Op 17 december 2019 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van meerdere mishandelingen en bedreigingen. De zaak omvatte drie afzonderlijke parketnummers, waarbij de verdachte onder andere zijn levensgezel, een politieagent en een winkelmedewerkster had mishandeld en bedreigd. De rechtbank heeft de zaken gevoegd behandeld na een terechtzitting op 3 december 2019. De officier van justitie, mr. S. de Klerk, vorderde een straf, terwijl de verdediging, vertegenwoordigd door mr. S.G.H. Langeweg, pleitte voor vrijspraak in bepaalde onderdelen.
De rechtbank oordeelde dat wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte zijn levensgezel op 7 augustus 2019 in Diemen had mishandeld door haar in het gezicht te slaan, te duwen en te trekken. Daarnaast werd bewezen dat hij op 31 mei 2019 een politieagent, [verbalisant 1], had mishandeld tijdens de rechtmatige uitoefening van zijn functie. Ook werd de verdachte schuldig bevonden aan de bedreiging van de winkelmedewerkster, [persoon 2], door haar te bedreigen met zware mishandeling. Tot slot werd vastgesteld dat de verdachte op 9 juni 2019 [persoon 3] had mishandeld door haar vast te pakken, te duwen en te stompen.
De rechtbank legde de verdachte een taakstraf op van 180 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden, met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze waren gepleegd en de persoon van de verdachte. De verdachte had eerder geweldsdelicten gepleegd, maar leek zijn leven op orde te hebben. De rechtbank vond het belangrijk dat de verdachte behandeld zou worden voor zijn agressieproblemen en dat hij onder toezicht van de reclassering zou staan. De benadeelde partij, [verbalisant 1], kreeg een schadevergoeding van €750,- toegewezen voor immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente.