ECLI:NL:RBAMS:2020:1036

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
29 januari 2020
Publicatiedatum
19 februari 2020
Zaaknummer
RK 19/5096
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Klaagschrift ex artikel 552a Sv betreffende teruggave in beslag genomen auto

Op 29 januari 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering. Het klaagschrift, ingediend op 5 september 2019, was gericht op de teruggave van een VW Golf, die in beslag was genomen bij de neef van klaagster. Klaagster, geboren in 1984 en woonachtig in Amsterdam, had de auto uitgeleend aan haar neef, die betrokken was bij een strafrechtelijk onderzoek. Klaagster was echter niet als verdachte aangemerkt en had geen betrokkenheid bij het onderzoek. De raadsman van klaagster, mr. F.P. Slewe, voerde aan dat er geen onderzoeksbelang meer was en dat de auto aan klaagster moest worden teruggegeven.

Tijdens de openbare raadkamer op 29 januari 2020 zijn de raadsman en de officier van justitie, mr. A. Lobregt, gehoord. Klaagster en de beslagene waren niet verschenen, ondanks rechtsgeldige oproep. De officier van justitie verklaarde zich niet te verzetten tegen de teruggave van de auto, omdat er geen onderzoeksbelang meer was. De rechtbank heeft op basis van de stukken en het verhandelde in raadkamer geoordeeld dat het klaagschrift gegrond was en heeft de teruggave van de auto gelast.

De beslissing is genomen door mr. M.E. Leijten, rechter, in aanwezigheid van mr. C.T. St Rose, griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
RK: 19/5096
Beschikking op het klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering van:
[klaagster] ,
geboren op [geboortedag] 1984 te [geboorteplaats] ,
wonende op het adres [adres] ,
woonplaats kiezend op het adres van haar raadsman, mr. S.J. Römer,
Herengracht 478, 1017 CB te Amsterdam,
klaagster, niet zijnde beslagene.

1.Procesgang

Het klaagschrift is op 5 september 2019 ter griffie van deze rechtbank ontvangen.
De rechtbank heeft op 29 januari 2020 de raadsman van klaagster mr. F.P. Slewe en de officier van justitie, mr. A. Lobregt, in openbare raadkamer gehoord.
Klaagster en beslagene zijn, hoewel daartoe rechtsgeldig opgeroepen, niet in raadkamer verschenen.

2.Inhoud klaagschrift

Het klaagschrift strekt tot teruggave aan klaagster van de bij haar neef [naam] in beslag genomen auto, een VW Golf met kenteken [kenteken] (goednummer: 5309463), ten naam gesteld van klaagster.
De raadsman heeft daartoe aangevoerd dat klaagster eigenaresse is van de auto en dat zij deze had uitgeleend aan haar neef. Dit deed klaagster vaker en heeft eerder niet tot problemen geleid. Door vermeend handelen van haar neef is het voertuig van klaagster in beslag genomen. Er is daarna een onderzoek gestart. Klaagster is echter niet als verdachte aangemerkt en heeft niets met dat onderzoek te maken. Het is hoogst onwaarschijnlijk dat met haar voertuig de waarheid aan de dag kan worden gebracht, dan wel dat het voertuig later door een strafrechter verbeurd zal worden verklaard of dat sprake is van wederrechtelijk verkregen voordeel.

3.Beoordeling

Uit de stukken en het verhandelde in raadkamer is het volgende gebleken.
Op 17 juli 2019 is op de voet van artikel 94 Sv voornoemde auto in beslag genomen.
De officier van justitie heeft verklaard zich niet te verzetten tegen teruggave van de in beslag genomen auto, nu er geen onderzoeksbelang meer is met betrekking tot de auto.
Het beklag dient dan ook gegrond te worden verklaard.

4.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
De rechtbank verklaart het beklag
gegronden gelast de teruggave van de auto, een VW Golf met kenteken [kenteken] (goednummer: 5309463), aan klaagster [klaagster] .
Deze beslissing is gegeven door
mr. M.E. Leijten, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. C.T. St Rose, griffier
en in het openbaar uitgesproken op 29 januari 2020.