Op 18 februari 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1984, die werd beschuldigd van het verkopen, vervoeren en aanwezig hebben van verdovende middelen, alsook van witwassen. De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting op 4 februari 2020 gehouden, waarbij de officier van justitie, mr. S.A. van de Vliet, en de raadsman, mr. H.G. Koopman, aanwezig waren. De verdachte werd verweten dat hij in augustus 2019 op verschillende locaties 25,93 kilogram MDMA en 1,5 kilogram cocaïne had verkocht en vervoerd, en dat hij op 16 augustus 2019 € 830 en een Rolex horloge had gewitgewassen.
De rechtbank heeft de tenlastelegging van het vervoeren en aanwezig hebben van verdovende middelen niet bewezen geacht. De verdachte had geen wetenschap van de inhoud van de postpakketten die hij overhandigde aan een auto. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de verdachte niet voldoende bewijs opleverden voor zijn betrokkenheid bij de verdovende middelen. Daarom werd hij vrijgesproken van dit feit.
Wat betreft het witwassen van de Rolex horloge, oordeelde de rechtbank dat er voldoende bewijs was dat de verdachte wist dat het horloge afkomstig was uit een misdrijf. De rechtbank vond de verklaring van de verdachte over de herkomst van het horloge niet verifieerbaar, omdat hij de naam van de persoon van wie hij het horloge had geleend niet wilde geven. De rechtbank legde een gevangenisstraf van zes weken op voor het witwassen van het horloge, en verklaarde het horloge verbeurd. De rechtbank oordeelde dat het aantreffen van het horloge, met een waarde tussen de 8.000 en 10.000 euro, in combinatie met het inkomen van de verdachte, een vermoeden van witwassen rechtvaardigde.