Op 13 februari 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) uitgevaardigd door het Amtsgericht Wuppertal in Duitsland. De vordering tot overlevering werd ingediend door de officier van justitie op 28 november 2019 en betreft een strafrechtelijk onderzoek naar de opgeëiste persoon, die wordt verdacht van ontvoering en afpersing. De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon vastgesteld en bevestigd dat hij de Nederlandse nationaliteit heeft. De rechtbank heeft de termijn voor de uitspraak met dertig dagen verlengd om een weloverwogen beslissing te kunnen nemen.
De rechtbank heeft de garantie van de Duitse autoriteiten beoordeeld, waarin is verzekerd dat de opgeëiste persoon, indien veroordeeld, zijn straf in Nederland zal ondergaan. De rechtbank concludeert dat de overlevering kan plaatsvinden, omdat het feit waarvoor de overlevering wordt verzocht ook naar Nederlands recht strafbaar is. De rechtbank heeft de argumenten van de raadsman, die pleitte voor weigering van de overlevering op basis van de locatie van het feit, niet overtuigend geacht. De rechtbank heeft geoordeeld dat de overlevering aan de Duitse autoriteiten moet plaatsvinden, omdat het EAB voldoet aan de wettelijke eisen en er geen weigeringsgronden zijn.
De rechtbank heeft uiteindelijk besloten de overlevering toe te staan, en heeft de relevante wetsartikelen genoemd die van toepassing zijn op deze zaak. De uitspraak is gedaan door de voorzitter en twee andere rechters, en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze beslissing.