ECLI:NL:RBAMS:2020:1266

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
30 januari 2020
Publicatiedatum
27 februari 2020
Zaaknummer
C/13 678996 / FA RK 20/368
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot voortzetting van crisismaatregel op basis van Wvggz

Op 30 januari 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had verzocht om verlenging van de op 26 januari 2020 opgelegde crisismaatregel voor de betrokkene, geboren in 1992. De mondelinge behandeling vond plaats bij GGZ InGeest, waar de rechtbank de betrokkene en haar raadsman, mr. L.M.A. Schwartz, hoorde. De psychiater, de heer W. van der Plas, en arts, de heer P. Matser, waren ook aanwezig.

Tijdens de zitting verklaarde de betrokkene dat haar gezondheid verbeterd was sinds de opname en dat zij bereid was om vrijwillig in de kliniek te verblijven. De raadsman pleitte voor afwijzing van het verzoek, stellende dat de betrokkene voldoende ziekte-inzicht had en dat er een sterk ondersteunend netwerk was van haar ouders en partner. De psychiater bevestigde dat de betrokkene bekend was met een bipolaire I stoornis en dat er voldoende vertrouwen was dat zij haar medicatie zou blijven innemen.

De rechtbank oordeelde dat er voldoende instemming was van de betrokkene met de zorg en dat het ernstig nadeel kon worden weggenomen. Gezien de verbeterde situatie van de betrokkene en het ontbreken van onmiddellijk dreigend nadeel, besloot de rechtbank het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel af te wijzen. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter mr. H.M. Patijn en op 28 januari 2020 in het openbaar uitgesproken, met G.P. Menkveld als griffier.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht Team Familie & Jeugd
zaaknummer / rekestnummer: C/13 / 678996 / FA RK 20/368
kenmerk: 1088679
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 30 januari 2020naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene]
geboren op [geboortedatum] 1992,
wonende te [woonplaats] , [adres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. L.M.A. Schwartz te Amsterdam.

1.Procesverloop

Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 27 januari 2020, heeft de officier van justitie verzocht om verlenging van de op 26 januari 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel d.d. 26 januari 2020;
  • de medische verklaring d.d. 25 januari 2020.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 30 januari 2020, bij GGZ InGeest, locatie [ggz instelling] , [plaats] .
Ter zitting waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene;
- raadsman van betrokkene, mr. L.M.A. Schwartz;
- psychiater, de heer W. van der Plas;
- arts, de heer P. Matser.
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig is, is de officier van justitie niet ter zitting verschenen.

2.Beoordeling

2.1
Uit de overgelegde stukken, het gehouden verhoor en de verkregen inlichtingen, is het volgende gebleken.
Betrokkene verklaart dat zij veel heeft geslapen sinds de opname en dat het sindsdien beter met haar gaat. De gezondheid van haar baby is haar grootste zorg. Betrokkene is zich bewust van haar stoornis en twijfelt niet aan het oordeel van de arts. De voorgeschreven medicatie en behandeltrajecten zal zij zonder meer opvolgen.
De raadsman concludeert tot afwijzing van het onderhavige verzoek. Betrokkene heeft voldoende ziekte-inzicht en is bereid om vrijwillig in de kliniek te verblijven zolang dit nodig wordt geacht. Betrokkene is consistent in haar bereidheid tot behandeling. Ook slikt zij haar medicatie vrijwillig. Betrokkene heeft voldoende ondersteuning van haar ouders en partner. Dit netwerk kan toezien op zorg en de inname van medicatie. Betrokkene kan op dit netwerk vertrouwen.
De psychiater verklaart dat betrokkene bekend is met een bipolaire I stoornis en daardoor last heeft van manieën en depressies. Betrokkene is zes maanden geleden gestopt met het gebruik van lithium waardoor er sprake is van een recidiverende manie. Met het FACT Hoofddorp zijn afspraken gemaakt. Daarbij is sprake van een voldoende sterk netwerk dat toezicht kan houden op betrokkene. Betrokkene staat behandeling van de stoornis toe en er is voldoende vertrouwen dat betrokkene haar voor-geschreven medicatie blijft slikken en zich blijft houden aan de gemaakte afspraken. Sinds de opname is het beeld over betrokkene sterk veranderd waardoor de voortzetting van de crisismaatregel niet langer noodzakelijk lijkt te zijn. Het is verantwoord om betrokkene te laten gaan, aldus de psychiater.
De rechtbank is, op basis van hetgeen dat tijdens de mondelinge behandeling is besproken, van oordeel dat bij betrokkene voldoende sprake is van instemming. Betrokkene stemt in met de opname en daarbij is er voldoende vertrouwen dat betrokkene zorg zal accepteren zowel binnen als buiten de accommodatie. Het ernstig nadeel kan met deze zorg voldoende worden weggenomen. Ook is er geen sprake meer van onmiddellijk dreigend nadeel waardoor het voortzetten van de crisismaatregel niet langer nodig zal zijn.

3.Beslissing

De rechtbank:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. H.M. Patijn, rechter, en op 28 januari 2020 in het openbaar uitgesproken, bijgestaan door G.P. Menkveld als griffier.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open
.