Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 26 februari 2020 in de zaken tussen
[eiseres] , te Amsterdam, eiseres,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 26 februari 2020.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 26 februari 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, die bijzondere bijstand voor kosten van rechtsbijstand had aangevraagd, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, dat deze aanvragen had afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanvragen op 8 oktober 2018 zijn afgewezen en dat de bezwaren van eiseres op 3 april 2019 ongegrond zijn verklaard. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen deze besluiten, waarbij zij aanvoert dat de draagkrachtberekening onjuist is uitgevoerd omdat haar hoge woonlasten niet zijn meegenomen.
De rechtbank heeft overwogen dat de draagkracht van eiseres is vastgesteld op basis van haar inkomen en dat de kosten van rechtsbijstand zijn meegenomen in de berekening. Eiseres heeft echter niet aangetoond dat haar schulden in het kader van een schuldsanering worden afgelost, waardoor deze niet zijn meegenomen in de draagkrachtberekening. Ook heeft zij geen bewijs geleverd voor haar gestelde hoge woonlasten, waardoor de rechtbank oordeelt dat verweerder de woonkosten terecht buiten beschouwing heeft gelaten.
De rechtbank concludeert dat eiseres onvoldoende heeft aangetoond dat de draagkrachtberekening onjuist is en verklaart het beroep ongegrond. Dit betekent dat eiseres geen recht heeft op de aangevraagde bijzondere bijstand. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling of teruggave van het griffierecht. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.