ECLI:NL:RBAMS:2020:1514

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
5 maart 2020
Publicatiedatum
6 maart 2020
Zaaknummer
13/997049-19
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van de invoer van heroïne in Nederland met voorbereidingshandelingen

Op 5 maart 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van de invoer van 6,58 gram heroïne in Nederland op 2 september 2019, alsook van voorbereidingshandelingen voor de invoer van 1297 kilo heroïne. Het onderzoek, genaamd 26Astoria, begon na een melding van de Britse autoriteiten over een onderschepte container met heroïne. De verdachte werd in verband gebracht met de invoer van een kleine hoeveelheid heroïne, die als monster was teruggeplaatst in de container, en met de organisatie van de loods waar de heroïne zou worden gelost. Tijdens de rechtszittingen op 27 november 2019 en 20 februari 2020 heeft de rechtbank de vordering van de officieren van justitie, mrs. B.C. Niks en J.F. de Boer, gehoord, evenals de verdediging van de verdachte, mr. E.P.N. Pieterse. De rechtbank oordeelde dat de verdachte een actieve rol had gespeeld in de invoer van de heroïne, ondanks zijn ontkenning van betrokkenheid. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de voorbereidingshandelingen, maar achtte het medeplegen van de invoer van de heroïne bewezen. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht jaar.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS
Parketnummer: 13/997049-19
Datum uitspraak: 5 maart 2020
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1992,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres [adres] ,
gedetineerd in [detentieplaats] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen op 27 november 2019 en 20 februari 2020.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officieren van justitie, mrs. B.C. Niks en J.F. de Boer, en van wat verdachte en zijn raadsvrouw, mr. E.P.N. Pieterse, naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is – kort gezegd – ten laste gelegd dat hij zich heeft schuldig gemaakt aan
het invoeren van 6,58 gram heroïne in Nederland op 2 september 2019, al dan niet in vereniging gepleegd;
het treffen van voorbereidingshandelen die zien op de invoer van 1297 kilo heroïne in Nederland, al dan niet in vereniging gepleegd.
De tekst van de integrale tenlastelegging is opgenomen in bijlage 1 die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officieren van justitie zijn ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Feiten en omstandigheden
Het opsporingsonderzoek 26Astoria is op 2 september 2019 gestart naar aanleiding van het bericht dat het Landelijk Internationaal Rechtshulp Centrum (LIRC) ontving van de Dienst Landelijk Informatie Organisatie (DLIO), waaruit bleek dat er in de haven van [naam haven] (Groot-Brittannië) een container is onderschept die bestemd was voor Nederland ( [bedrijf 1] , [plaats] ), met daarin 1.297 kilo heroïne verstopt in een deklading handdoeken. De lading heroïne is door de Britse autoriteiten vervangen door dummies en er is een monster van 6,58 gram heroïne teruggeplaatst in de container, die vervolgens doorgetransporteerd is naar Antwerpen, België. Vanaf Antwerpen is de container door een vrachtwagen, voorzien van kenteken [kentekennummer 1] en een oplegger met kenteken [kentekennummer 2] , Nederland ingevoerd, met als bestemming [bedrijf 2] te [plaats] . Een observatieteam ziet dat medeverdachte [medeverdachte 1] , bestuurder van eerder genoemde vrachtwagen, spreekt met twee personen: verdachte, bestuurder van een Volkswagen Caddy voorzien van kenteken [kentekennummer 3] , en medeverdachte [medeverdachte 2] . Verdachte geeft aanwijzingen aan [medeverdachte 1] , waarna de vrachtwagen aan de achterkant van het terrein van [bedrijf 2] wordt geparkeerd. Gezien wordt dat medeverdachte [medeverdachte 3] met een Jumbo-tas het terrein opgelopen komt. Nadat er is begonnen met het uitladen van de container, wordt [medeverdachte 3] samen met [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] aangehouden. In de loods van [bedrijf 2] wordt op de grond een opengesneden dummy-pakketje aangetroffen en een Jumbo-tas, met daarin handschoenen, tape, stanleymessen en containzegels, die na onderzoek nagemaakt blijken te zijn. Verdachte, die reeds was weggereden, wordt gevolgd en even later aangehouden.
Onder medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] worden iPhones aangetroffen die waren voorzien van Sky Ecc encryptie software, die daags voor de aanhouding vermoedelijk tegelijkertijd zijn geactiveerd op dezelfde plaats (Den Haag). Daarna hebben zij op meerdere momenten verbinding gemaakt met dezelfde basisstations. Ook in de auto van verdachte werd een iPhone aangetroffen voorzien van Sky Ecc encryptiesoftware. Op deze telefoon staan in de ‘iOS User Word Dictionary’ termen als: [medeverdachte 1] , containers, douane, heftruck en zwijgrecht.
4.2.
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
Het Openbaar Ministerie heeft gerekwireerd tot integrale bewezenverklaring.
Kortgezegd is ten aanzien van feiten 1 en 2 aangevoerd dat verdachte als medepleger kan worden beschouwd van de invoer van 6,58 gram heroïne en de voorbereidingshandelingen die zien op de invoer van 1297 kilo. Er is sprake geweest van een nauwe en bewuste samenwerking en geen van de verdachten heeft slechts een bijdrage van ondersteunende aard geleverd. Verdachte heeft daags voor het drugstransport een heftruck en loods geregeld waar de container met heroïne uiteindelijk wordt gelost. Verdachte wist dat de container zou komen, omdat [bedrijf 2] niet de bestemming op de vrachtbrief is. Daarbij gaat verdachte met medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] in gesprek en worden er op zijn telefoon foto’s aangetroffen van een gesprek over een ander transport, gevoerd met een encryptietelefoon. Verder beschikt verdachte over een telefoon met Sky Ecc software, waaruit volgt dat verdachte afgeschermd kan communiceren. In de Sky Ecc App op de telefoon van verdachte wordt een foto aangetroffen van het terrein van de loods van [bedrijf 2] , die kort voor de ontmoeting met de medeverdachten is geopend. In de woordenlijst op de telefoon van verdachte zijn woorden opgenomen, waaruit volgt dat verdachte was voorbereid op de situatie dat hij zou worden aangehouden. Dat verdachte niet op heterdaad is aangehouden in de loods, maakt niet dat hij niet als medepleger kan worden aangemerkt: verdachte heeft (toegang tot) de loods en de heftruck geregeld, en heeft met iemand gecommunceerd over het transport, wat blijkt uit de foto van de (omgeving van) de loods op zijn Sky Ecc App.
4.3.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van het onder 1 en 2 ten laste gelegde. De raadsvrouw heeft hiertoe aangevoerd dat het dossier geen aanknopingspunten biedt waaruit blijkt dat verdachte een rol heeft gespeeld bij (voorbereidingshandelingen die zien op) de invoer van heroïne en dat hij hier opzet heeft gehad. Verdachte heeft geen rol gehad bij de invoer van heroïne. Uit niets blijkt dat verdachte wetenschap had van de aanwezigheid van heroïne. Uit het dossier blijkt alleen dat verdachte contact heeft gehad met getuige [naam getuige] over het gebruik van de loods en de heftruck om een vrachtwagen met te lossen en dat verdachte enkel op kortdurende momenten in wisselende samenstelling in gezelschap van medeverdachten is geweest, wat onvoldoende is om van medeplegen te spreken.
Verdachte gebruikt de onder hem aangetroffen telefoon met SKY Ecc software om op een veilige manier met zijn klanten te communiceren. De klanten van verdachte wensen afgeschermd te kunnen communiceren, omdat zij deel uitmaken van de Quote500 mensen, al dan niet van beursgenoteerde bedrijven.
Tot slot zeggen de woorden in het iOS Word Dictionary niet zo veel, nu onduidelijk is welke termen standaard in de lijst zijn opgenomen en door wie de lijst mogelijk is aangevuld. Ook zijn de op de telefoon aangetroffen screenshots niet veelzeggend, omdat niet duidelijk is door wie deze screenshots zijn gemaakt. Nu er geen enkel verband kan worden gelegd tussen voornoemde elementen en de tenlastelegging, heeft verdachte zich beroepen op zijn zwijgrecht. Het stilzwijgen van verdachte kan niet worden gebruikt in de bewijsredenering, omdat er geen sprake is van een ‘formidable case’ of een ‘prima facie case against the accused’.
4.4.
Het oordeel van de rechtbank
4.4.1.
Vrijspraak van het onder 2 ten laste gelegde
De rechtbank acht niet bewezen wat onder 2 is ten laste gelegd. De rechtbank is van oordeel dat uit het dossier niet volgt dat verdachte, al dan niet samen met anderen, heeft getracht iemand te bewegen tot de ten laste gelegde voorbereidingshandelingen. De rechtbank is het niet eens met de officieren van justitie ten aanzien van het punt dat er sprake is van een cumulatieve-/alternatieve tenlastelegging, waardoor het wegstrepen van het bestanddeel “een ander trachten te bewegen” geen problemen oplevert. Feit 2 op de tenlastelegging is naar het oordeel van de rechtbank enkel toegespitst op artikel 10a lid 1 sub 1 van de Opiumwet. Niet kan worden gesteld dat verdachte met zijn handelen of gedragingen een ander heeft getracht te bewegen tot één van de ten laste gelegde voorbereidingshandelingen. Het wegstrepen van dit bestanddeel zou betekenen dat de grondslag van de tenlastelegging wordt verlaten. Dit alles leidt ertoe dat verdachte van dit feit zal worden vrijgesproken.
4.4.2.
Bewijsoverweging ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde
Op basis van de stukken in het dossier en het verhandelde ter terechtzitting stelt de rechtbank vast dat verdachte de loods heeft geregeld waar de vrachtwagen, bestuurd door [medeverdachte 1] , met daarin 6,58 gram heroïne op zijn aanwijzing kon worden gelost door [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] en dat hij ter plaatse aanwijzingen heeft gegeven.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft verdachte hiermee concrete handelingen verricht en zo een actieve en belangrijke bijdrage geleverd aan de invoer van 6,58 gram heroïne. De rechtbank leidt uit het dossier af dat een veel grotere partij van 1.297 kilo heroïne ingevoerd had moeten worden. Deze partij is door de Britse autoriteiten onderschept, waarna er een monster van 6,58 gram is teruggeplaatst. Een dergelijk grote partij met een straatwaarde tussen de 25.000.000 en 50.000.000 Euro wordt niet toevertrouwd aan willekeurige personen.
Dat verdachte beschikte over een telefoon voorzien van Sky App software met een recent geopende screenshot van de omgeving van [bedrijf 2] , een woordenlijst op de telefoon met termen als ‘ [medeverdachte 1] ’ (medeverdachte), coke, containers, Pakistan, ‘Pieterse’ (zijn raadsvrouw) en ‘zwijgrecht’, duidt er naar het oordeel van de rechtbank ook op dat verdachte zich bezig hield met transport van verdovende middelen en dat hij hierbij rekening hield met het scenario dat hij zou worden aangehouden. Met een telefoon voorzien van SKY Ecc encryptiesoftware kan versleuteld gecommuniceerd worden. Het is algemeen bekend dat dit soort telefoons in het criminele circuit worden gebruikt om door middel van versleutelde berichten veilig met elkaar te kunnen communiceren. Hoewel de rechtbank niet kan vaststellen dat er daadwerkelijk berichtenverkeer is geweest met betrekking tot dit transport, staat er op de telefoon van verdachte wel een foto van de omgeving van de loods, die vlak voor de aanhouding is geopend. De rechtbank gaat er dan ook vanuit dat deze telefoon is gebruikt ten behoeve van het drugstransport. De verklaring van verdachte, dat hij de telefoon met Sky Ecc software gebruikt voor vertrouwelijke communicatie met zijn klanten, acht de rechtbank in het licht van de overige stukken in het dossier volstrekt onaannemelijk. Dit vindt steun in de foto’s van een encryptietoestsel waarop berichten te zien zijn die zien op een ander transport, die zijn aangetroffen op de andere telefoon van verdachte.
Op grond van het vorenoverwogene is de rechtbank van oordeel dat het niet anders kan zijn dan dat de verdachte tevoren van het werkelijke inhoud van de lading op de hoogte was. Hiermee staat naar het oordeel van de rechtbank dan ook vast dat de verdachte opzet heeft gehad op de invoer van de heroïne in Nederland. Uit het handelen van verdachte blijkt dat hij zijn eigen handen schoon wilde houden. Hoewel verdachte zelf een bedrijf heeft op hetzelfde bedrijventerrein, heeft hij er bewust voor gekozen om de lading te lossen in een ander bedrijf.
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het medeplegen van de invoer van de ten laste gelegde hoeveelheid heroïne, waarbij de rechtbank zich baseert op het in de container teruggeplaatste monster. Uit het dossier volgt dat verdachte met anderen heeft samengewerkt bij de uitvoering van het drugstransport, waarbij zijn eigen bijdrage van voldoende gewicht is geweest om van medeplegen te spreken.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in bijlage 2 vervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
1.
op 2 september 2019 te [plaats] , tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht 6,58 gram heroïne.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.De strafbaarheid van het feit

Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straffen en maatregelen

8.1.
De eis van de officieren van justitie
De officieren van justitie hebben gevorderd dat verdachte voor de door hen onder 1 en 2 bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 (acht) jaren en 6 (zes) maanden, met aftrek van voorarrest.
8.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit en de rechtbank dan ook verzocht geen straf of maatregel aan verdachte op te leggen.
8.3.
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van het binnen het grondgebied van Nederland brengen van heroïne. Hoewel er maar een kleine hoeveelheid is ingevoerd, volgt uit het dossier dat er een zeer grote partij heroïne, namelijk 1297 kilo, zoals onderschept in Engeland, ingevoerd had moeten worden. De rechtbank gaat bij de straftoemeting dan ook uit van de gehele partij heroïne. Een dergelijk grote partij brengt een enorme winstgevendheid met zich mee. Verdachte heeft gehandeld uit winstbejag en heeft zich niet bekommerd om de nadelige gevolgen die handel in verdovende middelen met zich meebrengt. Het is een feit van algemene bekendheid dat harddrugs grote gevaren voor de gezondheid van gebruikers ervan kunnen opleveren en dat het gepaard gaat met overlast in de samenleving en andere vormen van ernstige criminaliteit.
De rechtbank heeft acht geslagen op het Uittreksel Justitiële Documentatie (het strafblad) van verdachte van 23 januari 2020, waaruit volgt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor enig strafbaar feit.
Bij het bepalen van de strafmaat is gekeken naar de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het LOVS en naar de straffen die door deze rechtbank in overeenkomstige zaken zijn toegepast. De oriëntatiepunten van de LOVS schrijven geen straffen voor die zien op dergelijk grote partijen. Deze reikt tot een hoeveelheid van twintig kilo of meer, waarvoor een gevangenisstraf tussen de zestig en tweeënzeventig maanden wordt voorgeschreven. De rechtbank acht in dit geval dan ook een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van langere duur op zijn plaats. De rechtbank houdt bij de straftoemeting rekening met de aansturende rol die verdachte had in het geheel, waarbij hij zijn eigen handen ‘schoon’ heeft gehouden en anderen de uitvoeringshandelingen heeft laten verrichten. Alles overwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van acht jaar passend en geboden.

9.Beslag

Onder verdachte zijn de volgende voorwerpen in beslag genomen:
1.
1.00 STK Computer kl.: zilver (Apple MacBook Pro C02JN1PSDR53)
GR099.01.01.001
2.
1.00 STK Document (diverse papieren)
GR099.02.01.001
3.
1.00 STK Zaktelefoon (Apple iPhone 7)
VF446X.01.001
4.
1.00 STK Zaktelefoon kl: wit (Apple iPhone)
VF446X.01.002
5.
1.00 STK Tas (Louis Vuitton)
VF446X.01.003
6.
1.00 STK Audi autosleutel met opschrift S8
VF446X.02.001
7.
1.00 STK Sleutelbos (sleutelring met 3 sleutels)
VF446X.02.002
8.
1.00 STK Sleutelbos (sleutelring met 3 sleutels)
VF446X.02.003
9.
1.00 STK Sleutelbos (sleutelring met 3 sleutels)
VF446X.02.004
10.
1.00 STK Stanleymes
WE014.01.01.001
11.
1.00 STK Handdoek (rechts)
WE014.01.01.003
12.
1.00 STK Handdoek (op pakket)
WE014.01.01.004
13.
1.00 STK Zegel
WE014.01.02.001
9.1.
Verbeurdverklaring
De onder 1, 3, 4, 10, 11 en 12 genummerde voorwerpen worden verbeurdverklaard. Deze voorwerpen behoren aan verdachte toe en zijn tot het begaan van het onder 1 bewezen geachte bestemd of met behulp van deze voorwerpen is het onder 1 bewezen geachte begaan.
9.2.
Onttrekking aan het verkeer
Het onder 13 genummerde voorwerp is van dien aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang. Dit voorwerp wordt onttrokken aan het verkeer.
9.3.
Teruggave aan verdachte
De onder 2, 5, 6, 7, 8 en 9 genummerde voorwerpen behoren aan verdachte toe en zullen aan hem worden teruggegeven, nu het belang van strafvordering zich hier niet tegen verzet. De rechtbank ziet onvoldoende verband tussen het bewezenverklaarde en het inbeslaggenomen geldbedrag.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 33, 33a en 47 van het Wetboek van Strafrecht en artikelen 2 en 10 van de Opiumwet.

11.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het onder 2 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
ten aanzien van feit 1:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvan 8
(acht) jaar.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Ten aanzien van het beslag:
Verklaart verbeurd:
1.
1.00 STK Computer kl.: zilver (Apple MacBook Pro C02JN1PSDR53)
GR099.01.01.001
3.
1.00 STK Zaktelefoon (Apple iPhone 7)
VF446X.01.001
4.
1.00 STK Zaktelefoon kl: wit (Apple iPhone)
VF446X.01.002
10.
1.00 STK Stanleymes
WE014.01.01.001
11.
1.00 STK Handdoek (rechts)
WE014.01.01.003
12.
1.00 STK Handdoek (op pakket)
WE014.01.01.004
Verklaart
onttrokken aan het verkeer:
13.
1.00 STK Zegel
WE014.01.02.001
Gelast de
teruggave aan verdachtevan:
2.
1.00 STK Document (diverse papieren)
GR099.02.01.001
5.
1.00 STK Tas (Louis Vuitton)
VF446X.01.003
6.
1.00 STK Audi autosleutel met opschrift S8
VF446X.02.001
7.
1.00 STK Sleutelbos (sleutelring met 3 sleutels)
VF446X.02.002
8.
1.00 STK Sleutelbos (sleutelring met 3 sleutels)
VF446X.02.003
9.
1.00 STK Sleutelbos (sleutelring met 3 sleutels)
VF446X.02.004
Dit vonnis is gewezen door
mr. M. van Mourik, voorzitter,
mrs. R.A.J. Hübel en H.E. Hoogendijk, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. A.E. van der Burg, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 5 maart 2020.
[(...)]
[(...)]
  • [(...)]
  • [(...)]
  • [(...)]
  • [(...)]
  • [(...)]
  • [(...)]
  • [(...)]
  • [(...)]
[(...)]
[(...)]
[(...)]
[(...)]
[(...)]
[(...)]