Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
Proces-verbaal van mondelinge uitspraak op 2 maart 2020
[belanghebbende] ,
- mr. Wervelman, voornoemd,
- mevrouw [medewerkster verzoekster] , [functie] ,
- de heer [medewerker verzoekster] , [functie] ,
- mr. Koert, voornoemd,
- [belanghebbende] , voornoemd,
- [betrokkene], de partner van [belanghebbende] .
De gronden van de beslissing
Hetgeen overigens over en weer is aangevoerd, kan niet leiden tot een ander oordeel en behoeft dus geen bespreking. Bij deze stand van zaken wordt dus niet toegekomen aan nadere vraagstelling aan (een van) de betrokken neurologen dan wel het gelasten van een nieuw neurologisch deskundigenbericht.” Daarbij heeft de rechtbank uitdrukkelijk geoordeeld dat Movir niet zal worden toegelaten tot hoger beroep tegen het tussenvonnis.
“het zou kunnen dat de rechtbank naar aanleiding van dit deskundigenbericht aanleiding ziet om terug te komen op haar bindende eindbeslissing”.In ieder geval maakt Movir duidelijk dat zij zich, zoals zij schrijft in nummer 12 van haar verzoekschrift, “
met deze overwegingen van de rechtbank absoluut niet kan verenigingen”.Daarom wenst zij, volgens nummer 26 van het verzoekschrift, een deskundige te benoemen ter beoordeling of
“hetgeen de rechtbank tot uitgangspunt heeft genomen juist is”.