In deze zaak vorderde de eisende partij, Tele2 Nederland B.V., betaling van € 136,- aan hoofdsom, vermeerderd met rente en kosten, van de gedaagde partij, die niet verschenen was. De eisende partij stelde dat er een overeenkomst was gesloten op 11 oktober 2013, waarop de algemene voorwaarden van 1 maart 2012 van toepassing waren. De overeenkomst was beëindigd vanwege wanbetaling, en de eisende partij vorderde onbetaald gebleven abonnementstermijnen en heraansluitingskosten. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde partij niet was verschenen, waardoor verstek werd verleend. De rechter beoordeelde de vordering op basis van de relevante artikelen van het Burgerlijk Wetboek en de algemene voorwaarden.
De kantonrechter concludeerde dat het beding in de algemene voorwaarden met betrekking tot heraansluitingskosten oneerlijk was, omdat het niet gelimiteerd was en de hoogte van de kosten niet was genoemd. Dit leidde tot een verstoring van het evenwicht tussen de rechten en verplichtingen van partijen. De rechter wees een deel van de vordering af, waardoor de gedaagde partij werd veroordeeld tot betaling van € 108,- aan hoofdsom, met wettelijke rente, en de kosten van het geding. De rechter verklaarde de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad en wees het meer of anders gevorderde af.