Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Regional Court of Torún(Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
enforceable judgement of the District Court in Aleksandrów Kujawski Non-Local Penal Division VI in Radziejów of 7th August 2013, file reference number VI K 134/13, en
enforceable judgement of the District Court in Toruń of 7th November 2017, file reference number VIII K 134/16.
Regional Court in Toruń , Penal Divison IIbij brief van 28 januari 2020 onder meer het volgende meegedeeld:
Ten aanzien van het vonnis met referentienummer VI K 134/13
vonnis met referentienummer VI K 134/13. Op basis van de hiervoor opgenomen informatie is immers gebleken dat de opgeëiste persoon in persoon in verschenen bij de behandelingen ter terechtzitting (op 13 juni en 1 augustus 2013) die tot dat vonnis hebben geleid. Uit de informatie van de Poolse autoriteit volgt dat de opgeëiste persoon op de zitting van 1 augustus 2013 in persoon is geïnformeerd over de uitspraakdatum op 7 augustus 2013. Anders dan de raadsman betoogt, kan hieruit niet volgen dat op 7 augustus 2013 nog sprake is geweest van een inhoudelijke behandeling. De rechtbank verwerpt het verweer.
Ten aanzien van het vonnis met referentienummer VIII K 134/16: heropening van het onderzoek
vonnis met referentienummer VIII K 134/16vast, dat de opgeëiste persoon niet (steeds) in persoon is verschenen bij de behandeling ter terechtzitting die tot de uitspraak in eerste aanleg heeft geleid, en in het geheel niet in persoon is verschenen bij de behandeling ter terechtzitting die tot de uitspraak in hoger beroep heeft geleid. Uit de hiervoor opgenomen informatie blijkt niet of in hoger beroep de zaak opnieuw in feite en in rechte ten gronde is berecht (waarbij de rechtbank verwijst naar de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 10 augustus 2017, C-270/17 PPU, ECLI:EU:C:2017:628 (Tupikas)). Evenmin is duidelijk of de advocaat in hoger beroep gemachtigd was het hoger beroep namens de opgeëiste persoon in te stellen en aldaar ter zitting de verdediging te voeren.
vonnis met referentienummer VIII K 134/16– de volgende vragen aan de uitvaardigende justitiële autoriteit voor te leggen:
4.Strafbaarheid
feit 2 van het vonnis met referentienummer VI K 134/13waarvoor de overlevering wordt verzocht, moet achterwege blijven, nu de uitvaardigende justitiële autoriteit het strafbare feit heeft aangeduid als een feit vermeld in de lijst van bijlage 1 bij de OLW. Het feit valt op deze lijst onder nummer 16, te weten:
feit 1 en feit 3 van het vonnis met referentienummer VI K 134/13niet aangeduid als feiten waarvoor het vereiste van toetsing van dubbele strafbaarheid niet geldt. Overlevering kan in dat geval alleen worden toegestaan, indien voldaan wordt aan de kaderbesluitconform uitgelegde eisen die in artikel 7, eerste lid, aanhef en onder b, OLW juncto artikel 7, eerste lid, onder a 2°, OLW zijn neergelegd.
feit 1:
feit 3:
5.Toepasselijke wetsbepalingen
6.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan de
Regional Court of Torún(Polen).