ECLI:NL:RBAMS:2019:9975

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
28 oktober 2019
Publicatiedatum
10 januari 2020
Zaaknummer
13/684400-18
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toetsing van de voortzetting van de ISD-maatregel voor een veroordeelde zonder vaste woon- of verblijfplaats

Op 28 oktober 2019 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de voortzetting van de ISD-maatregel voor een veroordeelde, geboren in 1995 en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland. De rechtbank had eerder op 4 april 2019 de ISD-maatregel voor twee jaar opgelegd. Tijdens de zitting op 28 oktober 2019 zijn de officier van justitie, de veroordeelde, zijn raadsvrouw en een deskundige gehoord. De deskundige bevestigde dat de voortzetting van de maatregel noodzakelijk is om de terugkeer naar het land van herkomst te faciliteren, ondanks dat er geen garantie is dat deze terugkeer daadwerkelijk gerealiseerd kan worden. De officier van justitie pleitte voor voortzetting van de maatregel, terwijl de raadsvrouw verzocht om aanhouding van de toetsing van de noodzaak van de voortzetting voor een periode van drie tot zes maanden. De rechtbank oordeelde dat de ISD-maatregel moet worden voortgezet, omdat er nog geen informatie beschikbaar is die het recidiverisico kan uitsluiten. De rechtbank wees het verzoek van de raadsvrouw af, maar liet open dat zij een tussentijdse toets kan aanvragen indien nodig.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Parketnummer: 13/684400-18 (tussentijdse toets)
BESLISSING
De rechtbank Amsterdam heeft op 4 april 2019 de maatregel tot plaatsing in een instelling voor stelselmatige daders (hierna: ISD-maatregel) voor de duur van twee jaren opgelegd aan:
[veroordeelde],
geboren te [geboorteplaats] ( [land van herkomst] ) op [geboortedag] 1995,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
thans verblijvende in [plaats detentie] .

1.Procesgang

De rechtbank heeft kennis genomen van de stukken in de zaak met bovenvermeld parketnummer, waaronder:
  • het vonnis van deze rechtbank van 4 april 2019;
  • een uittreksel Justitiële Documentatie betreffende veroordeelde van 4 september 2019;
  • de stand van uitvoering van het verblijfsplan van 15 oktober 2019;
De rechtbank heeft op 28 oktober 2019 de officier van justitie mr. J. Ang, veroordeelde, zijn raadsvrouw mr. J.C. Dekkers, advocaat te Amsterdam, alsmede de deskundige A. Looij, als Casemanager ISD verbonden aan [plaats detentie] , in openbare raadkamer gehoord.

2.Beoordeling

Verloop van het ISD-traject
Uit voornoemde stand van uitvoering van het verblijfsplan van 15 oktober 2019 blijkt onder meer het volgende.
Betrokkene is per 29 mei 2019 geplaatst in het Penitentiair Psychiatrisch Centrum (hierna: PPC) in het [plaats detentie] , met het advies voor verdere stabilisatie, diagnostiek en behandeling. Hoewel in de eerste periode sprake was van impulsief en onvoorspelbaar gedrag, veranderde het beeld van verdachte snel in positieve zin nadat zijn behandeling werd aangepast. Veroordeelde volgt momenteel behandeling, doet het goed en is stabiel. Hij heeft op eigen verzoek deelgenomen aan meerdere soorten therapieën, waaronder de Libermann training en inmiddels is zijn methadongebruik afgebouwd.
Momenteel probeert de casemanager te bewerkstelligen dat veroordeelde terug kan keren naar het land van herkomst ( [land van herkomst] ) en is zij bezig met het regelen van huisvesting en zorg daar. In dat kader is zij in contact getreden met AMOC, die hebben aangeven te kunnen helpen met de terugkeer naar het land van herkomst. Geadviseerd wordt om de maatregel voort te zetten.
Advies van de deskundige
Mevrouw Looij heeft, in openbare raadkamer van 28 oktober 2019 gehoord als deskundige, voornoemd advies bevestigd. Hoewel geen garantie kan worden gegeven dat terugkeer daadwerkelijk gerealiseerd kan worden, en zo ja wanneer dit dan zou plaatvinden, is het van belang om de maatregel voorlopig nog voort te laten duren teneinde een terugkeer mogelijk te maken. Terugkeer is van belang omdat veroordeelde in Nederland - als EU onderdaan - geen aanspraak kan maken op sociale voorzieningen. Veroordeelde is inmiddels aangemeld voor diagnostiek en voorafgaand aan een eventuele terugkeer naar [land van herkomst] wil het behandelteam een persoonlijkheidsonderzoek afnemen. Hierdoor kan op dit moment nog niet worden beoordeeld of het risico op recidive al is afgenomen. Wanneer diagnostiek kan plaatsvinden is nog niet duidelijk.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot voortzetting van de ISD-maatregel. Ondanks dat er ten aanzien van behandeling en diagnostiek stappen in de goede richting zijn gezet, is het recidiverisico nog onverkort aanwezig en dienen de behandelingen voortgezet te worden. Hoewel er nog geen diagnostiek heeft plaatsgevonden, zijn er geen aanwijzingen dat het PPC niet voortvarend is opgetreden.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht om toetsing van de noodzaak van de voortzetting van de tenuitvoerlegging van de maatregel aan te houden voor een periode van drie á zes maanden. Ten tijde van oplegging van de maatregel heeft de rechtbank beslist om een toetsingsmoment na zes maanden te gelasten omdat destijds te weinig informatie beschikbaar was over de problematiek van veroordeelde. Hoewel veroordeelde inmiddels is aangemeld voor diagnostiek, is over de problematiek van veroordeelde tot op heden nog geen informatie beschikbaar waardoor niet getoetst kan worden of er sprake is van problematiek die een ISD-maatregel rechtvaardigt. Daarnaast wordt momenteel door de casemanager en AMOC gewerkt om terugkeer van veroordeelde naar [land van herkomst] te bewerkstelligen. Voortzetting van de maatregel kan ervoor zorgen dat dit proces om terugkeer van veroordeelde te realiseren wordt verstoord.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt voorop dat aan de orde is de vraag of voortzetting van de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel nog steeds noodzakelijk is ter beëindiging van de recidive, het leveren van een bijdrage aan de oplossing van de problematiek van veroordeelde en een optimale bescherming van de maatschappij.
De rechtbank is op grond van de hierboven genoemde stukken en het verhandelde in raadkamer van oordeel dat de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel dient te worden voortgezet. De rechtbank ziet de positieve verandering van veroordeelde en is verheugd dat het beter met hem gaat en dat hij zijn methadongebruik heeft weten af te bouwen. Het is positief dat veroordeelde gemotiveerd is om terug te keren naar [land van herkomst] waar hij terecht kan bij zijn familie. Desondanks staat veroordeelde nog onder behandeling, is nog niet alles geregeld voor de terugkeer naar [land van herkomst] . Ook is er vooralsnog geen informatie op basis waarvan de rechtbank kan vaststellen dat het recidiverisico is afgenomen.
De rechtbank ziet geen noodzaak om de ISD-maatregel op een later moment opnieuw te toetsen, omdat veroordeelde inmiddels is aangemeld voor diagnostiek en er al stappen zijn gezet voor terugkeer naar [land van herkomst] . De rechtbank zal het verzoek van de raadsvrouw om de tussentijdse toets aan te houden dan ook afwijzen. Dat laat onverlet dat het raadsvrouw vrij staat, wanneer zij dit nodig acht, een tussentijdse toets aan te vragen.

3.Beslissing

De rechtbank bepaalt dat de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel wordt voortgezet.
Deze beslissing is gegeven door
mr. W.C.M. van den Berg, voorzitter,
mrs. C.C.M. Oude Hengel en A. Meester, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L.P.H. Borghans, griffier,
en uitgesproken in openbare raadkamer van deze rechtbank van 28 oktober 2019.
De jongste rechter is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.