Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
4.Strafbaarheid; feiten vermeld op bijlage I bij de OLW
5.Genoegzaamheid
6.Onschuldverweer
7.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de OLW
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod.
8.Beroep op artikel 35, vierde lid, van de OLW
9.Slotsom
10.Toepasselijke wetsartikelen
11.Beslissing
[opgeeïste persoon] ,aan de leidende hoofdofficier van justitie in Kleve (Duitsland) ten behoeve van het in Duitsland tegen hem gerichte strafrechtelijk onderzoek naar de feiten waarvoor zijn overlevering wordt verzocht.