ECLI:NL:RBAMS:2020:1033

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
29 januari 2020
Publicatiedatum
19 februari 2020
Zaaknummer
RK 19/6033
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Klaagschrift ex artikel 552a Sv betreffende teruggave van in beslag genomen scooter

In deze beschikking van de Rechtbank Amsterdam, gedateerd 29 januari 2020, is het klaagschrift van de klager, die tevens beslagene is, behandeld. Het klaagschrift betreft de teruggave van een Piaggio Vespa scooter die in beslag is genomen op 29 augustus 2019. De klager had een WOK-status gekregen omdat zijn scooter harder ging dan toegestaan. Ondanks eerdere waarschuwingen heeft de klager op de scooter gereden, wat leidde tot de inbeslagname. De klager verzocht om teruggave van de scooter, omdat hij deze nodig had voor zijn werk als pizzabezorger en omdat het een cadeau van zijn familie was. De officier van justitie, mr. A. Lobregt, verzet zich echter tegen de teruggave en stelt dat het belang van strafvordering zich daartegen verzet, aangezien de scooter vatbaar is voor verbeurdverklaring. De rechtbank heeft de argumenten van het Openbaar Ministerie overwogen en geconcludeerd dat het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter de scooter zal verbeurd verklaren. Daarom heeft de rechtbank het beklag van de klager ongegrond verklaard. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat beroep in cassatie open bij de Hoge Raad.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 96/234884-19
RK: 19/6033
Beschikking op het klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering van:
[klager],
geboren op [geboortedag] 2000 te [geboorteplaats],
wonend op het adres [adres],
klager, tevens beslagene.

1.Procesgang

Het klaagschrift is op 24 oktober 2019 ter griffie van deze rechtbank ontvangen.
Het Openbaar Ministerie heeft op 27 november 2019 schriftelijk zijn standpunt kenbaar gemaakt.
De rechtbank heeft op 29 januari 2020 klager en de officier van justitie,
mr. A. Lobregt, in openbare raadkamer gehoord.

2.Inhoud van het klaagschrift

Het klaagschrift strekt tot teruggave van in een beslag genomen Piaggio Vespa scooter met kenteken [kenteken] (goednummer: 5782159).
Klager heeft op 29 augustus 2019 op zijn scooter een WOK-status gekregen, omdat zijn scooter harder ging dan toegestaan. Vervolgens is klager met zijn scooter weggereden. Kort daarna is klager staande gehouden door een motor-agent die hem wees op de WOK-status van zijn scooter. Klager is tot de conclusie gekomen dat het zijn eigen schuld is dat zijn scooter in beslag is genomen. Klager heeft echter op dit moment zijn scooter nodig, omdat het handig is voor zijn baan als pizzabezorger en omdat hij zich met zijn scooter makkelijker kan verplaatsen. Klager verzoekt daarom tot teruggave van de in beslag genomen scooter. De scooter was een cadeau van zijn familie. Hij zal na teruggave gelijk de scooter verkopen en een scooter met een geel kenteken halen. Voor scooters met een geel kenteken geldt een helmplicht en deze scooters mogen veel harder.

3.Standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie heeft – onder verwijzing naar het schriftelijk standpunt van het Openbaar Ministerie – verklaard zich te verzetten tegen teruggave van de in beslag genomen scooter aan klager en heeft daartoe aangevoerd dat het belang van strafvordering zich daartegen verzet, omdat het Openbaar Ministerie zal vorderen dat het voorwerp zal worden verbeurd verklaard. Op 29 augustus 2019 bleek dat de scooter van klager een te hoge constructiesnelheid had. Naar aanleiding hiervan is een WOK-melding op de scooter gezet en aan klager medegedeeld dat hij niet verder mocht rijden en dat de scooter eerst gekeurd moest worden. Vervolgens is klager later op de avond wederom rijdend aangetroffen op de scooter. De scooter is toen in beslag genomen. Klager was immers eerder gewaarschuwd. Het is overigens niet de eerste keer dat klager te hard reed op de scooter. Op 21 juli 2019 heeft klager ook een proces-verbaal gehad, omdat de scooter te hard ging. Klager leert kennelijk niet van eerdere straffen en eerdere straffen weerhouden hem er niet van om te gaan rijden op een scooter, terwijl de scooter te hard gaat.

4.De beoordeling

Uit de stukken en het verhandelde in raadkamer is het volgende gebleken.
Op 29 augustus 2019 is op de voet van artikel 94 Sv de scooter in beslag genomen.
In geval van een beklag van de beslagene tegen een op de voet van artikel 94 Sv gelegd beslag dient de rechtbank a. te beoordelen of het belang van strafvordering het voortduren van het beslag vordert, en zo neen, b. de teruggave van het in beslag genomen voorwerp te gelasten aan de beslagene, tenzij een ander redelijkerwijs als rechthebbende ten aanzien van dat voorwerp moet worden beschouwd.
Het belang van strafvordering verzet zich tegen teruggave indien het veiligstellen van de belangen waarvoor artikel 94 Sv de inbeslagneming toelaat, het voortduren van het beslag nodig maakt. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer het inbeslaggenomene kan dienen om de waarheid aan de dag te brengen of om wederrechtelijk verkregen voordeel aan te tonen. Voorts verzet het door artikel 94 Sv beschermde belang van strafvordering zich tegen teruggave indien niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, met betrekking tot het voorwerp de verbeurdverklaring zal uitspreken of onttrekking aan het verkeer zal bevelen, al dan niet naar aanleiding van een afzonderlijke vordering daartoe als bedoeld in artikel 36b, eerste lid onder 4°, Sr in verbinding met art 552f Sv.
In het onderhavig geval is sprake van een scooter dat volgens het Openbaar Ministerie vatbaar is voor verbeurdverklaring.
De rechtbank dient in dit geval te beoordelen of het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, de verbeurdverklaring van de scooter zal uitspreken.
Op grond van de zich thans in het dossier bevindende stukken en het verhandelde in raadkamer is de rechtbank van oordeel dat het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, de in beslag genomen scooter zal verbeurd verklaren.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat het strafvorderlijk belang zich verzet tegen opheffing van het beslag.
Het beklag dient daarom ongegrond te worden verklaard.

5.De beslissing

De rechtbank komt tot de volgende beslissing.
De rechtbank verklaart het beklag
ongegrond.
Deze beslissing is gegeven door
mr. M.E. Leijten, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. C.T. St Rose, griffier
en in het openbaar uitgesproken op 29 januari 2020.
Tegen de beslissing van deze rechtbank staat voor klager beroep in cassatie bij de Hoge Raad open,
in te stellen bij de griffie van deze rechtbank,
binnen veertien (14) dagen na betekening van deze beschikking.