ECLI:NL:RBAMS:2020:1550

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
10 maart 2020
Publicatiedatum
9 maart 2020
Zaaknummer
AWB - 20 _ 714
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet tijdig nemen van besluit op correctieverzoek adresgegevens in Basisregistratie Personen

Op 12 november 2019 heeft eiseres een correctieverzoek ingediend voor het wijzigen van haar adresgegevens in de Basisregistratie Personen (Brp). Eiseres heeft op 30 januari 2020 beroep ingesteld, omdat zij meende dat er niet tijdig op haar verzoek was beslist. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder op 22 november 2019 tijdig op het verzoek heeft beslist, waardoor er geen sprake is van een te laat genomen besluit. De rechtbank verklaart het beroep van eiseres niet-ontvankelijk, omdat het bestuursorgaan binnen de wettelijke termijn heeft gereageerd. Eiseres kan haar bezwaren tegen het besluit van 22 november 2019 in een aparte bezwaarprocedure aanvoeren. De rechtbank heeft de stukken van eiseres doorgezonden aan verweerder ter afdoening als bezwaarschrift. Eiseres is geen griffierecht verschuldigd, aangezien haar beroep als bezwaarschrift wordt behandeld. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan op 10 maart 2020.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 20/714

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 maart 2020 in de zaak tussen

[eiseres] , te Amsterdam, eiseres,

en
het college van burgemeesters en wethouders van de gemeente Amsterdam,verweerder
(gemachtigde: mr. M. van Looij).

Procesverloop

Eiseres heeft op 12 november 2019 een correctieverzoek gedaan voor het wijzigen van haar adresgegevens in de Basisregistratie personen (Brp).
Eiseres heeft op 30 januari 2020 beroep ingesteld wegens het niet tijdig nemen van een besluit op haar verzoek.
Verweerder heeft een schriftelijke reactie gegeven.
De rechtbank doet uitspraak zonder een rechtszitting te houden. []

Overwegingen

1. Tegen het niet tijdig nemen van een besluit kan beroep worden ingesteld. [2] Het beroepschrift kan worden ingediend als het bestuursorgaan niet tijdig een besluit heeft genomen en twee weken zijn verstreken nadat een schriftelijke ingebrekestelling door het bestuursorgaan is ontvangen. [3]
2. Eiseres heeft op 12 november 2019 een correctieverzoek gedaan voor het wijzigen van haar adresgegevens. Op een verzoek op grond van de Wet Brp dient binnen acht weken na ontvangst van het verzoek door verweerder beslist te worden. [4] De rechtbank stelt vast dat verweerder op 22 november 2019 tijdig op het verzoek van eiseres heeft beslist. Dat betekent dat geen sprake is van een te laat genomen besluit. Het beroep zal daarom niet-ontvankelijk worden verklaard.
3. Voor zover eiseres heeft betoogd dat zij het besluit van 22 november 2019 nooit heeft ontvangen, overweegt de rechtbank dat zij dit naar voren kan brengen in haar bezwaarprocedure. Deze procedure ziet namelijk slechts op het uitblijven van een besluit op haar verzoek. De rechtbank zal de stukken van eiseres met bijlagen met toepassing van artikel 6:20, vierde lid, van de Awb doorzenden aan verweerder ter afdoening als bezwaarschrift.
4. Aangezien het beroep van eiseres wordt doorgezonden als bezwaarschrift, is zij geen griffierecht verschuldigd. Het betaalde griffierecht zal worden teruggestort.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.K. Mireku rechter, in aanwezigheid van mr. L. El Ouardiji, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 10 maart 2020.
griffier
rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan verzet worden ingesteld bij deze rechtbank. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord.

Voetnoten

.De rechtbank doet uitspraak zonder zitting op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2.Artikel 6:2, aanhef en onder b, in samenhang met artikel 7:1, eerste lid, aanhef en onder f, van de Awb.
3.Artikel 6:12, tweede lid, van de Awb.
4.Artikel 4:13, tweede lid van de Awb.