ECLI:NL:RBAMS:2020:1100
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot voorlopige machtiging tot opname in psychiatrisch ziekenhuis op basis van de Wet BOPZ
Op 30 januari 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een verzoek tot voorlopige machtiging tot opname in een psychiatrisch ziekenhuis, ingediend door de officier van justitie op 20 december 2019. De betrokkene, geboren in 1972, heeft tijdens de mondelinge behandeling verklaard geen gebruik te willen maken van de geboden rechtsbijstand door zijn raadsman, mr. S.L.J. Swart. Hij verzet zich tegen de voorlopige machtiging en het verblijf in de inrichting, en herkent zich niet in de gestelde diagnose van schizofrenie. Betrokkene heeft aangegeven dat hij medicatie ziekmakend vindt en weigert hulpverlening. De psychiater, mevrouw E. Jeger, heeft verklaard dat betrokkene sinds 2005 bekend is met psychotische klachten en herhaaldelijk gedwongen is opgenomen. Na het stoppen met medicatie is zijn gedrag verslechterd, wat heeft geleid tot agressief gedrag en problemen met de politie. De rechtbank heeft op basis van de geneeskundige verklaring en de mondelinge behandeling geoordeeld dat betrokkene gevaar veroorzaakt door zijn geestelijke stoornis en dat dit gevaar niet kan worden afgewend zonder opname in een psychiatrisch ziekenhuis. De rechtbank verleent daarom de voorlopige machtiging tot opname in het ziekenhuis tot en met 30 juli 2020.