerkt aan de levering van het vliegtuig aan Panisa Airlines.
4.22.
Onder deze omstandigheden wordt vastgesteld dat [gedaagde] onrechtmatig jegens Panisa Holdings (het bestuur en zijn medeaandeelhouders) heeft gehandeld door niet mee te werken aan de met CSDS overeengekomen levering van het vliegtuig aan Panisa Airlines. Dat [gedaagde] tijdens het overleg op 16 december 2017 ten onrechte bij zijn medeaandeelhouders de indruk heeft gewekt dat betalingen aan CSDS waren verricht die in werkelijkheid niet verricht waren, maakt een en ander niet fraaier, maar is voor de vaststelling in de vorige zin niet van belang.
4.23.
Panisa Holdings heeft onweersproken gesteld dat thans een gerechtelijke procedure aanhangig is in Californië, Verenigde Staten van Amerika, tussen CSDS en Panisa Holdings over de mislukte verkoop van het vliegtuig. Indien Panisa Holdings in die procedure wordt veroordeeld tot betaling van een geldbedrag, is dit schade waarvoor [gedaagde] aansprakelijk dient te worden gesteld, aldus Panisa Holdings. Gelet op hetgeen hierboven is overwogen wordt deze stelling van Panisa Holdings gevolgd.
4.24.
Daarnaast heeft Panisa Holdings procedures in Cyprus ingesteld jegens [gedaagde] en andere (dan Bluenet) aan hem gelieerde ondernemingen. Uit de stellingen van Panisa Holdings wordt begrepen dat zij in die procedure(s) [gedaagde] verwijt geldsommen (volgens Panisa Holdings US$ 83.160,60 en € 226.765,96) te hebben heeft overgemaakt aan die ondernemingen. Daarover heeft [gedaagde] aangevoerd dat die betalingen zijn verricht op grond van facturen. Die Cypriotische ondernemingen zijn geen partij in deze procedure en de beweerde facturen en grondslagen daarvoor zijn niet in het geding gebracht, zodat wordt aangenomen dat dit alles in de Cypriotische procedure aan bod zal komen. Op het moment dat in die Cypriotische procedure is beslist zal ook kunnen worden beoordeeld of [gedaagde] met die betalingen onrechtmatig jegens Panisa Holdings heeft gehandeld. De stellingen van Panisa Holdings op dit punt worden vooralsnog niet gevolgd.
Het onder b gevorderde
4.25.
Panisa Holdings heeft het inhoudelijke verweer van [gedaagde] en Bluenet over de Service Agreement niet, althans onvoldoende gemotiveerd, bestreden. Panisa Holdings heeft gewezen op het in haar visie hoge bedrag voor het verlenen van internetdiensten (€ 2.000,00 per maand) door Bluenet. Dat is echter onvoldoende om vast te stellen dat Panisa Holdings (lees: [gedaagde] ) ten onrechte dat bedrag maandelijks heeft overgemaakt op de bankrekening van Bluenet. Verder heeft [gedaagde] betoogd dat de maandelijkse betaling van € 7.500,00 aan Bluenet ter vervanging is geweest van de betalingsverplichting van Panisa Airlines aan hem rechtstreeks (uit de Management Agreement). Panisa Holdings heeft weliswaar aangevoerd dat zij niet op de hoogte was van de Service Agreement en dat het een ‘spookovereenkomst’ betreft, maar niet gesteld en onderbouwd waarom deze overeenkomst nietig of anderszins onverbindend zou zijn, zodat de rechtbank van het bestaan van die overeenkomst uit moet gaan. Deze betalingen van de bankrekening van Panisa Holdings op de bankrekening van Bluenet zijn dan ook verplichtingen uit de Service Agreement, zodat de stelling van Panisa Holdings dat [gedaagde] daardoor onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld als onvoldoende onderbouwd wordt verworpen.
4.26.
Dit geldt ook voor de overige betalingen door Panisa Holdings aan Bluenet. [gedaagde] en Bluenet hebben daarover aangevoerd dat die bedragen betreffen het terugstorten van de aanvankelijke geldvoorziening door Bluenet (een bedrag van € 100.000,00, betaald op 11 augustus 2017 zie 2.5) omdat [betrokkene 1] en [betrokkene 2] toen nog niet hun investeringen in Panisa Holdings hadden overgemaakt. Daarop heeft Panisa Holdings in het geheel niet gereageerd en ook is uit de stellingen van Panisa Holdings niet af te leiden welke bedragen dan nog ten onrechte aan Bluenet zouden zijn betaald, zodat Panisa Holdings tegenover het verweer van [gedaagde] en Bluenet onvoldoende heeft ingebracht.
4.27.
Uit het bovenstaande volgt ook dat de stelling van Panisa Holdings dat Bluenet ten onrechte de op haar bankrekening betaalde gelden niet heeft teruggestort op de bankrekeningen van Panisa Holdings, wordt verworpen.
4.28.
Het onder b gevorderde op Bluenet wordt dan ook als ongegrond en bovendien als onvoldoende onderbouwd afgewezen.
Het onder c gevorderde
4.29.
Panisa Holdings heeft geen enkele onderbouwing van haar stellingen over vordering c gegeven en heeft verder niet gereageerd op het verweer van [gedaagde] en Bluenet op deze vordering. Evenmin heeft Panisa Holdings een concreet bewijsaanbod van de door haar gestelde feiten ter zake deze vordering gedaan. Dit heeft, gelet op de betwisting van die feiten door [gedaagde] en Bluenet, wel op haar weg gelegen. Daarom worden haar stellingen over het onder c gevorderde als onvoldoende onderbouwd verworpen en wordt die vordering afgewezen.
Afsluitende overwegingen
4.30.
Het onder a gevorderde is toewijsbaar voor zover het betreft het gebruik van de bankrekening en creditcard van Panisa Holdings door [gedaagde] voor levensonderhoud en de gevolgen van de mislukte koop van het vliegtuig van CSDS. De overige vorderingen worden afgewezen.
4.31.
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De proceskosten aan de zijde van Panisa Holdings tot op heden worden begroot op:
- explootkosten
98,01
- griffierecht
3.320,00
- salaris advocaat
3.603,00
Totaal
7.021,01
Omdat de dagvaarding en het verzoekschrift voor toestemming voor het leggen van conservatoir beslag deels gelijk luiden is hier anderhalve punt toegekend voor de post salaris advocaat.
De na dit vonnis te ontstane kosten aan de zijde van Panisa Holdings worden begroot en toegewezen als na te melden.
4.32.
Panisa Holdings wordt als de in het ongelijk gestelde partij jegens Bluenet in de proceskosten veroordeeld, aan de zijde van Bluenet tot op heden begroot op nihil.
4.33.
De gevorderde en door Panisa Holdings onderbouwde beslagkosten zijn toewijsbaar voor zover die zijn gemaakt voor het conservatoir beslag ten laste van [gedaagde] en worden begroot op:
- explootkosten
1.172,16
- griffierecht
1.265,00
(€ 629 in 2018, € 639 in 2019)
- salaris advocaat
2.402,00
Totaal
4.839,16

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
verklaart voor recht dat [gedaagde] onrechtmatig jegens Panisa Holdings heeft gehandeld door het gebruik van de bankrekening en creditcard van Panisa Holdings en bij de mislukte koop van het vliegtuig van CSDS,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] tot vergoeding van alle schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, die Panisa Holdings als gevolg van die onrechtmatige handelingen heeft geleden en zal lijden,
5.3.
veroordeelt [gedaagde] in de beslagkosten, aan de zijde van Panisa Holdings tot op heden begroot op € 4.839,16
5.4.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van Panisa Holdings tot op heden begroot op € 7.021,01,
5.5.
veroordeelt [gedaagde] in de na dit vonnis aan de zijde van Panisa Holdings ontstane nakosten, begroot op € 157,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden en de veroordeelde niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan, met een bedrag van € 82,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
5.6.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad,
5.7.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.H. van Voorst Vader, rechter, bijgestaan door mr. R. Verloo, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 11 maart 2020.