Op 20 februari 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van meerdere diefstallen en beledigingen van ambtenaren. De rechtbank heeft de zaken die onder verschillende parketnummers waren ingediend, samengevoegd. De verdachte was aanwezig tijdens de zitting op 5 februari 2020, waar de officier van justitie, mr. G. Dankers, zijn vordering heeft gepresenteerd. De tenlastelegging omvatte onder andere de diefstal van een Starbucks Cappuccino en een krant, evenals beledigingen aan ambtenaren in functie. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de vernieling van een deur, omdat er onvoldoende bewijs was dat deze vernieling had plaatsgevonden. De rechtbank achtte de overige feiten bewezen en oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan diefstal en belediging van ambtenaren.
De officier van justitie had een ISD-maatregel van twee jaar geëist, maar de rechtbank oordeelde dat er voldoende aanknopingspunten waren voor gedragsverandering buiten het kader van de ISD-maatregel. De verdachte had al vier maanden in voorarrest gezeten, wat de rechtbank te lang vond. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier weken, met aftrek van de tijd die hij al in voorarrest had doorgebracht. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze waren begaan, en de persoonlijke situatie van de verdachte, die aangaf steun te zoeken in zijn geloof en zijn leven te willen veranderen. De vordering van de benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte was vrijgesproken van het ten laste gelegde feit.