Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
4.Strafbaarheid
feit Aen
feit Bwaarvoor de overlevering wordt verzocht, moet achterwege blijven, nu de uitvaardigende justitiële autoriteit deze strafbare feiten heeft aangeduid als feiten vermeld in de lijst van bijlage 1 bij de OLW. Deze feiten vallen op deze lijst onder nummer 1, te weten:
feit Cook aangeduid als een feit waarvoor het vereiste van toetsing van dubbele strafbaarheid niet geldt. Echter, de rechtbank heeft geconstateerd dat in de e-mail van 18 november 2019 is vermeld dat op dit feit naar Belgisch recht een vrijheidsstraf met een maximum van één jaar is gesteld. Aldus is ten aanzien van dit feit niet voldaan aan de eis dat een feit slechts kan worden aangeduid als een lijstfeit indien daarop naar Belgisch recht een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste drie jaren gesteld.
5.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, OLW
feit Bzijn inderdaad ook naar Nederlands recht strafbaar en leveren op:
- medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd;
- medeplegen van opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd;
- medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd;
- deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.
6.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 13, eerste lid, aanhef en onder a, OLW
In die situatie staat artikel 13, eerste lid, aanhef en onder a, OLW de overlevering niet toe.
- het onderzoek is aangevangen in België;
- het bewijs bevindt zich in België;
- medeverdachten worden vervolgd of zijn veroordeeld in België.
7.Slotsom
8.Toepasselijke wetsartikelen
9.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan de Rechtbank van Eerste Aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen (België).