Op 12 november 2019 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een moeder, die beschuldigd werd van mishandeling van haar dochter. De zaak kwam ter terechtzitting naar aanleiding van een incident dat plaatsvond op 2 februari 2018, waarbij de moeder haar dochter bij de nek zou hebben vastgepakt en haar meermalen in het gezicht zou hebben geslagen. De officier van justitie, mr. C.J. Cnossen, vorderde bewezenverklaring van de mishandeling, maar de rechtbank oordeelde dat niet alle tenlastegelegde feiten bewezen konden worden. De rechtbank achtte bewezen dat de moeder haar dochter bij de nek heeft vastgepakt en haar tweemaal in het gezicht heeft geslagen, maar sprak haar vrij van de poging tot zware mishandeling, omdat er onvoldoende bewijs was voor het dichtknijpen van de keel van de dochter. De rechtbank nam in haar oordeel ook de alcoholproblematiek van de moeder mee, die op het moment van het voorval onder invloed was. De rechtbank oordeelde dat de feiten in een zorgelijke gezinssituatie plaatsvonden en dat de moeder sinds enkele maanden onder behandeling is bij de Jellinek. De rechtbank legde een voorwaardelijke taakstraf van 20 uren op, met een proeftijd van 2 jaren, en oordeelde dat de moeder strafbaar was voor de bewezen verklaarde mishandelingen. De uitspraak werd gedaan in het openbaar en is op 12 november 2019 uitgesproken.