Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[eiser] ,
[eiseres],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 11 september 2019 waarin een comparitie van partijen is gelast;
- het proces-verbaal van comparitie van 20 november 2019.
2.De feiten
In de overeenkomst is onder meer bepaald dat levering zou plaatsvinden op 5 november 2018 en dat [gedaagde] uiterlijk op 1 augustus 2018 een bankgarantie van 10% van de totale koopprijs zou stellen of zich zou beroepen op het financieringsvoorbehoud.
“(…)WaarborgArtikel 8Tot meerdere zekerheid voor de nakoming van zijn verplichtingen zal Koper te zijner keuze:- een waarborgsom ten belopen van tien procent (10%) van voormelde totale koopprijs voldoen op de Kwaliteitsrekening;- een schriftelijke bankgarantie doen stellen ten belope van tien procent (10%) van voormelde totale koopprijs (…)
“(…)Tekortkoming (wanprestatie)
3.3. Het geschil
4 september 2018 tot aan de dag van algehele betaling;
ii) € 1.162,50 aan buitengerechtelijke incassokosten;
iii) de proceskosten.
[eisers] de overeenkomst met [gedaagde] ontbonden. Gelet op het bepaalde in artikel VI lid 2 sub b van de bij de koopovereenkomst behorende algemene bepalingen, is [gedaagde] een contractuele boete van 10% van de overeengekomen koopprijs verschuldigd aan
[eisers] , aldus [eisers]
4.De beoordeling
Het verweer dat de tekortkoming [gedaagde] niet kan worden toegerekend, kan dan ook niet slagen.
toch kan worden toegerekend, de contractuele boete dient te worden gematigd tot nihil omdat toewijzing van de boete leidt tot een onaanvaardbaar en buitensporig resultaat. [gedaagde] wilde graag nakomen, maar door de slechte bijstand van [financieel adviseur] is dat niet gelukt.
[gedaagde] heeft door middel van het inhuren van een tweede financieel adviseur alsnog geprobeerd financiering te regelen, maar dat is niet gelukt. [gedaagde] is ook slachtoffer van het handelen van [financieel adviseur] . Bovendien heeft [eisers] de woning enkele maanden later alsnog verkocht voor een bedrag van € 356.000,-. [eisers] heeft dus € 38.500,- meer ontvangen voor de woning dan wanneer [gedaagde] de woning zou hebben gekocht. [eisers] heeft dan ook geen schade geleden.
Dat brengt met zich dat de rechtbank pas van haar bevoegdheid tot matiging gebruik kan maken indien toepassing van een boetebeding in de gegeven omstandigheden tot een buitensporig en daarmee onaanvaardbaar resultaat leidt. Daarbij zal de rechtbank niet alleen moeten letten op de verhouding tussen de werkelijke schade en de hoogte van de boete, maar ook op de aard van de overeenkomst, de inhoud en strekking van het beding en de omstandigheden waaronder het beding is ingeroepen.
Het beding heeft tot doel discussies over de hoogte van de schadevergoeding te voorkomen. Het beding dient als prikkel tot nakoming, maar ook ter voorkoming dat kopers te lichtvaardig een koopovereenkomst aangaan.
€ 1.162,50 is echter te hoog, nu dit is gebaseerd op de gevorderde hoofdsom en de vordering tot een lager bedrag (€ 15.000,-) wordt toegewezen. Op basis van de onder het Besluit gehanteerde staffel zal een bedrag van (€ 875 + 1% over (€ 15.000 - € 10.000) =) € 925,- aan buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen.
De vordering zal dan ook worden toegewezen.
4.13. De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten zal worden toegewezen met inachtneming van de hierna te bepalen termijn.
1.390,00(2 punten × tarief € 695,00)