ECLI:NL:RBAMS:2019:8797

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
26 november 2019
Publicatiedatum
25 november 2019
Zaaknummer
7886124 CV EXPL 19-14654
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstekvonnis in civiele procedure over betalingsvordering en informatieplicht

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 26 november 2019 een vonnis gewezen in een civiele procedure tussen de besloten vennootschap Securitas Alert Services B.V. (eiseres) en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eiseres had bij exploot van dagvaarding op 14 juni 2019 gevorderd dat de gedaagde partij zou worden veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 525,14, vermeerderd met nevenvorderingen. De gedaagde partij heeft echter niet tijdig gereageerd op de dagvaarding, waardoor verstek is verleend.

In een tussenvonnis van 6 augustus 2019 is de eiseres in de gelegenheid gesteld om een informatieformulier in te vullen en dit in het geding te brengen, samen met relevante stukken. De eiseres heeft op 1 oktober 2019 een akte ingediend, maar de gedaagde partij heeft niet gereageerd. De kantonrechter heeft vervolgens een datum voor vonnis bepaald.

De kantonrechter heeft in zijn beslissing geoordeeld dat de eiseres niet heeft voldaan aan de vereisten van artikel 111 lid 2 onder d van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), dat de dagvaarding de eis en de gronden daarvan moet vermelden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eiseres niet voldoende feiten heeft aangevoerd om haar vordering te onderbouwen, en dat de overgelegde stukken niet voldoen aan de eisen van de wet. Daarom heeft de kantonrechter de vordering afgewezen en de eiseres veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde partij op nihil zijn begroot.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 7886124 CV EXPL 19-14654
vonnis van: 26 november 2019
fno.: 393

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

de besloten vennootschap Securitas Alert Services B.V.

gevestigd te Geldrop
eiseres
gemachtigde: De Klerk Vis Niekus gerechtsdeurwaarders en incasso
t e g e n

[gedaagde]

wonende te [woonplaats]
gedaagde
niet verschenen

Verloop van de procedure

Bij exploot van dagvaarding van 14 juni 2019 heeft eisende partij gevorderd dat gedaagde partij zal worden veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 525,14 met nevenvordering(en), één en ander zoals in de dagvaarding nader omschreven.
Gedaagde partij heeft niet (tijdig) geantwoord en evenmin uitstel gevraagd, zodat tegen deze verstek is verleend.
Gedaagde partij is consument, althans wordt vermoed consument te zijn.
Bij tussenvonnis van 6 augustus 2019 is eisende partij in de gelegenheid gesteld om het bijgevoegde informatieformulier in te vullen en dit ingevulde formulier en de daarin aangeven stukken in het geding te brengen, en een kopie hiervan aan gedaagde partij te sturen met de mededeling dat deze hierop kan reageren.
Eisende partij heeft op 1 oktober 2019 een akte ingediend.
Gedaagde partij heeft niet gereageerd.
Vervolgens is een datum voor vonnis bepaald.

Gronden van de beslissing

Eisende partij vordert betaling van € 524,14 aan hoofdsom, vermeerderd met rente en kosten.
Op grond van artikel 111 lid 2 onder d Rv dient de dagvaarding de eis en de gronden daarvan te vermelden en op grond van artikel 21 Rv dient eisende partij de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren.
Daaraan voldoet de dagvaarding niet.
Eisende partij stelt bij dagvaarding slechts – kort weergegeven - het volgende. Eisende partij heeft in opdracht en voor rekening ten behoeve van gedaagde partij beveiligingsdiensten geleverd. Op grond hiervan heeft zij aan gedaagde partij een of meer facturen gestuurd. Gedaagde partij heeft deze facturen ondanks herhaalde aanmaning niet voldaan. Eisende partij legt een kopie van de “14 dagen brief” over.
Bij dagvaarding is niet gesteld en ook is niet gebleken waar en wanneer de overeenkomst tot stand is gekomen. De overeenkomst en de facturen waarop de vordering zijn gegrond zijn niet overgelegd.
Eisende partij is vervolgens in de gelegenheid gesteld haar vordering alsnog te onderbouwen met alle voor de beslissing van belang zijnde feiten door invulling van de vragen van het formulier, waar nodig de vragen toe te lichten en de daarin aangegeven stukken, waaronder de overeenkomst, in het geding te brengen.
Eisende partij heeft bij akte de vragen van het formulier beantwoord. Eisende partij stelt dat de overeenkomst in een verkoopruimte is gesloten Zij legt een kopie van de overeenkomst over, de algemene voorwaarden, een kopie van de factuur d.d. 17 juli 2017 en aanmaningen.
Naar het oordeel van de kantonrechter voldoet ook deze toelichting van eisende partij niet aan de voorschriften van de artikelen 21 Rv en 111 Rv.
Uit de overgelegde kopie van de door de opdrachtgever getekende overeenkomst d.d. 3 juli 2017 blijkt dat onder 2.3 is opgenomen dat:
indien de opdrachtgever gebruik maakt van zijn/haar herroeping recht, als bedoeld in artikel 8 van de algemene voorwaarden, hij/zij dit meldt binnen de bedenktermijn van 14 dagen door middel van bijgesloten modelformulier voor herroeping.
Hoewel eisende partij in het informatieformulier heeft aangekruist dat de overeenkomst in een winkelruimte tot stand is gekomen, licht zij dit niet toe. Uit de omstandigheid dat in de overeenkomst een herroepingstermijn is opgenomen en een modelformulier is verstrekt zou zonder nadere toelichting – die ontbreekt - kunnen worden opgemaakt dat de onderhavige overeenkomst mogelijk buiten verkoopruimte tot stand is gekomen.
Daarnaast heeft artikel 8 van de algemene voorwaarden, waarnaar in bovengenoemde overeenkomst wordt verwezen, betrekking op een door Securitas in stand te houden verzekering. Dat betekent dat andere algemene voorwaarden zijn overgelegd dan degene die op de overeenkomst van toepassing zijn.
Voorts blijkt uit de overgelegde kopie van de factuur gedateerd 17 juli 2017 dat op deze factuur de tarieven van prijspeil 2019 zijn verwerkt. Waarom op deze factuur deze toekomstige tarieven staan vermeld wordt ook niet toegelicht.
De vordering wordt daarom afgewezen, nu de kantonrechter uit hetgeen hiervoor is overwogen tot het oordeel komt dat hij door de eisende partij in de dagvaarding en de aansluitende conclusie niet naar waarheid is geïnformeerd.
Mitsdien wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De kantonrechter:
wijst de vorderingen af
veroordeelt eisende partij in de proceskosten die aan de zijde van gedaagde partij tot op heden begroot worden op nihil.
Aldus gewezen door mr. A.W.J. Ros, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 26 november 2019 in tegenwoordigheid van de griffier.
De griffier
De kantonrechter