In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 16 januari 2020 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Club Logistics Services Limited (eisende partij) en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij vorderde betaling van € 149,00 aan hoofdsom, vermeerderd met rente en kosten, voor de levering van een accu in een personenauto. De procedure begon met een tussenvonnis op 29 augustus 2019, waarin de eisende partij werd opgedragen om een informatieformulier in te vullen en dit aan de gedaagde partij te sturen, zodat deze kon reageren.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eisende partij niet voldeed aan de wettelijke informatieverplichtingen die voortvloeien uit de overeenkomst. De eisende partij stelde echter dat er geen schriftelijke overeenkomst was en dat de vordering niet gebaseerd was op algemene voorwaarden. De levering van de accu was gedaan door de ANWB wegenwachtservice op verzoek van de gedaagde partij, wat de situatie bijzonder maakte. De kantonrechter oordeelde dat de informatieverstrekking aan de consument, zoals weergegeven op de factuur, onder de gegeven omstandigheden passend en afdoende was.
De kantonrechter heeft de vordering toegewezen, waarbij de gedaagde partij werd veroordeeld tot betaling van de hoofdsom, rente, buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten. De veroordelingen zijn uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, en de uitspraak benadrukt het belang van de informatieverplichtingen in het civiele recht, vooral in bijzondere situaties.