Op 28 januari 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft het verzoek van de officier van justitie tot het verlenen van een zorgmachtiging toegewezen voor een betrokkene die lijdt aan een psychische stoornis, specifiek psychotische decompensatie met katatone kenmerken in het kader van eerder gediagnosticeerde schizofrenie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene ernstig nadeel ondervindt, waaronder levensgevaar en ernstige psychische schade, en dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Hierdoor is verplichte zorg noodzakelijk.
De rechtbank heeft de in het zorgplan genoemde vormen van zorg goedgekeurd, waaronder insluiting, toediening van vocht, voeding en medicatie, en het beperken van de bewegingsvrijheid. Daarnaast heeft de rechtbank bepaald dat er een aanvullende vorm van verplichte zorg moet worden verleend, namelijk het verrichten van medische controles, gezien de betrokkene Clozapine gebruikt, wat ernstige bijwerkingen kan hebben. De rechtbank heeft de machtiging verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 28 juli 2020, en heeft bepaald dat het zorgplan dienovereenkomstig moet worden gewijzigd. De beschikking is mondeling gegeven door rechter R.M. Troost en op dezelfde dag in het openbaar uitgesproken, met G.P. Menkveld als griffier.