ECLI:NL:RBAMS:2020:1267

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
28 januari 2020
Publicatiedatum
27 februari 2020
Zaaknummer
678606 / FA RK 20/222
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing zorgmachtiging met aanvullende verplichte zorg onder Wvggz

Op 28 januari 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft het verzoek van de officier van justitie tot het verlenen van een zorgmachtiging toegewezen voor een betrokkene die lijdt aan een psychische stoornis, specifiek psychotische decompensatie met katatone kenmerken in het kader van eerder gediagnosticeerde schizofrenie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene ernstig nadeel ondervindt, waaronder levensgevaar en ernstige psychische schade, en dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Hierdoor is verplichte zorg noodzakelijk.

De rechtbank heeft de in het zorgplan genoemde vormen van zorg goedgekeurd, waaronder insluiting, toediening van vocht, voeding en medicatie, en het beperken van de bewegingsvrijheid. Daarnaast heeft de rechtbank bepaald dat er een aanvullende vorm van verplichte zorg moet worden verleend, namelijk het verrichten van medische controles, gezien de betrokkene Clozapine gebruikt, wat ernstige bijwerkingen kan hebben. De rechtbank heeft de machtiging verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 28 juli 2020, en heeft bepaald dat het zorgplan dienovereenkomstig moet worden gewijzigd. De beschikking is mondeling gegeven door rechter R.M. Troost en op dezelfde dag in het openbaar uitgesproken, met G.P. Menkveld als griffier.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht Team Familie & Jeugd
zaaknummer / rekestnummer: C/13 / 678606 / FA RK 20/222
kenmerk: 1010217
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 28 januari 2020van de rechtbank Amsterdam naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene]
geboren op [geboortedatum] 1978,
wonende te [woonplaats] , [adres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. P. Jeeninga te Amsterdam.

1.Procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 17 januari 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring d.d. 10 januari 2020;
  • het zorgplan inclusief de bijlagen d.d. 10 januari 2020;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur, bedoeld in artikel 5:15 Wvggz; en
  • een uittreksel uit het in artikel 391 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde curateleregister;
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 28 januari 2020, bij Arkin, locatie [ggz instelling] , [plaats] .
Ter zitting waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene;
- raadsman van betrokkene, mr. P. Jeeninga;
- psychiater, de heer V. Holländer.
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig is, is de officier van justitie niet ter zitting verschenen
.

2.Beoordeling

2.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van psychotische decompensatie met katatone kenmerken in het kader van een eerder gediagnosticeerde schizofrenie.
2.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in:
Levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige materiële schade, ernstige immateriële schade, ernstige financiële schade, ernstige zelfverwaarlozing, bedreiging van de veiligheid van betrokkene al dan niet doordat hij onder invloed van een ander raakt, de situatie dat betrokkene hinderlijk gedrag voor anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
2.3
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen of de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
2.4
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur en bestaan uit:
  • toedienen van vocht, voeding en medicatie;
  • beperken van de bewegingsvrijheid;
(voor de duur van zes maanden, waarbij onder meer fixatie in verband met een ECT behandeling is genoemd.)
|
- insluiten;
(voor de duur van drie maanden)
  • uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • onderzoek aan kleding of lichaam;
  • onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
  • controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
  • opnemen in een accommodatie.
2.5
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.6
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.7
Hetgeen namens/door betrokkene als verweer is aangevoerd doet aan het voorgaande niet af. De rechtbank is van oordeel dat het ontslag van betrokkene uit de kliniek op dit moment niet gewenst is omdat begeleiding van én de medewerking daaraan door betrokkene noodzakelijk wordt geacht.
2.8
De in het zorgplan genoemde zorg zal naar het oordeel van de rechtbank echter het ernstig nadeel niet volledig kunnen wegnemen. Om die reden zal de rechtbank bepalen dat er een aanvullende vorm van verplichte zorg dient te worden verleend, te weten:
- het verrichten van medische controles (voor de duur van zes maanden).
De behandelend psychiater heeft toegelicht dat het verrichten van medische controles noodzakelijk is omdat betrokkene Clozapine gebruikt, een antipsychoticum dat ernstige bijwerkingen kan geven.
- of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis ter behandeling van een somatische aandoening.
De rechtbank heeft het verzoek van het OM, waaronder inbegrepen alle verplichte zorg om de ECT behandeling mogelijk te maken zoals besproken tijdens de mondelinge behandeling, toegewezen. Het ontbreken van het vinkje bij “andere medische behandelingen” is een omissie. Dat doet echter er niet aan af dat de machtiging, inclusief alle verzochte zorg (al dan niet door het OM onder de juiste noemer gekwalificeerd), is toegewezen. De toewijzing ziet dan ook tevens op medische behandeling. De rechtbank bepaalt dat het zorgplan dienovereenkomstig dient te worden gewijzigd.
2.9
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden.

3.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [betrokkene] , geboren op [geboortedatum] 1978, voor zover het de in rechtsoverweging 2.4 en 2.8 genoemde vormen van verplichte zorg betreft;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk 28 juli 2020.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. R.M. Troost, rechter, en op 28 januari 2020 in het openbaar uitgesproken, bijgestaan door G.P. Menkveld als griffier.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.