ECLI:NL:RBAMS:2020:1498

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
12 februari 2020
Publicatiedatum
5 maart 2020
Zaaknummer
RK 20/117
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Klaagschrift ex artikel 164 lid 8 van de Wegenverkeerswet 1994 betreffende teruggave rijbewijs

Op 9 januari 2020 heeft klager een klaagschrift ingediend bij de Rechtbank Amsterdam, waarin hij verzocht om teruggave van zijn rijbewijs dat eerder was ingevorderd. Klager, die werkt bij het schoonmaakbedrijf van zijn vader, heeft aangevoerd dat hij zijn rijbewijs dringend nodig heeft voor zijn werk, omdat hij verantwoordelijk is voor het binnenhalen van nieuwe klanten en het leidinggeven bij lopende projecten. Het ontbreken van een rijbewijs belemmert hem in zijn werkzaamheden, aangezien hij dagelijks meerdere locaties moet bezoeken voor besprekingen en het bevoorraden van schoonmaakspullen.

Tijdens de openbare raadkamer op 12 februari 2020 heeft de gemachtigde raadsman van klager, mr. R.P. Eefting, en de officier van justitie, mr. P. van Laere, hun standpunten toegelicht. De officier van justitie heeft verklaard zich niet te verzetten tegen de teruggave van het rijbewijs, omdat het rijbewijs niet op de juiste manier was verwerkt na de invordering. Het rijbewijs was opgestuurd naar het CVOM, maar was daar niet aangekomen. Na het vinden van het rijbewijs op 10 februari 2020, was het direct aan klager geretourneerd, maar klager had het nog niet ontvangen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de procedures rondom de invordering van het rijbewijs niet goed zijn verlopen. Klager was eerder veroordeeld voor soortgelijke feiten, maar de rechtbank oordeelt dat het beklag gegrond is. De rechtbank heeft besloten het beklag te verklaren en gelast de teruggave van het rijbewijs aan klager. Deze beslissing is openbaar uitgesproken op 12 februari 2020, en klager heeft de mogelijkheid om binnen veertien dagen beroep in cassatie aan te tekenen bij de Hoge Raad.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 96/031896-20
RK: 20/117
Beschikking op het klaagschrift ex artikel 164 lid 8 van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994) van:
[klager],
geboren op [geboortedag] 1990 te [geboorteplaats],
wonende op het adres [adres],
woonplaats kiezend op het kantooradres van zijn raadsman, mr. R.P. Eefting,
[adres raadsman],
klager.

1.De procesgang

Het klaagschrift is op 9 januari 2020 bij akte ingediend ter griffie van deze rechtbank.
De rechtbank heeft op 12 februari 2020 de gemachtigde raadsman van klager en de officier van justitie, mr. P. van Laere, in openbare raadkamer gehoord.

2.De inhoud van het klaagschrift

Het klaagschrift strekt tot teruggave van het rijbewijs van klager dat was ingevorderd.
Klager heeft in zijn klaagschrift betoogd zijn rijbewijs dringend nodig te hebben voor zijn werk en – kort weergegeven – het volgende aangevoerd. Klager werkt bij het schoonmaakbedrijf van zijn vader en heeft sinds zijn vader ziek is de leiding over het bedrijf. Klager is verantwoordelijk voor het binnenhalen van nieuwe klanten en het leidinggeven bij lopende projecten. Klager is afhankelijk van zijn auto, omdat hij iedere dag langs meerdere locaties moet om besprekingen te hebben en voor het bevoorraadden van de schoonmaakspullen. Het niet hebben van een rijbewijs maakt dat klager niet of nauwelijks in staat is om zijn werk uit te voeren, hetgeen hem direct enorme problemen oplevert.
De raadsman heeft in openbare raadkamer in aanvulling op het klaagschrift opgemerkt dat het rijbewijs inmiddels aan klager is geretourneerd, maar dat het rijbewijs nog niet is ontvangen.

3.Het standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie heeft verklaard zich niet te verzetten tegen teruggave van het rijbewijs aan klager. Het rijbewijs van klager was opgestuurd naar het CVOM, maar is daar niet in het juiste proces terechtgekomen. De procedures zijn niet goed verlopen en daarom is het rijbewijs aan klager geretourneerd. Het rijbewijs is nog niet met zekerheid bij klager in handen en daarom dient het bezwaarschrift gegrond verklaard te worden.

4.De beoordeling

Tegen klager is proces-verbaal opgemaakt ter zake van verdenking van overtreding van artikel 62 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, gepleegd op de Burgemeester Kastelijnweg te Aalsmeer op 4 januari 2020.
Het proces-verbaal houdt in dat klager de maximumsnelheid, aangegeven door bord model A1, na wettelijke correctie heeft overschreden met 67 kilometer per uur, uitgaande van maximum snelheid van 50 kilometer per uur.
Op 4 januari 2020 is op grond van het bovenstaande het rijbewijs van klager ingevorderd.
Daarna is het rijbewijs door de politie naar het CVOM verstuurd. Het rijbewijs is echter niet aangekomen bij het CVOM. Nadat het rijbewijs op 10 februari 2020 is gevonden, is het direct aan klager geretourneerd.
Uit het uittreksel justitiële documentatie van 5 februari 2020 blijkt onder meer dat klager eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten.
Op 30 maart 2020 om 15:05 uur zal de strafzaak tegen klager worden behandeld.
De rechtbank overweegt het volgende. De procedures die normaliter volgen nadat een rijbewijs is ingevorderd zijn bij klager niet goed verlopen. Het rijbewijs is daarom inmiddels geretourneerd aan klager. Het rijbewijs is nog niet door klager ontvangen. De rechtbank acht daarom het beklag gegrond.

5.De beslissing

De rechtbank verklaart het beklag
gegrond.
De rechtbank gelast de teruggave van het rijbewijs aan [klager].
Deze beslissing is gegeven door
mr. M.E. Leijten, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. C.T. St Rose, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 12 februari 2020.
Tegen deze beslissing staat voor klager beroep in cassatie bij de Hoge Raad open, in te stellen bij de griffie van deze rechtbank, binnen veertien dagen na betekening van deze beschikking.