ECLI:NL:RBAMS:2019:9122

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
26 november 2019
Publicatiedatum
9 december 2019
Zaaknummer
13/994031-19
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing wijziging tenlastelegging en vrijspraak in de Pluimveezaak

In de zaak met parketnummer 13/994031-19 heeft de Rechtbank Amsterdam op 26 november 2019 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die wordt beschuldigd van het houden van een groter aantal leghennen dan toegestaan. De tenlastelegging betrof de periode van 1 januari 2016 tot en met 31 december 2016, waarbij de verdachte in Woudenberg zou hebben gehandeld in strijd met het pluimveerecht. Tijdens de zitting heeft de officier van justitie, mr. N. Huisman, aangegeven dat er een fout was gemaakt bij het opstellen van de tenlastelegging, waarbij gegevens uit een andere strafzaak onterecht waren overgenomen. De officier heeft verzocht om wijziging van de tenlastelegging, maar de rechtbank heeft deze vordering afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de gewijzigde tenlastelegging niet meer betrekking had op hetzelfde feit in de zin van artikel 68 van het Wetboek van Strafrecht. Vervolgens heeft de rechtbank, in overeenstemming met de officier van justitie, geoordeeld dat het tenlastegelegde feit niet bewezen kon worden. Er was onvoldoende bewijs dat de verdachte het feit zoals in de tenlastelegging was weergegeven, had begaan. De rechtbank heeft de verdachte daarom vrijgesproken van de tenlastelegging.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS
Parketnummer: 13/994031-19
Datum uitspraak: 26 november 2019
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige economische kamer, in de strafzaak tegen
[verdachte],
gevestigd op het adres [vestigingsadres] , [vestigingsplaats] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 26 november 2019.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. N. Huisman, en van wat verdachte naar voren heeft gebracht.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat zij in de periode van 01 januari 2016 tot en met 31 december 2016 te Woudenberg, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, op haar bedrijf met relatie-nummer [nummer] al dan niet opzettelijk, gemiddeld gedurende het kalenderjaar 2016 een groter aantal leghennen, te weten 22.919 pluimvee-eenheden heeft gehouden, dan het op het bedrijf rustende pluimveerecht, te weten 3.400 pluimvee-eenheden.
Toelichting op de tenlastelegging
De officier van justitie heeft ter zitting toegelicht dat bij het opstellen van de tenlastelegging een fout is gemaakt en dat de gegevens van de verdenking verkeerd zijn overgenomen uit een andere strafzaak die geen betrekking heeft op verdachte.
De officier van justitie heeft gevorderd dat de tenlastelegging gewijzigd wordt, waardoor de tenlastelegging in overeenstemming zou komen met het verwijt dat het Openbaar Ministerie verdachte maakt.
De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie afgewezen, omdat de tenlastelegging na wijziging niet langer betrekking heeft op hetzelfde feit in de zin van artikel 68 van het Wetboek van Strafrecht.

3.Vrijspraak

De rechtbank acht, net als de officier van justitie, het tenlastegelegde niet bewezen. Het dossier bevat geen bewijs dat verdachte het feit zoals dat op de (ongewijzigde) tenlastelegging is weergegeven, heeft begaan. Verdachte zal daarom worden vrijgesproken.

4.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door
mr. F.W. Pieters, voorzitter,
mrs. G.H. Marcus en R.K. Pijpers, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. C. Wolswinkel, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 26 november 2019.
Mr. Pijpers is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.