8.3Oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals van een en ander ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan medeplichtigheid aan een woningoverval, waarbij de aangever is bedreigd met een vuurwapen. Het toen vijfjarige zoontje van de aangever was hierbij aanwezig. Het is van algemene bekendheid dat een dergelijk feit vergaande gevolgen voor de slachtoffers heeft. De eigen woning is bij uitstek een plek waar men zich veilig moet kunnen voelen en, zoals blijkt uit de slachtofferverklaring van aangever die de rechtbank ter terechtzitting van 14 november 2019 heeft voorgehouden, is het voor hem een zeer heftige en schokkende ervaring geweest om juist daar te zijn overvallen en bedreigd. Aangever heeft zich naar aanleiding van de woningoverval onder psychologische behandeling laten stellen.
Woningovervallen veroorzaken niet alleen voor de direct betrokkenen, maar ook in de samenleving onrust en algemene gevoelens van onveiligheid. Verdachte heeft zich van die gevolgen voor de slachtoffers en de samenleving niets aangetrokken.
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan een poging woninginbraak. Een woninginbraak is een ernstig strafbaar feit, omdat iedereen zich veilig te hoort kunnen voelen in zijn of haar woning. Daarnaast heeft verdachte met zijn gedrag geen respect getoond voor andermans eigendommen.
De rechtbank heeft verder gekeken naar het strafblad van verdachte van 9 oktober 2019, waaruit blijkt dat hij op 10 november 2017 door de kinderrechter wegens drie pogingen tot oplichting is veroordeeld tot een werkstraf van 100 uren, waarvan 40 uren voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.
Ook heeft de rechtbank gekeken naar de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht die strafrechters in Nederland hanteren met betrekking tot overvallen en woninginbraken. Het oriëntatiepunt voor een woningoverval met licht geweld en bedreiging is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van drie jaren. Ten opzichte van die oriëntatiepunten is in dit geval sprake van een strafverzwarende omstandigheid, te weten het tonen van een vuurwapen. Daar staat tegenover dat de verdachte geen medepleger is geweest van de woningoverval; hij was daaraan medeplichtig.
Voor een woninginbraak waarbij sprake is van recidive wordt in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vijf maanden opgelegd. Daarbij overweegt de rechtbank dat in deze zaak sprake is van een poging.
Tot slot heeft de rechtbank gekeken naar een rapport van de reclassering van 24 september 2019, waarin de reclassering schrijft dat er zowel indicaties zijn voor toepassing van het jeugdstrafrecht als voor toepassing van het volwassenenstrafrecht. Indicaties voor toepassing van het jeugdstrafrecht zijn dat verdachte thuiswonend is, nog geen afgeronde schoolopleiding heeft en dat verdachte deels ontvankelijk is voor ondersteuning door volwassenen. Bovendien is er naar de mening van de reclassering geen sprake van een overwegend criminele levensstijl. Indicaties voor toepassing van het volwassenenstrafrecht zijn dat verdachte functioneert op een leeftijdsadequaat niveau, dat er geen sprake lijkt te zijn van beperkte handelingsvaardigheden en dat verdachte in staat is om weloverwogen keuzes te maken.
Verdachte wordt al begeleid door de jeugdreclassering en Spirit. Hij houdt zich aan afspraken en stelt zich redelijk begeleidbaar op. Verdachte gaat naar school, heeft een bijbaan en gebruikt geen verdovende middelen. De jeugdreclassering heeft de wens om de begeleiding van verdachte over te dragen aan de volwassenenreclassering. Pedagogische beïnvloeding heeft volgens de jeugdreclassering voldoende plaatsgevonden.
De reclassering adviseert een (deels) voorwaardelijke straf met als bijzondere voorwaarden een meldplicht, een verplichting tot deelneming aan een gedragsinterventie met betrekking tot cognitieve vaardigheden en een verplichting tot meewerken aan de intensieve begeleiding vanuit Spirit.
Ter terechtzitting van 14 november 2019 hebben [naam 2] van de jeugdreclassering en de heer [naam 1] van Spirit – kort gezegd – verklaard dat zij zich kunnen vinden in het reclasseringsrapport en de daarin geformuleerde bijzondere voorwaarden.
Verdachte heeft tijdens de zitting van 14 november 2019 verklaard dat hij wil meewerken aan de door de reclassering geadviseerde voorwaarden.
Aangezien verdachte volgens de reclassering functioneert op een leeftijdsadequaat niveau, er geen sprake lijkt te zijn van beperkte handelingsvaardigheden, hij in staat is om weloverwogen keuzes te maken en pedagogische beïnvloeding voldoende heeft plaatsgevonden, ziet de rechtbank aanleiding om verdachte volgens het volwassenenstrafrecht te berechten.
Alles afwegend vindt de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 25 maanden, met aftrek van voorarrest, passend. Gelet op het feit dat verdachte ontvankelijk lijkt te zijn voor hulpverlening en om hem ervan te weerhouden in de toekomst vergelijkbare strafbare feiten te plegen, zal de rechtbank een fors gedeelte van de gevangenisstraf, te weten 8 maanden, in voorwaardelijke vorm opleggen. De proeftijd zal worden vastgesteld op twee jaar. Gedurende die periode moet verdachte zich te houden aan de door de reclassering geadviseerde en in het dictum opgenomen voorwaarden.