Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Waardering van het bewijs
4.Bewezenverklaring
5.De strafbaarheid van de feiten
7.De strafbaarheid van verdachte
.
.Verdachte dient dan ook te worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
8.Motivering van de maatregel
family lifeen de mogelijkheid dat de Tbs-maatregel averechts zal werken op de behandelmotivatie bij verdachte. Verder kan de nazorg na afloop van de maatregel van artikel 37 Sr goed worden geregeld nu verdachte in beeld is bij de hulpverlening en er een zorgmachtiging kan worden opgelegd. Bovendien gaat het momenteel in de PI goed met verdachte zonder dat hij medicatie of een behandeling krijgt. De raadsman stelt voor deze stijgende lijn in de ontwikkeling van verdachte vanuit de PI voort te zetten onder de maatregel van artikel 37 Sr.
9.Ten aanzien van de benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregel
€ 5.558,57,bestaande uit € 508,57 aan materiële schade, € 5.000,- aan immateriële schade en € 50,00 aan proceskosten. Deze schadevergoeding zal worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 maart 2019, de datum van het feit, – zijnde de ontstaansdatum waarop het strafbare feit is gepleegd –, met uitzondering van de parkeerkosten. Nu de ontstaansdatum daarvan onbekend is gebleven zal deze schadevergoeding worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf twee weken na dit vonnis. De benadeelde partij zal voor het overige dus niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn vordering. De benadeelde partij kan het resterende deel van zijn vordering nog wel bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
€ 5.843,99, bestaande uit € 793,99 aan materiële schade en € 5.000,- aan immateriële schade en € 50,- aan proceskosten. Deze schadevergoeding zal worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 maart 2019, de datum van het feit, met uitzondering van de parkeerkosten. Nu de ontstaansdatum daarvan onbekend is gebleven zal deze schadevergoeding worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf twee weken na dit vonnis.
€ 2.765,75bestaande uit € 765,75 aan materiële schade en € 2.000 aan immateriële schade. Deze schadevergoeding zal worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 maart 2019 de datum waarop het strafbare feit is gepleegd, tot aan de dag van algehele voldoening.
€ 200,-, bestaande uit immateriële schade. Deze schadevergoeding zal worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 maart 2019 – zijnde de ontstaansdatum waarop het strafbare feit is gepleegd, tot aan de dag van algehele voldoening.
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11. Beslissing
algemene voorwaarden:
- verdachte meldt zich op afspraken bij de reclassering of op een ander door de reclassering bepaalde locatie. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is.
- verdachte laat een of meer vingerafdrukken nemen en laat een geldig identiteitsbewijs zien. Dit is nodig om de identiteit van verdachte vast te stellen.
- verdachte houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om verdachte te helpen bij het naleven van de voorwaarden.
- verdachte helpt de reclassering aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid.
- verdachte werkt mee aan huisbezoeken.
- verdachte geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners.
- verdachte vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering.
- verdachte werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met verdachte, als dat van belang is voor het toezicht.
- verdachte werkt tijdens het ambulante behandeltraject mee aan een time-out in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) , een Forensisch Psychiatrische Kliniek (FPK) of een soortgelijke instelling, zo vaak als de reclassering dat nodig acht. Deze time-out duurt maximaal 7 weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal 7 weken, tot maximaal 14 weken per jaar.
- verdachte begeeft zich niet zonder toestemming van de reclassering en het Openbaar Ministerie buiten het Europese deel van de landsgrenzen van Nederland. Verdachte overlegt hierover vooraf met de reclassering en het Openbaar Ministerie beslist.
aanvullende voorwaarden:
- verdachte is verplicht om zich op basis van de door het NIFP-IFZ afgegeven indicatiestelling te laten opnemen en behandelen in een FPA of FPK, zulks ter beoordeling van de Divisie Individuele Zaken van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, waarbij de veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de (geneesheer) directeur van die instelling zullen worden gegeven, zolang de reclassering dat in overleg met die instelling nodig acht.
- verdachte neemt indien voorgeschreven door de behandelaars, medicatie in, zolang als zijn behandelaars nodig achten.
- verdachte werkt mee aan een ambulant behandeltraject aansluitend aan de klinische fase. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling.
- verdachte werkt mee aan het vinden en behouden van passende huisvesting, ook als dat inhoudt beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld.
- verdachte werkt mee aan het vinden van passend werk dan wel een zinvolle dagbesteding, waarbij rekening gehouden wordt met zijn draagkracht en -last.
- verdachte geeft openheid over zijn sociale netwerk en relaties.
- verdachte geeft inzage in zijn financiële situatie en werkt indien door de reclassering geïndiceerd, mee aan een schuldsaneringstraject.
- verdachte gebruikt geen drugs en werkt mee aan controle op dit verbod. De controle gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd.
- verdachte gebruikt geen alcohol en werkt mee aan controle op dit alcoholverbod. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd. Mogelijke controlemiddelen zijn urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest).
- verdachte heeft of zoekt op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met de aangevers in onderhavige strafzaak, zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt. Het contactverbod kan gecontroleerd worden middels GPS. Door de reclassering zal een haalbaarheidsonderzoek Elektronische Controle worden gedaan zodra de kliniek laat weten dat er verlofmogelijkheden zijn.
, dadelijk uitvoerbaarzijn.
gedeeltelijk toetot een bedrag van
€ 5.508,57 (vijfduizendvijfhonderdenacht euro en zevenenvijftig eurocent), bestaande uit
overige deelvan de vordering
niet ontvankelijkis, zodat de vordering nog wel bij de civiele rechter kan worden aangebracht.
€ 5.508,57 (vijfduizendvijfhonderdenacht euro en zevenenvijftig eurocent), bestaande € 508,57 (vijfhonderdenacht euro) materiële schade en € 5.000,- (vijfduizend euro) aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente over het bedrag van € 5.458,57 (vijfduizendvierhonderdenachtenvijftig euro en zevenvijftig eurocent) vanaf 16 maart 2019, en over het bedrag van € 50,- (vijftig euro) vanaf twee weken na dit vonnis, tot aan de dag van de algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door een vervangende hechtenis van 62 (tweeënzestig) dagen. De toepassing van die vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
€ 5.793,99 (vijfduizendzevenhonderddrieennegentig euro en negenennegentig eurocent), bestaande uit 793,99 (zevenhonderddrie-ennegentig euro en negenennegentig eurocent) materiële schade en
overige deelvan de vordering
niet ontvankelijkis, zodat de vordering nog wel bij de civiele rechter kan worden aangebracht.
€ 5.793,99 (vijfduizendzevenhonderddrie-ennegentig euro en negenennegentig eurocent), bestaande uit € 793,99 (zevenhonderddrie-ennegentig euro en negenennegentig eurocent) materiële schade en € 5.000,- (vijfduizend euro) aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente over het bedrag van € 5.743,99 (vijfduizendzevenhonderddrieënveertig euro en negenennegentig eurocent) vanaf 16 maart 2019, en over het bedrag van € 50,- (vijftig euro) vanaf twee weken na dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door een vervangende hechtenis van 64 (vierenzestig) dagen. De toepassing van die vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
gedeeltelijk toetot een bedrag van
€ 200,- (tweehonderd euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 16 maart 2019, tot aan de dag van de algehele voldoening.
overige deelvan de vordering
niet ontvankelijkis, zodat de vordering nog wel bij de civiele rechter kan worden aangebracht.
€ 200,- (tweehonderd euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 16 maart 2019, tot aan de dag van de algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door een vervangende hechtenis van 4 (vier) dagen. De toepassing van die vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
gedeeltelijk toetot een bedrag van
€ 2.765,75 (tweeduizendzevenhonderdvijfenzestig euro en vijfenzeventig eurocent), bestaande uit 765,75 (zevenhonderdvijfenzestig euro en vijfenzeventig eurocent), materiële schade en
overige deelvan de vordering
niet ontvankelijkis, zodat de vordering nog wel bij de civiele rechter kan worden aangebracht.
€ 2.765,75 (tweeduizendzevenhonderdvijfenzestig euro en vijfenzeventig eurocent), bestaande uit 765,75 (zevenhonderdvijfenzestig euro en vijfenzeventig eurocent), materiële schade en € 2.000,- (tweeduizend euro) aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 16 maart 2019, tot aan de dag van de algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door een vervangende hechtenis van 37 (zevenendertig) dagen. De toepassing van die vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.