3.2.3.Oordeel van de rechtbank
De rechtbank vindt bewezen dat verdachte op 10 februari 2019 samen met anderen een diefstal met geweld heeft voorbereid door een Volkswagen Polo en telefoons voorhanden te hebben. De rechtbank komt tot die conclusie op grond van de volgende feiten en omstandigheden, die zijn ontleend aan wettige bewijsmiddelen.
De rechtbank vindt niet bewezen dat verdachte op andere dagen in de ten laste gelegde periode straatroven heeft voorbereid of andere voorwerpen voorhanden heeft gehad om in die periode een straatroof te bereiden.
Telefoontap
Dat het telefoonnummer [nummer] van verdachte was, bleek niet voor het eerst uit de CIOT-bevraging, maar ook al eerder uit een verhoor van verdachte op 25 januari 2019 (zaak C). Daarmee was dit voorafgaand aan de aanvraag van de telefoontap al bekend.
De mondelinge machtiging is binnen de door de wet gestelde termijn op schrift gesteld. Op de drie-dagen-termijn vanaf donderdag 31 januari 2019 is de Algemene termijnenwet van toepassing en omdat de termijn op zondag zou eindigen, is de termijn op grond daarvan verlengd tot maandag 4 februari 2019.
Daarnaast is voldoende gebleken van een noodzaak tot het aftappen van de telefoon van verdachte en een dringende noodzaak dat dit mocht gebeuren op basis van een mondelinge machtiging. Verdachte was in beeld gekomen bij een ernstig strafbaar feit (Zaak A, feit 1) en daarnaast was sprake van meerdere ernstige straatroven waarbij dure horloges werden buitgemaakt. Tegen deze achtergrond heeft de rechter-commissaris in redelijkheid de (mondelinge) machtiging kunnen verstrekken om het telefoonnummer van verdachte te laten afluisteren.
Stelselmatige observaties
Ten aanzien van de observatie in de nacht van 1 op 2 februari 2019 is niet gebleken dat sprake was van zodanig observeren dat sprake was van een stelselmatige observatie in de zin van de wet. Dat deze observatie plaatsvond voordat een bevel tot stelselmatige observatie van de Volkswagen Golf was afgegeven levert daarmee ook geen vormverzuim op.
Ten aanzien van het bevel tot observatie, met kenmerk 19-06162 blijkt uit het dossier dat het mondelinge bevel op 7 februari 2019 is gegeven en dat deze op 14 mei 2019 op schrift is gesteld. De rechtbank constateert dat dit niet binnen de wettelijke termijn van drie dagen is gebeurd.
De rechtbank constateert ook dat het dossier bevelen tot observatie bevat van 4 en 8 februari 2019 (met kenmerk 19-01488) op basis waarvan in dit onderzoek verdachte stelselmatig geobserveerd mocht worden en de Volkswagen Golf en Volkswagen Polo met behulp van peilbakens gevolgd mochten worden. Bij deze bevelen is niet gebleken dat sprake is van vormverzuimen.
Tegen deze achtergrond en gelet op het belang van het geschonden voorschrift, de ernst van het verzuim en het nadeel voor verdachte kan worden volstaan met de constatering dat het bevel van 7 februari 2019 niet binnen de wettelijke termijn op schrift is gesteld.
Wel voorbereiding
Op 10 februari 2019, tussen 03:21 uur en 05:23 uur, worden de gesprekken die zijn gevoerd in een Volkswagen Polo met kenteken [kenteken] door de politie opgenomen en later uitgeluisterd.Op dat moment zitten [naam 2] , [naam 3] en een onbekende derde in de auto. Op 10 februari 2019 wordt het telefoonnummer van verdachte ( [nummer] ) ook getapt.
Uit de opnamen uit de auto en de tap op het telefoonnummer blijkt dat op 10 februari 2019 meerdere keren contact is tussen de mensen in de Volkswagen Polo en de telefoon van verdachte.
Verdachte stelt op zitting dat hij de gesprekken niet heeft gevoerd, dat hij zijn telefoon wel uitleende, ook voor meerdere dagen en dat de gesprekken dan dus door anderen gevoerd moeten zijn.
De rechtbank gaat ervan uit dat verdachte die nacht de bewuste gesprekken wel heeft gevoerd. Dat verdachte zijn telefoon heeft uitgeleend is onvoldoende aannemelijk geworden, mede ook doordat verdachte geen inzicht heeft willen geven aan wie en hoe lang hij de telefoon heeft uitgeleend. Daarnaast is door een verbalisant een deel van de belastende gesprekken op verschillende momenten van de nacht teruggeluisterd en daarop is de stem van verdachte herkend.
Uit de opgenomen gesprekken in de auto en via de telefoon blijkt het volgende.
Rond 3:57 uur belt [naam 2] ( [naam 2] ) met verdachte en hebben zij het volgende gesprek, waarbij de stem van verdachte is herkend:
[naam 2] : Waar ben je?
[verdachte] : ik rij nu naar West
[naam 2] : wat ga je doen?
[verdachte] : ik denk dat ik hier even blijf
[naam 2] : had je niemand gezien?
[verdachte] : nee niemand. Ik ben gelijk weggegaan.
[naam 2] : [naam 4] had iemand gezien
[verdachte] : wie dan?
[naam 2] : Iemand met een knotje
[verdachte] : waar dan?
[naam 2] : binnen, lange gast met een knotje
[verdachte] : kan het nog steeds?
[naam 2] : ik weet het niet, ik dacht jij bent binnen.
[verdachte] : nee ik ben niet meer binnen. Ik spreek je.
Vervolgens wordt het gesprek in de Polo voortgezet, waaraan [naam 3] ( [naam 3] ) en de onbekende man (?) ook deelnemen:
[naam 2] : gaan we timeren hier of wat?
?: we gaan moven man.
[naam 3] : Serieus? Rem rem rem Met knotje toch?
?: Daar loopt ie
[naam 3] : [bijnaam] wat doe je man? Voor mijn neus,
?: heeft ie een knot?
[naam 3] : ja, kijken of hij ansjo heeft.
[naam 2] : hij loopt weg. Nu achter dat windscherm toch?
K: ik kan het niet goed zien.
[naam 2] : ik heb zeker een ansjo gezien
?: wel met een band maar een gekke.
[naam 3] :leren band?
?: ja, Breitling
[naam 3] : Patek Philippe?
?: nee, broer gewoon die vierkante
[naam 3] : Alleen maar Rolies worden hier uitgedeeld.
Rond 4:10 uur belt verdachte weer naar de [naam 2] , waarbij de stem van verdachte is herkend:
[naam 2] : hallo
[verdachte] : heey niffo
[naam 2] : ja
[verdachte] : weet je wie hier zit?
Een van Batman en die Van Boef (fon) die gouwe.
[naam 3] :(schreeuwt) waar?!waar! Waar! Waar!
[verdachte] . hier! Hier! Hier! Lammetje, lammetje, lammetje.
?: volgen volgen.
[verdachte] : ik ben ook nog met die andere twee met die watch.
Vervolgens wordt het gesprek in de Polo weer voortgezet:
(…)
[naam 3] : kanker man! Snel, snel, vlieg vlieg vlieg! Vliegen broer! Rij rustig hier.
?: welke
[naam 3] : Batman en die van Boef(fon) broer Pressure. Pak gelijk die Pressure af vriend, die Batman mogen hun hebben. Die Batman mogen hun hebben broer. Pak gelijk die Pressure broer. (…)
[naam 3] : ik zei tegen je: [verdachte] gaat met goed nieuws komen. Ik had al zo’n gevoel broer.(…)
Rond 4:16 uur belt verdachte weer met [naam 2] :
[naam 2] : Waar ben jij?
[verdachte] : Lammetje
[naam 2] : Ik kom eraan, kleine drie a vier minuten
[verdachte] : parkeer
Na een kort gesprek in de Polo belt [naam 3] met verdachte:
[naam 3] : wil je hem voor de deur geven?
[verdachte] : nee kankergek broer. We gaan wisselen.
[naam 3] : ja maar hoe? Hoe gaan ze loesoe, dat is belangrijk
[verdachte] : maakt niet uit. We gaan kijken hoe ze weggaan toch?
[naam 3] : ik kom eraan.
[naam 3] belt rond 4:27 uur opnieuw naar verdachte:
[naam 3] : wat moet ik doen? Moeten we naar binnen komen of wat?
[verdachte] : Waar rij je dan?
[naam 3] :We staan hier gewoon geparkeerd. Weet je waar? Er is een inrit waar je daar kan rijden, je weet toch? Je kan niet helemaal naar binnen rijden bij het Leidse. Je weet toch? Je weet waar toch? Spiegelgracht. Spiegelgracht, Spiegelgracht.
[verdachte] : spiegelgracht?
[naam 3] : ja Spiegelgracht gekruist aan Prinsen .
[verdachte] : naar eh Lammetje en dan laat je die andere [bijnaam] in de waggi.
[naam 3] : ok.
Vervolgens wordt het gesprek in de Polo voortgezet:
[naam 3] : Heb je zin om een Ansjo uit te delen?
?: Kanker graag,
?: Ik stap uit en geef hem leipe pakkie(fon)
[naam 3] : Hé [bijnaam] geef eens effe jouw ID? Kanker man! Zet hem hiero. [bijnaam] (fon), spring achter het stuur.?
Rond 6:00 uur belt verdachte nog met een onbekende man. Zij voeren het volgende gesprek, waarbij de stem van verdachte is herkend:
nn: welke kant is hij opgegaan?
[verdachte] : ik volg hem nu
NN: heey?
[verdachte] : ja
NN: welke kant is hij opgegaan?
[verdachte] : hij is hiero, langs Holland Casino
NN: zeker een watcha?
[verdachte] : ja niffo, zeker, Hij gaat nu richting PC.
NN: PC?
[verdachte] : ja, leipe actie. Hij ziet me niet eens.
NN: haha
[verdachte] : Hij gaat een taxi pakken man
NN: Taxi?
[verdachte] : ja. Kom snel. Gewoon aan de Holland casino kant. Bij die hoofdweg, snel
NN: ik ben om de hoek
[verdachte] : hij stapt nu in.
NN: 1 seconde
[verdachte] : doe snel. Waar ben je dan? Hij vertrekt nu.
NN: jaja, ik ben bij die stoplichten.
[verdachte] : vlieg asabi, vlieg
NN: ja
[verdachte] : hij vertrekt nu, je weet toch
NN: waar ben je. Ik ben bij Holland Casino
[verdachte] : ja Holland Casino, achterkant, snel. ik zie hem niet meer.
NN: Ik ben nu bij stoplicht. Bij Holland
[verdachte] : Hier. Ik ben er ook asabi man. Hier. Draai om.
De rechtbank leidt uit deze gesprekken het volgende af. Verdachte is in de nacht van 10 februari 2019 op pad en op zoek naar mensen met dure horloges, bijvoorbeeld maar niet alleen een Breitling of een Patek Philippe. Daarover heeft hij telefonisch contact met anderen die in een auto zitten. Als een drager van een duur horloge is gevonden is het de bedoeling dat de auto met inzittenden (snel) ter plaatse komt, zodat met extra mankracht het horloge afgepakt kan worden. Daarbij blijft ook één iemand bij de auto, kennelijk om zo nodig snel te kunnen vluchten.
De rechtbank begrijpt de gesprekken daarbij zo dat de verdachten met ‘watcha’ en ‘ansjo’ ‘horloge’ bedoelen. Met ‘uitdelen’ bedoelen zij niets minder dan ‘stelen’ of ’afpakken’.
Op basis van deze gesprekken bestaat er dan ook geen twijfel dat verdachte en zijn gesprekspartners bezig zijn met het voorbereiden van diefstallen met geweld; in het bijzonder straatroven waarbij horloges buitgemaakt moeten worden.
Wel strafbare voorbereiding
Voor een strafbare voorbereiding is vereist de voorwerpen die de verdachten voorhanden hebben bestemd zijn tot het begaan van dat misdrijf. Het moet daarbij gaan om het misdrijf dat wordt voorbereid en niet om de voorbereiding zelf.
Uit de hiervoor weergegeven gesprekken blijkt dat verdachte en zijn medeverdachten een Volkswagen Polo en telefoons voorhanden hebben gehad. De handelwijze van verdachte en zijn medeverdachten kenmerkt zich hierdoor dat een deel van de dadergroep zich tussen de mensen begeeft, in dit geval verdachte in het bijzonder. Een ander deel is aanvankelijk meer op afstand en bevindt zich in de auto. Vanaf het moment dat een potentieel doelwit wordt gevonden, wordt geprobeerd om de dadergroep snel te verenigen: door telefonisch contact en met behulp van de auto. Zo nodig kan het potentiele doelwit gevolgd worden vanuit de auto. Het gebruik van de auto en de telefoons is daarmee een wezenlijk onderdeel van de handelwijze waarmee verdachte en zijn medeverdachten diefstallen met geweld willen plegen.
De rechtbank trekt hieruit de conclusie dat de auto en de telefoons in deze zaak bestemd zijn tot het begaan van diefstallen met geweld. Dit betekent dat de voorbereidingshandelingen die verdachte samen met zijn medeverdachten heeft verricht, ook strafbaar zijn.