ECLI:NL:RBAMS:2019:9665
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Ontslag van rechtsvervolging wegens volledig ontoerekeningsvatbaar gedrag in een strafzaak
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, is op 28 augustus 2019 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van meerdere strafbare feiten, waaronder belaging en het opzettelijk beschadigen van andermans eigendom. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, geboren in 1970, gedurende de periode van 17 juli 2018 tot en met 24 oktober 2018, stelselmatig inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van twee personen, aangeduid als [persoon 1] en [persoon 2]. Dit gebeurde door het versturen van bedreigende berichten, het veroorzaken van geluidsoverlast, en het achterlaten van verontrustende voorwerpen en graffiti bij de woningen van de slachtoffers. De officier van justitie heeft de verdachte vervolgd, maar de rechtbank heeft na het horen van de deskundigen geconcludeerd dat de verdachte volledig ontoerekeningsvatbaar was ten tijde van de feiten. De psychiater M.M. Sprock heeft in haar rapportage vastgesteld dat de verdachte leed aan een ziekelijke stoornis, wat leidde tot een psychose. Hierdoor was de verdachte niet in staat om de gevolgen van haar handelen te overzien. De rechtbank heeft de conclusies van de deskundige overgenomen en heeft besloten de verdachte te ontslaan van alle rechtsvervolging. De rechtbank oordeelde dat er geen noodzaak was voor een maatregel ter bescherming van de maatschappij, en heeft het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.