ECLI:NL:RBAMS:2019:9988

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
18 oktober 2019
Publicatiedatum
14 januari 2020
Zaaknummer
7451040 CV EXPL 19-496
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van premies voor verzekeringspolissen door makelaarsbedrijf

In deze zaak vordert de besloten vennootschap Schouten Zekerheid Makelaars in Assurantiën B.V. (hierna: Schouten) dat de gedaagde partij, die niet bij naam is genoemd, wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 1.329,37 aan hoofdsom, € 240,92 aan buitengerechtelijke incassokosten, en rente over de verschuldigde bedragen. Schouten stelt dat zij in opdracht en voor rekening van de gedaagde premies heeft voldaan aan verzekeringsmaatschappijen voor polissen die ten behoeve van de gedaagde zijn afgesloten, waaronder het “ANKO zekerheidspakket” en de “ANKO glasverzekering”. De gedaagde heeft echter betwist dat er een opdracht aan Schouten is verstrekt en heeft aangegeven de genoemde polissen niet te kennen. Tevens heeft de gedaagde aangevoerd dat zij geen inloggegevens heeft om de polissen in te zien op de website van Schouten.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat Schouten haar vordering onvoldoende heeft onderbouwd. De rechter heeft vastgesteld dat Schouten niet heeft aangetoond welke specifieke opdracht aan haar is verstrekt en heeft nagelaten de relevante polissen in het geding te brengen. Het enkele feit dat er facturen zijn voor de verzekeringen is niet voldoende om een overeenkomst aan te nemen. Ook eerdere betalingsregelingen tussen partijen bieden geen basis voor de vordering. Gezien het gemotiveerde verweer van de gedaagde heeft de kantonrechter de vordering van Schouten afgewezen en haar veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde partij.

Het vonnis is uitgesproken door mr. M.W. van der Veen, kantonrechter, op 18 oktober 2019, en is openbaar gemaakt in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 7451040 CV EXPL 19-496
vonnis van: 18 oktober 2019
fno.: 94

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

de besloten vennootschap Schouten Zekerheid Makelaars in Assurantiën B.V.

gevestigd te Rotterdam
eiseres
nader te noemen: Schouten
gemachtigde: C.P. Doelman
t e g e n

[gedaagde]

wonende te [woonplaats]
gedaagde
nader te noemen: [gedaagde]
gemachtigde: mr. H.J. Oosterhagen

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

  • dagvaarding van 17 december 2018 met producties;
  • antwoord met producties;
  • instructievonnis;
  • repliek met producties;
  • dupliek;
  • dagbepaling vonnis.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Vordering

Schouten vordert dat [gedaagde] bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
a. € 1.329,37 aan hoofdsom;
b. € 240,92 aan buitengerechtelijke incassokosten;
c. € 13,23 aan rente, berekend tot de dagvaarding;
d. rente over € 1.327,37 vanaf de dag van de dagvaarding;
e. de proceskosten.
Schouten stelt hiertoe dat zij in opdracht en voor rekening van [gedaagde] aan verzekeringsmaatschappijen premies heeft voldaan voor polissen ten behoeve van [gedaagde] , te weten het “ANKO zekerheidspakket” en de “ANKO glasverzekering”.

Verweer

3. [gedaagde] heeft betwist enige opdracht aan Schouten te hebben verstrekt. Zij kent de genoemde polissen niet en deze kunnen ook niet volgens haar op de door Schouten genoemde website worden ingezien. Zij heeft immers geen inloggegevens. Zij betwist ook dat Schouten de betreffende premies aan de verzekeringsmaatschappij heeft betaald.

Beoordeling

4. Gelet op het gemotiveerde verweer van [gedaagde] had het op de weg van Schouten gelegen om haar vordering nader te onderbouwen. Dat heeft zij nagelaten. Zo heeft zij niet onderbouwd welke opdracht [gedaagde] aan haar zou hebben verstrekt en heeft zij ook niet de polissen van de verzekeringen in het geding gebracht die door of namens [gedaagde] zouden zijn gesloten. Het enkele feit dat er twee facturen zijn met betrekking tot de beide verzekeringen, betekent niet dat er een overeenkomst is en dat [gedaagde] de premies moet betalen. Ook het feit dat partijen in het verleden een betalingsregeling hebben getroffen, maakt niet dat er sprake is van een overeenkomst tussen partijen die inhoudt dat [gedaagde] de premies moet voldoen. Nu Schouten verder geen andere feiten en of omstandigheden heeft aangevoerd waaruit de overeenkomst tussen partijen kan worden afgeleid, zal de vordering als onvoldoende onderbouwd worden afgewezen.
5. Schouten zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van het geding.

BESLISSING

De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt Schouten in de proceskosten die aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot worden op € 360,00 aan salaris van de gemachtigde, voor zover van toepassing, inclusief btw;
veroordeelt Schouten in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 18,00 aan salaris gemachtigde, te verhogen met een bedrag van € 68,00 en de explootkosten van betekening van het vonnis, een en ander voor zover van toepassing inclusief btw, onder de voorwaarde dat Schouten niet binnen veertien dagen na aanschrijving volledig aan dit vonnis heeft voldaan en betekening van het vonnis pas na veertien dagen na aanschrijving heeft plaatsgevonden;
verklaart de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.W. van der Veen, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 18 oktober 2019 in tegenwoordigheid van de griffier.